Het schrappen van het vak informatica in tso en bso geeft twee keer een verkeerd signaal

De beslissing van het katholiek onderwijs om vanaf volgend schooljaar het vak informatica in het tso en bso te schrappen, is onbegrijpelijk en geeft een verkeerd signaal. Aan de jongeren, maar ook aan onze economie.

De beslissing van het katholiek onderwijs om vanaf volgend schooljaar het vak informatica in het tso en bso te schrappen, is onbegrijpelijk en geeft een verkeerd signaal. Aan de jongeren, maar ook aan onze economie.

Eerst de jongeren. De koepel van het katholiek onderwijs (VVKSO) gaat er verkeerdelijk van uit dat onze jongeren al alles over computers kennen. Dat ze kunnen werken met Word en Excel en een Powerpoint-presentatie kunnen maken. Maar ICT gaat over zoveel meer dan dat. ICT gaat ook over communiceren, of over het vereenvoudigen van ingewikkelde processen.

We moeten onze jeugd net vertrouwd maken met álle aspecten van de digitalisering. Voor en na schooltijd leven de leerlingen op het internet. Ze hebben profielen op het internet, ze kopen online muziek en games, ze downloaden apps en communiceren met vrienden via smartphones en tablets. Het is dan niet meer dan logisch dat deze jongeren ook op de schoolbanken worden opgeleid om daar verstandig mee om te gaan. Dat ze worden gesensibiliseerd over de mogelijkheden en de gevaren van het internet. Dat ze worden geïnformeerd over het belang van online privacy. Maar ze moeten ook leren welke ongebreidelde mogelijkheden ICT heeft en hoezeer ICT is ingebakken in onze dagelijkse samenleving.

Dat net de kinderen uit tso en bso als eersten worden uitgesloten van de ICT-lessen, is schrijnend. Want net zij zijn het gevoeligst voor wat men de digitale kloof noemt. Een kloof die weer groter dreigt te worden als we tegenover hen niet langer de nadruk leggen op toekomstgerichte vakken als ICT. We weten dat de toegang tot internet in België bij de beste ter wereld hoort. De digitale kloof bestaat dus niet meer tussen degenen die kunnen aansluiten en zij die dat niet kunnen, maar wel tussen zij die er wel en zij die er geen gebruik van maken.

Jongeren die via internet op zoek gaan naar een baan, hebben veel meer jobkansen dan degenen die dat niet doen. De beslissing van het katholiek onderwijs komt net op een moment dat er buiten het onderwijs om steeds meer initiatieven komen om jongeren al op zeer jonge leeftijd de passie voor ICT bij te brengen. Denken we maar aan het CoderDojo-project dat onlangs in Antwerpen werd opgestart, waarbij vrijwilligers aan kinderen op jonge leeftijd leren eenvoudige computerprogramma’s te schrijven.

Of de Code.org-campagne, met onder meer Mark Zuckerberg en Bill Gates, bedoeld om kinderen en scholen enthousiast te maken om te leren coderen. Met een video op YouTube die al bijna 9 miljoen keer werd bekeken, willen de initiatiefnemers duidelijk maken dat wie het programmeren onder de knie heeft, in staat is iets te maken dat het leven van miljoenen mensen kan veranderen.

En zo kom ik bij mijn tweede punt. Het afschaffen van ICT als vak is ook nefast voor de economie. Want ICT is net een van de motoren van onze economie. Neelie Kroes, Europees commissaris voor de Digitale Agenda, voorspelt dat er binnenkort 700.000 vacatures zullen zijn in de ICT-sector. Die techbanen blijven erg moeilijk in te vullen, ondanks het leger werklozen in Europa. Die werkloosheid treft al meer dan 26 miljoen mensen, maar er studeren steeds minder technisch geschoolden af.

Er zijn gewoon onvoldoende mensen met de interesse, de kennis en de juiste opleiding om die banen uit te voeren. En ondanks de crisis komen er elk jaar 3 procent meer banen bij in de technologiesector. Neelie Kroes waarschuwt voor een ‘digitalevaardigheidskloof’. In dit licht daarvan een vak ICT schrappen in tso en bso is jongeren kansen ontnemen om hen slagkrachtig te maken op de arbeidsmarkt. We moeten jongeren integendeel de passie voor ICT bijbrengen. Hen tonen wat de toekomstkansen zijn voor informatica. Hen doen inzien dat digitale vaardigheden hen kansen geven om een stabiele toekomst uit te bouwen.