Mainframe 50 jaar(+) oud/jong
Vijftig jaar geleden bracht IBM het System/360 op de markt, meteen de start van de ware opbloei van mainframes in bedrijven.
IBM’s System/360 was niet ‘s werelds eerste mainframe, maar bood een aantal eigenschappen die het succes van deze computerlijn tot op de dag van vandaag verzekert. Immers, met de System/360 werd voor het eerste een complete familie van systemen voorgesteld, voor gebruik in zowel kleine(re) als grote bedrijven, met een softwarecompatibiliteit tussen alle modellen in die familie. Bovendien opende IBM (onder druk) na een poos deze omgeving, zodat ook software door derden kon worden geschreven, waardoor de sector van ‘independent software vendors’ (ISV’s) opbloeide (met vroege kleppers als Cullinet). Hierbij zagen zowel toepassingen, als stukken technologie (zoals database software) en tools het daglicht. Bovendien verzekerde IBM een terugwaartse compatibiliteit op applicatieniveau doorheen de verschillende generaties van S/360 systemen (zoals de S/370, de 3090 familie etc, tot en met de hedendaagse zEnterprise systemen), zodat bedrijven hun investeringen in software -vaak in Cobol of IBM’s PL/I geschreven – konden recupereren. Het was tevens in de mainframe wereld dat voor het eerst ‘compatibele’ systemen werden gebouwd, zoals de Amdahl compatibele mainframes (Gene Amdahl was overigens de oorspronkelijke architect van de S/360 familie), en zelfs illegale copies. Immers, in het Oostblok werd de S/360 familie nagebouwd, onder meer door het Oost-Duitse Robotron (na het vallen van de ‘Muur’ kon IBM zelfs nog onderhoudscontracten hiervoor verkopen…).
Technologisch was de S/360 familie nog erg beperkt, maar ze introduceerde langlevende elementen als een 8-bit byte, 32-bit woorden en IBM’s eigen EBCDIC karakterset. Het processorvermogen was klein (tot 0,034MIPS – vandaag biedt zelfs de kleinste mobiele telefoon al een veelvoud van dit vermogen), met 8KB tot (max.) 8 MB geheugen (uitgevoerd in dure ferriet-kern elementen). Doorheen de jaren werden de mainframes technologisch veel krachtiger, maar naar verhouding bleven de ‘resources’ in een mainframeomgeving steeds behoorlijk duur. In tegenstelling tot personal computers en dies meer, werd dan ook steeds zorg gedragen om die resources maximaal te benutten voor toepassingen. Doorheen de jaren leidde dit onder meer tot ontwikkelingen als besturingssystemen die onder meer virtuele machines ondersteunen (uitgevonden op de mainframe) en voorzieningen om de werking continu (24/7) te verzekeren (tot en met netwerktechnologie voor mainframes, in casu Parallel Sysplex).
Ook vandaag worden mainframes nog op grote schaal aangewend, vaak voor uiterst bedrijfskritieke toepassingen, zoals financiële transacties, orderverwerking en dies meer. Zo wijst IBM er op dat Visa “jaarlijks 20% van ‘s werelds bruto nationaal product door middel van mainframes verwerkt.” Hoewel kleinere mainframes al een aantal jaren uit de markt worden gedrongen door netwerken en clusters van ‘gewone’ systemen, neemt het verwerkingsvermogen van grote mainframeomgevingen vaak nog toe. Ondertussen biedt IBM zijn mainframes zelfs al onder Linux aan. De liefhebbers van de mainframes menen dan ook dat de mainframe 50 jaar jong is.
Met de System/360 schreef IBM niet alleen computergeschiedenis, maar het legde tevens de grondvesten voor zijn overweldigende positie in de computermarkt (men had het over ‘IBM en de zeven dwergen’, later over ‘IBM en de BUNCH’). In die mate dat deze positie rechtstreeks leidde tot een aantal processen inzake een marktmonopolie. Bovendien nam de toenmalige voorzitter van IBM, Thomas J. Watson Jr, wel een stevig risico, want een falen van de System/360 had tevens de ondergang van IBM kunnen betekenen. Maar het succes was uiteindelijk zo overweldigend, dat dit de stevige positie van IBM – dat ongeveer als enig ict-bedrijf alle evoluties in de informaticawereld met succes heeft overleefd – ook vandaag helpt bestendigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier