Amerikaanse schrijvers slepen OpenAI voor gerecht: ‘ChatGPT traint op ons werk’
Schrijvers Mona Awad en Paul Tremblay hebben OpenAI voor het gerecht gesleept in San Francisco. Ze stellen dat het bedrijf hun werk heeft gebruikt om GPT-3, het taalmodel achter chatbot ChatGPT, te trainen.
Omdat ChatGPT desgevraagd samenvattingen van hun boeken kan genereren, kan het niet anders dan dat het taalmodel erop is getraind geweest: dat is een van de voornaamste argumenten waarop de Canadese romanschrijfster Mona Awad en de Amerikaanse scifi-, fantasy- en horrorauteur Paul Tremblay een rechtszaak tegen OpenAI zijn gestart aan een Amerikaans federaal gerechtshof in San Francisco. Ze beschuldigen het bedrijf achter ChatGPT ervan om hun werken ‘zonder toestemming, zonder bronvermelding en zonder vergoeding’ te hebben gebruikt om taalmodel GPT-3 slimmer te maken.
De formele aanklacht stelt zelfs dat OpenAI vermoedelijk illegaal verkregen eBooks van de twee auteurs heeft gebruikt, uit zogeheten shadow library-websites als Library Genesis en Sci-Hub, waarop auteursrechtelijk beschermde werken clandestien worden gepubliceerd. ‘Deze flagrant illegale schaduwbibliotheken zijn al lang van belang voor de AI-trainingsgemeenschap’, zo staat in de aanklacht.
De twee schrijvers willen dat hun rechtszaak class action-status krijgt, zodat ook andere auteurs zich bij hun groepsvordering kunnen scharen. Het zijn niet de enige gerechtelijke problemen die AI-bedrijven zichzelf de afgelopen maanden op de hals hebben gehaald. In februari deed fotodienst Getty Images ook Stable Diffusion, het bedrijf achter AI-beeldengenerator Midjourney, een proces aan omdat het in de training van dat model 12 miljoen beelden uit de Getty-database zou hebben geschraapt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier