Is uw volgende huisdokter een app?
Een nieuwe generatie aan apps en devices staat klaar om uw gezondheid in kaart te brengen. Waar het vroeger alleen maar om meten ging, willen de apps nog een stapje verder gaan. Kunnen data en slimme algoritmes echt een vervanging zijn voor een doktersbezoek?
Pas een nieuwe smartphone gekocht? De kans is bijzonder groot dat die met een ingebouwde stappenteller komt en geleverd wordt met een of andere gezondheidsapp. Of misschien heeft u ondertussen ook al een tracker of polsbandje gekocht zodat u ook uw hartslag kan meten. U bent zeker niet alleen: op relatief korte termijn hebben deze toepassingen vlotjes hun weg naar de al dan niet sportieve consument gevonden.
76 miljoen toestellen heeft FitBit er al verkocht, wat van de fabrikant de grootste speler in wearables maakt. “Onze missie is altijd dezelfde gebleven: iedereen ter wereld gezonder maken”, legt Helen Reid, head of product marketing bij Fitbit uit. Maar de fabrikant gaat daar wel steeds verder in en heeft nu ook al een B2B-poot die samenwerkt met ziekenhuizen. “Concreet werken we vooral rond het behandelen van diabetes, hartziektes, slaapapneu en de mentale gezondheid”, vertelde Reid op een conferentie van IFA in Rome. Excuseer, ‘behandelen’? “Dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar we zetten wel in op manieren die het gedrag van mensen kunnen veranderen. En die gedragsverandering kan een aantal gezondheidsproblemen zeker helpen oplossen. We gaan dus verder dan alleen maar het verkopen van bandjes met sensoren”, aldus Reid.
Fitbit heeft een platform van tools gebouwd die de nodige data kunnen aggregeren. Met dat platform en die data wil de fabrikant een bredere rol in healthcare gaan spelen. En ondertussen blijft de fabrikant wel nieuwe ‘gezondheidsitems’ toevoegen. Zo kan de nieuwste smartwatch Versa bijvoorbeeld ook de menstruatie opvolgen: female health tracking heet dat dan. De Versa houdt daarnaast 24 uur op 24 uur non-stop je hartslag bij. En omdat het water- en stofdicht is, mag je de smartwatch gerust aanhouden bij een partijtje strandvolley of zelfs in een zwemsessie. “Hoe meer data we verzamelen, hoe accurater de gegevens over je gezondheid in het platform worden”, aldus Helen Reid.
Concurrentie uit onverwachte hoek
Fitbit staat niet alleen in die visie om een gezondheidsplatform uit te bouwen. De grote jongens als Google en Apple doen dat bijvoorbeeld al met Fit en HealthKit. Trackers van bijvoorbeeld TomTom of andere gezondheids- en fitnessapps haken in op die platformen en synchroniseren data. Maar er is ook concurrentie op komst uit eerder onverwachte hoek. Beurer bijvoorbeeld: een oer-Duits familiebedrijf dat 100 jaar geleden gestart is met verwarmingssystemen en het aanvankelijk vooral van elektrische verwarmingsdekens moest hebben. Ondertussen telt het bedrijf meer dan 2.200 producten waarvan heel wat in de brede gezondheidssfeer. “We zijn uitgegroeid tot een marktleider in health en well-being in heel wat segmenten. Momenteel zijn we een duidelijke transitie aan het maken naar een digital health specialist“, horen we Georg Walkenbach, managing director van Beurer, vertellen op de IFA-conferentie.
Beurer wil u helpen om een dossier over uw eigen gezondheid op te stellen. En met dat dossier onder de arm zou u bij de dokter kunnen binnenstappen. “Wat doen de meeste mensen die last hebben van een kwaaltje of een gezondheidsvraag hebben nu? Ze gaan éérst het antwoord of de remedie googelen – dokter Google – en dan een dokter zoeken die bevestigt wat je eigenlijk al weet. Wij willen via onze producten dat traject faciliteren”, zegt Walkenbach.
Beurer heeft een eigen platform ontwikkeld met een HealthManager-app. Dat platform en die app aggregeren alle mogelijke persoonlijke gezondheidsdata. Die gegevens worden aangeleverd door het gamma aan toestellen die Beurer verkoopt: u ziet meteen waar het verdienmodel zit. Een bloeddrukmeter bijvoorbeeld: de gemeten data vloeien door naar de app. Zuurstofgehalte? Ook dat kan u toevoegen. Diabeticuspatiënt? Uw glucosewaarden kan u digitaal meten en – u raadt het al – toevoegen aan uw dossier. Weegschaal van Beurer? Dan kan u ook uw gewicht toevoegen. Ook gegevens over uw slaap (diepe slaap versus oppervlakkige slaap) en uiteraard ook uw gewandelde en gelopen afstand per dag krijgen een plaats in het platform.
“Onze bedoeling is dat u als consument een volledig beeld krijgt over uw eigen gezondheid. Dat dossier kunnen we in de cloud bewaren, maar het kan ook volledig offline. De consument – of de patiënt zo u wil – kan de gegevens dan overmaken aan de huisdokter tijdens een consultatie of bij een ziekenhuisbezoek”, aldus Walkenbach. “Het is dan aan de dokter om die gegevens mee te betrekken in zijn diagnose.”
