Nobelprijs Natuurkunde gaat naar AI-grondleggers John Hopfield en Geoffrey Hinton
De Nobelprijs voor Natuurkunde gaat dit jaar naar de 91-jarige Amerikaanse wetenschapper en professor aan Princeton, John Hopfield, en de 76-jarige Brits-Canadese cognitief psycholoog en computerwetenschapper Geoffrey Hinton. Zij krijgen de prijs voor de fundamentele ontdekkingen en uitvindingen die machinaal leren met kunstmatige neurale netwerken mogelijk maken. Dat heeft het Nobelcomité dinsdag in de Zweedse hoofdstad Stockholm bekendgemaakt.
De uitvindingen van de twee wetenschappers bleken heel belangrijk voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. ‘De twee Nobelprijswinnaars hebben natuurkundige gereedschappen gebruikt om methoden te ontwikkelen die de basis vormen van krachtig machinaal leren’, zegt het comité. ‘Machinaal leren op basis van kunstmatige neurale netwerken zorgt momenteel voor een revolutie in de wetenschap, de technologie en het dagelijks leven.’
Boltzmann-machine
Hopfield vond een naar hem vernoemd netwerk uit dat een methode gebruikt voor het onthouden en herstellen van patronen. Hinton gebruikte dit Hopfield-netwerk als basis voor een nieuw netwerk dat een andere methode gebruikt: de Boltzmann-machine. Deze kan karakteristieke elementen in een bepaald type gegevens leren herkennen.
De Nobelprijs voor Natuurkunde is de belangrijkste onderscheiding voor natuurkundigen. De prijs is 11 miljoen Zweedse kroon waard, omgerekend zo’n 970.000 euro. Dat bedrag wordt gelijk verdeeld onder de twee laureaten. Daarnaast ontvangen ze een medaille en een diploma.
Sinds de eerste prijs in 1901 werd uitgereikt, zijn er 224 verschillende Nobelprijswinnaars Natuurkunde geweest, onder wie slechts vijf vrouwen. Eén wetenschapper, de Amerikaan John Bardeen, heeft de prijs twee keer gewonnen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier