Nepuitzending RTBF leert les over internet
Los van de debatten over de inhoud (de toekomst van België) en over de vorm (was het initiatief van de RTBF een brug te ver?) bewees de ‘docu-fictie’ van vorige woensdag nogmaals de fragiliteit van het internetkanaal in geval van een noodsituatie.
Woensdagavond rond 20u20 wilde u, bij de neus genomen door de RTBF, de informatie checken op verschillende vooraanstaande Franstalige nieuwssites (RTBF, Le Soir, La Libre Belgique, enz.). Of u wilde simpelweg zien in welke mate die mediatieke ‘coup’ het web in de ban bracht. Welnu, daar was moed voor nodig, aangezien die websites plat lagen of op z’n minst een tergende traagheid tentoonspreidden. (Natuurlijk zouden wij u, als tweetalige website, kunnen aanraden om simpelweg naar een Nederlandstalige website te surfen, maar dat is een andere discussie.) De hele donderdag waren er toegangsproblemen met de website van de RTBF.”Onze website heeft drie minuten na het begin van de uitzending de geest gegeven en is 24u onbeschikbaar gebleven. De toeloop was zo enorm dat zelfs als we onze capaciteit verdubbeld of verdriedubbeld hadden, het nog onvoldoende zou zijn geweest. Een ander probleem was dat we tegelijkertijd geen nieuwe inhoud aan onze sites konden toevoegen,” legt Pol-Henry Verdonck uit, verantwoordelijke van de multimedia-afdeling bij de RTBF. De bestorming van de website heeft zelfs bepaalde it-systemen van de productieketting vertraagd. De impact had zelfs nog schadelijker kunnen zijn. “Zo’n vloedgolf hadden we niet verwacht.”Oorzaak: de internetploeg kreeg pas details op de vooravond van de uitzending en wist dus ook toen pas dat de beruchte uitzending, op poten gezet in het grootste geheim, op z’n minst “gedurfd” was. “We realiseerden toen dat de weerbots verschrikkelijk zou zijn, maar toen was het al te laat om te reageren.” In die context alludeert Verdonck op de installatie van een “light”-systeem, gebaseerd op een aantal statistische pagina’s, dat de schok tijdens uitzonderlijke bezoekersopstoten kan opvangen, zoals het geval was bij de recentste gemeenteraadsverkiezingen “waar we de laatsten waren die zich overeind konden houden”.Natuurlijk was het grote verschil daar dat de verkiezingen gepland waren. Wat in geval van een nieuwe noodsituatie, een echte deze keer? De RTBF bevestigt dat het z’n les geleerd heeft en gaat werken aan een systeem dat kan terugvallen op een light-versie. Dat zal ook te activeren zijn door een niet-it’er.In volle migratieVolgens Verdonck betreft het geen probleem van materiële capaciteit (het aantal beschikbare gigabytes) maar wel een probleem van optimalisatie en van resources… menselijke welteverstaan. De shock-uitzending viel op een moment dat de RTBF (sinds juni) bezig is met de migratie van een twaalftal sites naar een nieuw contentbeheer- en publicatiesysteem, zijnde Stellent (recent overgenomen door Oracle). Ondanks “enkele haperingen hier en daar” verloopt de migratie redelijk goed: de twee voornaamste tv-sites zijn al gemigreerd naar het nieuwe platform en voor de radiozenders VivaCité en Musiq3 moet dat tegen het nieuwe schooljaar gebeurd zijn. En dat alles met – Verdonck durft het bijna niet toegeven – slechts één ‘dedicated’ werknemer op het Stellent-systeem.De RTBF kan zich getroost voelen met de constatering dat de andere belangrijke Franstalige nieuwssites ook zwaar op de proef werden gesteld. Dat brengt opnieuw het debat op gang rond de toegankelijkheid van het internetkanaal bij wereldschokkende gebeurtenissen (vgl. 11 september 2001).NoodplanIs er niet zoiets als een noodplan op Belgisch niveau die wat bandbreedte naar nieuwssites die als ‘van publiek belang’ worden beschouwd vrij zou maken? Belnet, een publieke organisatie die belast is met het beheer en de hosting van het Belgische interconnectiepunt (BNIX, Belgium National Internet eXchange), zegt vorige woensdag geen enkel netwerkprobleem te hebben vastgesteld en wijst van haar kant de contentleveranciers op hun verantwoordelijkheden. Zij zouden hun webservers en cachingtechnieken moeten verbeteren. “Le Soir, La Libre, enz. zijn privébedrijven. Het is niet onze taak om tussen te komen in de beschikbaarheid van hun online content,” zegt Veerle Custers, woordvoerster van Belnet. En de publieke kanalen dan? “Die weten beter dan wij hoe ze hun servers moeten optimaliseren.”Bij het federale portaal belgium.be wordt ons uitgelegd dat de crisiscommunicatie op redactioneel niveau is geïntegreerd. Over een eventuele speciale procedure om de schok op technisch vlak op te vangen, zijn ze veel vager bij belgium.be. De site is van bij de lancering ontwikkeld om uitzonderlijke pieken in trafiek op te kunnen vangen, klinkt het.[In een ander artikel] komen we terug op enkele cijfers die illustreren hoe de nepuitzending van de RTBF de bezoekerscijfers van het web heeft beïnvloed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier