Jan Jambon bezoekt ‘Franse imec’
Vlaams minister-president Jan Jambon heeft deze week een bezoek gebracht aan CEA-Leti, de Franse tegenhanger van het chiplabo Imec uit Leuven, als onderdeel van de industriemissie in Frankrijk. In Grenoble bouwen de Fransen een nieuwe cleanroom waar computerchips van de volgende generatie worden ontwikkeld.
CEA-Leti en imec werken traditioneel samen (met ook nog het Duitse Fraunhofer, nvdr), legt Jo De Boeck, chief strategy officer van imec uit. ‘De investeringen in de sector zijn dusdanig hoog dat we ons elk specialiseren. Maar we delen wel kennis over bijvoorbeeld hoe de productie groener te maken.’
Nieuwe pilootlijn
Imec richt zich omwille van de Europese Chips Act op de ontwikkeling van de meest geavanceerde chips, terwijl de Fransen onderzoek doen naar chips met een laag vermogen voor elektronica-toepassingen. De nieuwe pilootlijn wordt deels door Europa gefinancierd en deels door de nationale overheden. Bij imec in Leuven gaat het om 1,5 miljard euro, waarvan ongeveer de helft Vlaams geld. Daarnaast betaalt ook de industrie mee voor het gebruik van de infrastructuur.
Minister-president Jambon toonde zich wel bezorgd dat er in Europa veel geld gaat naar fundamenteel onderzoek en ontwikkeling, maar dat het eindproduct ten goede komt aan voornamelijk Amerikaanse en Taiwanese bedrijven. ‘Kunnen we het niet beter zelf doen?’, vroeg hij zich af. Die opmerking is terecht, erkende De Boeck na afloop, maar het industrieel ecosysteem is historisch zo gegroeid en bijzonder complex. Het is pas als gemerkt wordt dat de waardeketen hapert (tijdens de coronacrisis waren er wereldwijd chiptekorten, nvdr) dat er hierover vragen worden gesteld.