Maduf zet bakens uit voor mobiele televisie
De conclusies van het Maduf-project zijn klaar. Ze vormen een concreet houvast om het economische en politieke besluitvormingsproces rond mobiele televisie op gang te trekken.
De conclusies van het Maduf-project zijn klaar. Ze vormen een concreet houvast om het economische en politieke besluitvormingsproces rond mobiele televisie op gang te trekken.
Het MADUF-project (MAximize DVB-H Usage in Flanders) onder leiding van het IBBT weet weliswaar niet op alle vragen een antwoord te verzinnen maar de conclusies zorgen wel voor een algemeen kader waarbinnen de mobiele televisie voor handhelds (Digital Video Broadcasting-Handheld) verder kan worden ontwikkeld.
“Er moeten zowel op nationaal als op regionaal vlak nog heel wat juridische lacunes opgevuld worden”, benadrukt projectverantwoordelijke Andre De Vleeschouwer van het IBBT. Een eerste prioriteit is de toekenning van de frequenties en daarmee gepaard gaand de privatisering van het zenderpark van de VRT, het “digitale dividend” waardoor bepaalde tv-frequenties voor een ander gebruik ingezet zouden kunnen worden. Dat is iets waar de telecombedrijven al langer voor ijveren. “Uitgaande van een capaciteitssurplus wordt het dan interessant om de mogelijkheden van nieuwe, praktische toepassingen te bestuderen, bv. wat betreft het beheer van de bandbreedte. We kunnen ook de experimentele toer opgaan en andere zaken als Web 2.0 en user generated content verkennen, over die sociale fenomenen is eigenlijk nog weinig bekend. In tegenstelling tot de broadcasting van de grote organisaties moet van het kleinschalige community-model nog onderzocht worden wat de mogelijkheden, de impact, enz. ervan kunnen zijn.” Een andere vraag is of voor de toekenning van de frequenties andere dan louter commerciële argumenten zullen gehanteerd worden (via een veiling, voor de meest biedende,…) “zodat de cultuurverspreiders en de nieuwe instroom van communities ook een kans krijgen?”
Maduf heeft drie businessmodellen uitgewerkt (diverse combinaties van betrokken partijen) die verschillende scenario’s uittekenen voor de positionering van DVB-H, de identiteit en de rol van de spelers (leveranciers van content, aggregators, operatoren, gebruikers), het ownership van de gebruiker en de toegangsvoorwaarden tot de frequenties voor de leveranciers.
“De ontwikkeling van een DVB-H-netwerk dat intra muros een zelfde ontvangstkwaliteit biedt als gewone telefonie lijkt erg duur te gaan worden. Zeker in de stedelijke omgeving moeten daar veel meer zenders voor geïnstalleerd worden.” Volgens de tests en metingen haalden de zenders de volgende dekkingsgraad: 4 tot 5 km voor gsm-ontvangst intra muros; 10 km voor een terminal met een degelijke antenne buitenshuis.
Een andere vaststelling is dat nieuwe isolatiemethoden en grote warenhuizen waarvan de ruiten met metaal zijn bekleed om het UV-licht buiten en de warmte binnen te houden, de signaalontvangst ernstig hinderen. “Dat zijn echt gepantserde bunkers!”
De echte vraag blijft evenwel “wat men nu precies wil realiseren en of dat te verwezenlijken valt?” Het antwoord op die vraag moet komen van de economie… en de politiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier