Het brandt in Tokio
Zwaailichten, tientallen brandweer- en ziekenwagens, brancards en nogal wat hotelgasten in badjas of kimono. Het is iets na middernacht als we ons hotel Palace in Tokio opzoeken. Het is afgespannen met lint, brand in de keuken, overal rook. Nogal wat televisieploegen op zoek naar sensatie. Minister Vincent Van Quickenborne blijft incognito. Hoteldeur blijft dicht. Geen inkomen aan. Het is wachten tot 4 uur ‘s morgens voor de kust veilig is, hoewel er nog een forse rooklucht hangt in de lift. Gelukkig geen waterschade in onze kamers op de vijfde en zesde verdieping. Een scheet in een fles, noemt iemand de hele vertoning. Japanners nemen geen risico’s. Alles moet afgetoetst worden.
Zwaailichten, tientallen brandweer- en ziekenwagens, brancards en nogal wat hotelgasten in badjas of kimono. Het is iets na middernacht als we ons hotel Palace in Tokio opzoeken. Het is afgespannen met lint, brand in de keuken, overal rook. Nogal wat televisieploegen op zoek naar sensatie. Minister Vincent Van Quickenborne blijft incognito. Hoteldeur blijft dicht. Geen inkomen aan. Het is wachten tot 4 uur ‘s morgens voor de kust veilig is, hoewel er nog een forse rooklucht hangt in de lift. Gelukkig geen waterschade in onze kamers op de vijfde en zesde verdieping. Een scheet in een fles, noemt iemand de hele vertoning. Japanners nemen geen risico’s. Alles moet afgetoetst worden.
Eerder op de morgen aangeklopt bij de Japanse minister van telecommunicatie. Loopt toch altijd wat stroef met de tolk erbij. MinisterQ breekt het ijs met de overhandiging van zijn boek Kafka, het proces. Meteen is de weg vrij voor een minder formeel gesprek en komt ook onvermijdelijk de eID-kaart naar boven. “Beide administraties willen van elkaar leren.”
Japan wil alvast naar een meer open en minder protectionistische maatschappij. Dat blijkt ook uit het gesprek met de vice-president van Softbank, de grootste en goedkoopste internetdienstenleverancier in Japan (50 Mbit/s voor zowat 25 euro) die sinds enkele jaren ook een mobiele dienst uitbaat. De vp spreekt uitstekend Engels, dat helpt.
Het bezoek bij het navigatiebedrijf Navitime is eveneens inspirerend. Het maakt gps-oplossingen voor wandelaars die hun weg laten uitstippelen op hun mobieltjes. Zo worden bij regenweer de meest overdekte straten aangeduid. Gehandicapten krijgen de meest rolstoelvriendelijke wegen voorgelegd. In tegenstelling tot TomTom is Navitime dus wel geïnteresseerd in navigatie die zich niet beperkt tot wagen. Het bedrijf is zonet eveneens van start gegaan in New York. Europa is voor later.
En tenslotte werd de slaapdronken delegatie nog langs de showroom van Panasonic geleid en naar het elektronische ‘tollcollect’-systeem in Osaka. Hier betaalt de reiziger ongeveer 25 yen, zowat 10 eurocent per kilometer, voor het gebruik van de overvolle autowegen. Alles wordt netjes gecontroleerd. Je mag hier maximum 100 kilometer per uur rijden, maar veel harder kan het hier ook niet. Van thuiswerken hebben de lang werkende Japanners nog niet gehoord. MinisterQ komt opnieuw op dreef. Een week in zijn slipstream is niet voor mietjes.
Zaterdag reizen we opnieuw af naar Belgenland waar geen mens meer voor me zal buigen. Geen man overboord. Wel zowat honderd businesskaartjes, want die verzamelen ze hier blijkbaar. Een ‘card collect’ systeem? Iris zou hier gouden zaken doen…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier