Intel experimenteert met datacenters in vloeistof
Intel gaat 700 miljoen dollar investeren in een onderzoekslab dat koeltechnologie voor datacenters moet verbeteren. Het kijkt daarbij naar immersive liquid cooling: het toestel onderdompelen in vloeistof.
Het gaat om een een R&D lab van 1,86 hectare (200.000 square feet) dat intel in Portland (VS) opent voor het kwalificeren, testen en tonen van haar datacenterportfolio in combinatie met verschillende koeltechnieken.
Tegelijk stelt het een koeloplossing en referentiedesign rond immersion liquid cooling voor dat vrij te gebruiken is voor anderen. Dit werd ontwikkeld door Intel in Taiwan en Intel hoopt dat wereldwijd in te zetten, maar ook dat andere spelers er in meestappen zodat er een ecosysteem ontstaat.
Vandaag worden zowel gewone computers als datacenters vooral gekoeld met lucht. Maar zeker in datacenters maakt koeling een groot deel van de energiekost uit. Een datacenter op natuurlijke wijze koel houden (omdat het noordelijker staat bijvoorbeeld) kan vaak heel wat schelen op de stroomfactuur en dus ook op de rendabiliteit van een datacenter.
Wat Intel nu wil doen is onderdelen in niet-geleidende vloeistoffen (dus geen water) plaatsen terwijl ze in werking zijn. Dat kan efficiënter zijn om warmte weg te nemen van de toestellen en die warmte eventueel elders (zoals voor de verwarming van nabijgelegen kantoren of huizen) in te zetten. Het lab opent eind 2023, waarna Intel er haar datacenterproducten zoals de Xeon en Optane chips, maar ook netwerkinterfaces, FPGA’s en switches zal testen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier