In VR ben je sneller identificeerbaar dan gedacht
Wie in VR door een metaverse gaat, is zeer waarschijnlijk te identificeren puur op hoofd- en handbewegingen, zo blijkt uit universitair onderzoek. Het werpt de vraag op of virtuele werelden enige filtering vereisen om privacy te waarborgen.
Tot nu toe lag de privacybezorgdheid rond VR en virtuele werelden vooral bij de camera’s en sensoren op een headset. Maar onderzoek van de universiteit van Berkeley, Californië, geleid door onderzoeker Vivek Nair, aan het Center for Responsible Decentralized Intelligence wijst nu op een heel andere unieke identificator: je eigen bewegingen.
Twee seconden volstaat soms
Het team van Nair bestudeerde vijftigduizend mensen, goed voor 2,5 miljoen opnames terwijl ze Beat Saber, een populair VR-spel waar je constant beweegt, speelden. Daaruit bleek dat je met honderd seconden aan bewegingen iemand met 94 procent zekerheid kan identificeren.
In veel gevallen hoeft dat zelfs niet zo lang te zijn. De helft van hen werd al op basis van twee seconden aan data herkend uit minder dan 1.500 andere gebruikers.
In een opiniestuk op Venturebeat van Dr. Louis Rosenberg, die het team dat de studie uitvoerde adviseerde, zegt Rosenberg dat Nair het vergelijkt met surfen op het internet terwijl je vingerafdrukken overal zichtbaar zijn, ook voor andere gebruikers op die site.
Minder accuraat of minder data
Rosenberg wijst meteen ook naar een aantal oplossingen, maar met afwegingen. Zo zou je de exacte bewegingsdata kunnen vervagen waardoor zeer precieze identificatie moeilijker wordt. Maar dat wil ook zeggen dat bewegingen minder exact zijn. Zeker in preciezieomgevingen zoals actiegames betekent dat ook dat je slechter presteert. Een andere optie is wetgeving die voorkomt dat metaverse platformen data lange tijd bewaren en analyseren, al verwacht hij niet dat de sector daarvoor staat te springen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier