De voorstellen van de Vlaamse overheidsvakbonden om een deel van de ict-dienstverlening te ‘insourcen’, zijn niet in goede aarde gevallen bij technologiefederatie Agoria.
De voorstellen van de Vlaamse overheidsvakbonden om een deel van de ict-dienstverlening te ‘insourcen’, zijn niet in goede aarde gevallen bij technologiefederatie Agoria.
Agoria vindt de berekening van de vakbonden – die concludeerde dat de Vlaamse overheid jaarlijks 15 miljoen euro kan besparen door de ict gedeeltelijk te insourcen – onvolledig. De federatie stelt dat verschillende elementen niet mee in de berekening zijn opgenomen. “Ongeveer de helft van deze zogenaamde “besparing” zou teniet gedaan worden door gederfde minderinkomsten voor de schatkist”, klinkt het in een mededeling.
Zo vergeten de vakbonden volgens Agoria onder meer dat insourcing de overheid ook meer zal kosten aan rekrutering, dat de privésector ook ‘bid money’ betaalt om mee te doen aan aanbestedingen en dat ict-leveranciers bepaalde resultaatsgaranties leveren en ict-overheidsdiensten niet wanneer zij personeel voor een bepaalde tijd ter beschikking stellen. Bij insourcing, zo klinkt het nog, ligt de aansprakelijkheid voor ict-projecten voortaan weer bij de overheid.
Agoria beweert voorts onomwonden dat “de gemiddelde productiviteit van een privémedewerker uit de ict-sector hoger ligt dan die van een ict-ambtenaar. Dit is het gevolg van schaaleffecten, netwerkeffecten en opleidingseffecten.” Ook zou de overheid door insourcing een sociaal passief opbouwen en biedt die formule ook minder flexibiliteit wanneer er door technologische en commerciële evoluties plots andere profielen ingezet moeten worden.
“Het is geen toeval dat overal in de wereld overheden en privébedrijven hun eigen ICT-activiteiten outsourcen”, argumenteert Agoria. “Ze hebben namelijk ook een kostenvergelijking gemaakt waarbij bewezen is dat dit op middellange en lange termijn tot aanzienlijke efficiëntieverhogingen leidt. Zowel op het vlak van kosten als op het vlak van een verhoogde innovatiekracht.”
Agoria besluit dat het debat fair, sereen en objectief moet gevoerd worden, “op basis van wetenschappelijk onderbouwde gegevens met aandacht voor het volledige kostenplaatje.”
