Universiteit Luik en Thales doen samen onderzoek naar AI-geleide munitie

ULiège en defensiebedrijf Thales willen samen onderzoeken hoe de controle en voortstuwing van geleide munitie kan worden verbeterd, met behulp van kunstmatige intelligentie. Ze hebben daarvoor deze week een overeenkomst ondertekend in aanwezigheid van de Waalse minister van Economie en Industrie, Pierre-Yves Jeholet.

De rector van de Universiteit van Luik, Anne-Sophie Nyssen, zegt zich volledig in te zetten voor de samenwerking tussen de academische wereld en die van defensie in Wallonië, met het team van de faculteit Toegepaste Wetenschappen. Nyssen stelt dat de universiteit haar expertise moet toepassen op de hedendaagse kwesties en tegelijk ethische richtlijnen moet opstellen, in het licht van een veranderende wereld op geopolitiek vlak.

Leerstoel

Het partnerschap tussen Thales en de universiteit omvat een financiering van een miljoen euro over vier jaar. Thales legt dat bedrag neer om de werkzaamheden van twee onderzoekers van de universiteit te financieren. Zij zullen de prestaties verbeteren van geleide munitie die door Thales wordt ontwikkeld, met behulp van de recente vooruitgang in artificiële intelligentie.

‘Er komt ook een leerstoel in kunstmatige intelligentie en elektromagnetisme, gekoppeld aan alle producten die Thales Belgium produceert, namelijk raketsystemen’, vertelt Alain Quevrin, CEO van Thales Belgium. ‘Deze raketten moeten nieuwe uitdagingen aankunnen, zoals sneller zijn, efficiënter geleid kunnen worden of een elektromagnetische lading kunnen dragen.’

‘Democratieën verdedigen’

Voor het team van ULiège-professor Damien Ernst is het belangrijk om de prestaties van onze defensiesystemen te verbeteren. ‘We zien dat moderne oorlogvoering een oorlog van drones wordt, met kunstmatige intelligentie’, zegt hij. ‘Als onze democratieën hun technologische spel niet opvoeren met betrekking tot de ontwikkeling van deze AI, zullen ze van alle kanten aangevallen worden. Het ontwikkelen van sterke AI-vaardigheden voor defensie is daarom essentieel om onze democratieën te verdedigen.’