Internetmanipulatie bedreigt verkiezingen in Latijns-Amerika
Met verkiezingen in zes Latijns-Amerikaanse landen dit jaar, maken deskundigen in de regio zich zorgen over manipulatie op sociale media om politieke campagnes te beïnvloeden.
Het gebruik van geautomatiseerde programma’s, zogenoemde bots, om profielen in sociale netwerken te creëren die propaganda, leugens en haat verspreiden op platforms zoals Facebook, Twitter en WhatsApp, zijn al dagelijks digitale realiteit in de regio.
Volgens Tommaso Gravante, een academicus aan het Centrum voor Interdisciplinair onderzoek in Sociale Wetenschappen van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico, is het lastig deze profielen te detecteren die gebruik maken van kunstmatige intelligentie of machine learning.
Hij zegt dat er een probleem is met de bedrijven die big data verzamelen, zoals Google. “Zij verzamelen steeds meer informatie, maar we weten niet hoe die beheerd wordt. Er worden complexe algoritmes gebruikt, maar hoe dat precies werkt, is een mysterie”, zegt hij.
Presidentsverkiezingen in zes landen
In 2018 zijn er in zes Latijns-Amerikaanse landen presidentsverkiezingen, terwijl in andere landen referendums of parlementsverkiezingen zijn. En ‘technopolitiek’ is deel van het electorale landschap in de regio.
Op 1 juli zijn er presidentsverkiezingen in Mexico, en dat is al te zien op sociale netwerken. Hetzelfde wordt verwacht bij de verkiezingen in Colombia in mei, en in Brazilië in oktober. In Costa Rica, Paraguay en Venezuela zijn dit jaar ook presidentsverkiezingen.
“De digitale technologie waarbij iedereen mee kan praten en mee kan luisteren, betekent een groot voordeel voor de vrije meningsuiting. Mensen kunnen eenvoudiger informatie geven en krijgen. Maar ook de problemen van een samenleving zie je in die netwerken terug”, zegt Catalina Botero, een Colombiaanse expert.
Het potentiële bereik van een boodschap op het internet heeft invloed op de positieve of negatieve effecten ervan, zegt Botero, directeur van de niet-gouvernementele organisatie Karisma, die zich bezighoudt met mensenrechten en digitalisering.
Obama en Trump
Het gebruik van sociale netwerken en digitale media in politieke campagnes kwam onder de aandacht in de Verenigde Staten in 2008, tijdens de campagne van de Democraat Barack Obama (2009-2017). Hij won in november van dat jaar de presidentsverkiezingen. Sindsdien bestaat de perceptie dat nieuwe technologie bepalend kan zijn voor de toon, en daarmee de uitkomst, van verkiezingscampagnes.
Dat geloof werd nog versterkt door het gebruik van big data en data mining in 2016 door de huidige president Donald Trump, om electorale modellen op te baseren en boodschappen op maat te snijden.
Het gevolg daarvan was dat politieke partijen van links tot rechts advies zochten, terwijl bureaus op het gebied van digitale marketing die diensten opnamen in hun portfolio.
Meer mensen online
Zes van de tien Latijns-Amerikanen gebruiken een sociaal netwerk, blijkt uit een studie door Latinobarómeter en het Instituut voor de Integratie van Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied, die in december werd gepubliceerd door de Spaanse krant El País.
Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Mexico, Paraguay en Uruguay zijn de landen waar de meeste inwoners gebruik maken van sociale media zoals Facebook, WhatsApp, YouTube, Instagram en Twitter.
In 2015 had 43 procent van de Latijns-Amerikaanse huishoudens toegang tot internet, volgens informatie van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (Cepal). Argentinië, Uruguay, Chili en Costa Rica voeren de lijst aan met landen met het hoogste aantal huishoudens online. In Honduras, Guatemala, Nicaragua en El Salvador zijn de minste huishoudens online.
Bots
Uit diverse studies blijkt dat er in de regio al praktijken gaande zijn om informatie te manipuleren en het politieke discours te sturen, zoals ook gebeurde in landen zoals de VS en Groot-Brittannië.
De studie Troops, Trolls and Troublemakers uit 2017 ontdekte bots in 28 landen, inclusief Argentinië, Brazilië, Ecuador, Mexico en Venezuela. De onderzoekers van het Computational Propaganda Research Project (Comprop) van het Internet Institute van de Universiteit van Oxford, sluiten niet uit dat regeringen en politieke partijen hier gebruik van maken.
In een andere studie uit 2017, Computational Propaganda Worldwide, ook gepubliceerd door Oxford, staat dat in Brazilië gebruik is gemaakt van bots en andere computerpropaganda. Dat zou het geval geweest zijn bij de presidentsverkiezingen in 2014, de afzetting van de toenmalige president Dilma Rousseff in 2016 en de gemeenteraadsverkiezingen in Rio de Janeiro in datzelfde jaar.
“In hoge mate geautomatiseerde accounts steunen en vallen politici aan, debatteren over zaken zoals corruptie en moedigen protestbewegingen aan”, staat in het rapport.
Facebook en Twitter
In Mexico zouden volgens een ander rapport in 2014 bots zijn ingezet om kritiek op de regering van de conservatieve president Enrique Peña Nieto te blokkeren.
De Amerikaanse verkiezingen die in 2016 werden gewonnen door Donald Trump, geven wellicht een preview van wat zich in Latijns-Amerika aandient. In september 2017 stelde Facebook 80.000 publicaties over controversiële kwesties in de Amerikaanse verkiezingen te hebben gevonden die een link hadden met Russische agenten. Die berichten bereikten meer dan 126 miljoen mensen in de VS tussen juni 2015 en mei 2017.
Twitter identificeerde meer dan 50.000 accounts die een link met Rusland hadden, en die valse informatie verspreidden tijdens de presidentsverkiezingen in 2016 in de VS.
Vrije meningsuiting
Botero zegt dat manipulatie via digitale media kan leiden tot verarming van de democratie. “WhatsApp-ketens hebben invloed op de manier waarop mensen geïnformeerd worden en leiden ertoe dat nepnieuws viraal gaat. De impact daarvan is nog niet gemeten”, zegt ze.
“Het probleem is dat het reguleren van het discours betekent dat je moet bepalen wat een leugen is en wat niet, en dat is problematisch. Als het gaat om vrije meningsuiting, moet alles gezegd kunnen worden en de inperking daarvan moet minimaal zijn. De verkiezingswetgeving moet een update krijgen om de uitdagingen van onlinecampagnes aan te kunnen, maar ik ben er niet zeker van of dat een goed idee is”, zegt Botero.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier