De eerste bemande vlucht van de ruimtecapsule Starliner van het Amerikaanse lucht- en ruimtevaartbedrijf Boeing is woensdag om 16.52 uur Belgische tijd gelanceerd. De twee astronauten aan boord, Suni Williams en Butch Wilmore, vangen zo hun tocht aan richting het internationale ruimtestation ISS.
De bemande vlucht van de Starliner is de ultieme test van de Boeing-ruimtecapsule, alvorens er reguliere vluchten mee uitgevoerd kunnen worden van en naar het ISS. De lancering van de ruimtecapsule, met behulp van een Atlas V-draagraket, moest al verschillende keren worden uitgesteld wegens technische problemen. Zaterdag werd een geplande lancering minder dan vier minuten voor vertrek afgebroken. Williams en Wilmore zaten aan boord toen de aftelklok automatisch werd stopgezet.
De Starliner zal normaal gezien donderdag aankomen bij het ISS, waar de twee astronauten naar verwachting een week zullen blijven. De 58-jarige Williams en de 61-jarige Wilmore zijn elk al twee keer eerder in de ruimte geweest. De ruimtecapsule Crew Dragon, die momenteel aan het ISS gekoppeld is, werd speciaal voor de komst van de Starliner naar een andere aanlegplaats verplaatst.
SpaceX
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA bestelde de capsule tien jaar geleden bij Boeing, maar het programma kende heel wat hindernissen en vertragingen. Intussen vervoert de Dragon-capsule van het ruimtevaartbedrijf SpaceX van miljardair Elon Musk al vier jaar astronauten van en naar het ISS.
Maar een tweede ruimteschip is belangrijk voor NASA, omdat de ruimtevaartorganisatie dan flexibeler kan inspelen op eventuele noodsituaties in het ruimtestation of problemen met een van de ruimtecapsules.