Maar Beurer wil nog een stap verder gaan en zelf ook een behandeling voorstellen. Het bedrijf wil dat doen door algoritmes los te laten op de verzamelde data, mogelijke correlaties te zien en de consument concrete suggesties te doen. Walkenbach noemt het voorbeeld van SleepQuit. “Wij noemen het de marriage saver“, lacht de man: een ‘snurkstopper’ met bijbehorende app. Die app kan snurkgeluiden herkennen én verhelpen. “Bij 80 procent van de snurkers volstaat het om de slaaphouding bij te sturen; onze app kan dit detecteren. Helpt het niet, dan moet u wel naar de dokter”, aldus Walkenbach.
Beter slapen
Beter slapen, dat is ook waar een fabrikant als Philips fors op inzet. “We staan met z’n allen constant onder druk en lijken achter de feiten te lopen. Precies dat zorgt er voor dat mensen meer en meer over hun gezondheid nadenken en trackers en wearables kopen. Maar dan nog hebben we tijd te kort en geven we dingen op. En wat geven we op? Slaap”, zegt Liat Ben-Zur, head of connected digital propositions bij Philips. En dat tekort aan slaap kan meteen heel wat gevolgen meebrengen zoals mindere concentratie, prikkelbaar zijn, geheugenstoornissen, minder flexibel of creatief denken: stuk voor stuk eigenschappen die je liever niet meesleurt naar je werkomgeving.
Kan technologie dat oplossen? Philips meent van wel. “We zijn daar zelfs uitstekend toe geplaatst omdat we de consumer-omgeving kunnen koppelen aan onze klinische expertise (Philips heeft een B2B-afdeling die ziekenhuizen bedient, nvdr.). We koppelen gemeten data aan data science, aan AI en IoT. We geven de consumenten zo niet alleen de tools om zichzelf te meten (‘quantify’), maar ook om zichzelf te veranderen. We kunnen er écht voor zorgen dat je meer en beter slaapt”, stelt Liat Ben-Zur. Denk dan aan slimme wekkers die u bijvoorbeeld langzaam laten wakker worden met natuurlijk licht in plaats van een luid alarmsignaal. Datzelfde toestel kan u ook langzaam laten afglijden richting slaap door het kunstlicht continu aan te passen aan het omgevingslicht en het dus langzaamaan donkerder te maken.
Maar Philips mikt hoger. Bernd Laudahn, market leader personal health DACH: “Een hooikoorts- of astmapatiënt zal bijvoorbeeld merkelijk beter slapen wanneer hij ‘s nachts de allergenen kan vermijden. Een toestel als de Air Purifier kan de lucht binnenshuis zuiveren op het moment dat dit nodig is. We partneren daarom met Air Matters: een app die een real-time indicatie geeft over de kwaliteit van de buitenlucht wereldwijd. Je kan die data dan vergelijken met de kwaliteit van de binnenlucht en waar nodig de ventilatorsnelheid aanpassen. Je kan ook een bericht krijgen wanneer de filter moet vervangen worden of wanneer de luchtkwaliteit merkelijk verslechtert”, besluit Laudahn.
Kunnen data en slimme algoritmes echt een vervanging zijn voor een doktersbezoek? Zo ver zijn we nog lang niet, maar het mag wel duidelijk zijn dat de sector van de consumentenelektronica er duidelijk brood in gezien heeft. Misschien dat de gestage opmars van wearables – met name de fitness trackers doen het volgens marktonderzoeker GfK erg goed – en de data die ze meten en ophalen een accelerator kunnen zijn. In principe zijn koppelingen met artificiële intelligentie, het loslaten van analytics op die data en het inzetten van algoritmes zeker mogelijk.
De vraag blijft alleen of die algoritmes correct gevoed en onderbouwd zullen worden door de medische sector. Bovendien is het duidelijk dat de meeste huisartsen in ons land nog met heel wat vraagtekens zitten rond de betrouwbaarheid van de ‘Quantified Self’ (een term die staat voor de zelfmetende mens: de man of vrouw die met de gezondheidsgegevens onder de arm binnenwandelt bij de arts). We kunnen ons inbeelden dat heel wat behandelende artsen nog eens extra de wenkbrauwen zullen fronsen wanneer die tools nu ook de eerste voorzet voor een medische behandeling gaan geven.
Ja, er zit nog leven in wearables
Marktonderzoeker GfK schetste op de IFA-conferentie een eerder positief beeld rond de verkoopcijfers van wearables. In tegenstelling tot wat u her en der al eens leest, is de markt rond wearables zeker niet dood, maar blijft die gezonde groei vertonen. Al moet het gezegd dat die groei niet echt in Europa te vinden is, maar vooral in China en Noord-Amerika.
Volgens GfK gingen er in 2016 in totaal 116,6 miljoen wearables over de toonbank: het merendeel (fitness) trackers en smartwatches. Vorig jaar waren er dat 160,5 miljoen. En voor dit jaar verwacht GfK dat de verkoop zal afklokken op 211,1 miljoen stuks. Hoezo, wearables zijn dood?
China was vorig jaar wel goed voor 36 procent van de totale wearables-markt. Noord-Amerika neemt 34 procent voor zijn rekening en Europa moet tevreden zijn met 17 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier