HP Technology@work in het teken van de ‘matrix’
Op de HP Technology@work gebruikersconferentie – waar ongeveer 2.000 EMEA-klanten worden verwacht – heeft HP een rist producten voorgesteld onder de vlag van ‘flexibiliteit’ en ‘doorgroeimogelijkheden’.
Op de HP Technology@work gebruikersconferentie – waar ongeveer 2.000 EMEA-klanten worden verwacht – heeft HP een rist producten voorgesteld onder de vlag van ‘flexibiliteit’ en ‘doorgroeimogelijkheden’.
Dat zijn kenmerken van een, aldus HP, onvermijdelijk model, te weten “Xaas”. De X staat voor alles wat in de toekomst zal worden aangeboden onder de vorm van diensten, van systeembronnen en human resources tot applicaties en processen. In het feite is het gewoon een logisch vervolg op het concept van de Adaptive Infrastructure, maar in een nieuw kleedje gestoken, aangepast aan de ‘alles as-a-service’-rage. Daarbij onderscheiden we een nieuwe marketingnuance waarin de slogan van infrastructure as a matrix doorschemert.
De aankondigingen gingen zowel over oplossingen die HP uit overnames puurde als over volledig nieuwe systemen. Zo is er het officiële debuut in de HP-catalogus van verschillende oplossingen die werden overgenomen van LeftHand Networks. Dat is een klein bedrijfje dat in de herfst van vorig jaar werd overgenomen en dat gespecialiseerd is in iSCSI en virtualisering voor de mid-market (en een vroegere concurrent van EqualLogic).
Het gaat enerzijds om de LeftHand P4000 SAN’s, SAN-oplossingen van het ‘scale-out’-type (gebaseerd op standaard x86-systemen, in dit geval ProLiant-servers), beschikbaar in een 4300-basismodel en een 4500-model. Anderzijds is er de Virtual SAN Appliance (VSA), een gevirtualiseerde versie van de SAN/iQ-software, die een server met virtualiseringssoftware (in dit geval ESX van VMware) en zijn opslagresources (interne schijven en DAS) omtovert in een iSCSI SAN-oplossing met clusters. VSA, gekoppeld aan StorageWorks SB40 c (storage blade), biedt daarmee een mogelijkheid tot ‘blade server-attached storage’.
Andere aangekondigde nieuwigheid: de “Tanker”, een bijnaam voor StorageWorks MDS600 (Modular Disk System). Deze DAS-oplossing voor BladeSystems kan tot 420 Tb huisvesten en is bijgevolg gericht op de ondersteuning en het beheer van “zware inhoud”, zoals Web 2.0-applicaties, rich/streaming media, …
Op het vlak van systemen stelt HP zijn BladeSystem Matrix voor, die wordt aangeprezen als een “business-ready infrastructure in a box”. Doelgroep: de datacenters. Dat chassis omvat server-, opslag- en netwerkcomponenten die flexibel gecombineerd kunnen worden om te voldoen aan de (hoge) eisen van de ondersteunde, zowel fysieke als virtuele, applicatieomgevingen. Volgens de aankondiging kan de Matrix duizenden applicaties beheren op een duizendtal fysieke of virtuele servers (1).
De beheerlaag, een Opsware-erfenis, heet Matrix Orchestration Environment (MOE) en doet dienst als “unified administration interface”. Ze bestuurt het capaciteitsbeheer, de automatische provisioning, het beheer van resources op basis van energievereisten, de hersteloperaties, …
HP wil hiermee modulariteit en automatisch reactievermogen koppelen aan de wijzigende belasting en prestatievereisten van applicaties. Dat via een “catalogus van templates”, die door of in samenwerking met partners zoals Microsoft, Citrix, VMware, Oracle, SAP is gedefinieerd. Die templates bepalen heel precies de eisen van de applicaties in kwestie en de manier waarop de resources bijgevolg moeten worden geconfigureerd en beheerd. Het dashboard bestuurt zowel fysieke als virtuele servers.
(1) Basisconfiguratie: HP BladeSystem c7000 chassis, HP ProLiant BL460c blademodule voor het beheer met HP Insight Dynamics-VSE, HP StorageWorks EVA 4400 module en twee redundante HP Virtual Connect Flex-10 Ethernet en FC 8 Gbits modules.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier