Lancering van ruimtetelescoop uitgesteld vanwege corona
Door het coronavirus moet de lancering van een belangrijke nieuwe ruimtetelescoop, de James Webb, worden uitgesteld. Op 31 oktober volgend jaar moet de sonde alsnog opstijgen, zeven maanden later dan gepland.
De bouw van de telescoop is bijna afgerond, maar door coronabeperkingen kunnen minder mensen tegelijk aan de satelliet werken.
De James Webb wordt gelanceerd vanaf de Europese ruimtebasis Kourou in Frans-Guyana. Het is de opvolger van de beroemde Hubble-telescoop, die na 30 jaar het einde van zijn loopbaan nadert.
De nieuwe ruimtetelescoop wordt gebouwd door de ruimtevaartorganisaties van Europa (ESA), de Verenigde Staten (NASA) en Canada (CSA). De James Webb moet onder meer zoeken naar planeten waar misschien leven mogelijk is, naar verre sterrenstelsels en naar sporen van de oerknal.
De James Webb is ongeveer zo groot als een tennisbaan. De kern is een 6,5 meter grote spiegel van goud en beryllium. Die vangt het licht uit de ruimte op. De spiegel is drie keer zo groot als die van de Hubble. Daardoor moet hij licht opvangen dat voor de Hubble verborgen bleef. Bovendien gaat de nieuwe telescoop niet rond de aarde draaien, zoals de Hubble, maar rond de zon, op 1,5 miljoen kilometer afstand van de aarde.
De ontwikkeling van de James Webb gaat moeizaam. Aan de telescoop wordt al sinds 1996 gewerkt en het was eerst de bedoeling dat hij al in 2007 zou worden gelanceerd, maar dat wordt bijna jaarlijks verschoven. Zo blijken de ontwikkelaars langer dan verwacht nodig te hebben om alle nieuwe technologieën aan boord goed te testen. Bovendien zijn er menselijke fouten gemaakt. Zo ontstonden er scheuren in een zonnescherm. Bij een trillingstest schoten zeventig bouten los. Ze vielen in de telescoop en een paar zijn nog steeds niet teruggevonden. Het project kost in totaal ongeveer 8 miljard euro.