Jeff Conroy-Krutz
Nigeriaans Twitter-verbod kan averechts werken en de economie en democratie schaden
Het besluit van Nigeria om Twitter voor onbepaalde tijd te blokkeren, kan averechts werken voor zowel de regering als de economische kansen van het land, zegt Jeff Conroy-Krutz, universitair hoofddocent politieke wetenschappen en verbonden aan Michigan State University. Nieuwe investeringen in de tech-sector lopen gevaar.
Op 4 juni schortte de Nigeriaanse regering het gebruik van Twitter in het hele land op. Het officiële persbericht gaf een vage reden op en sprak van bedreigingen voor het ‘Nigeriaanse bedrijfsleven’.
Hoewel slechts een minderheid van de Nigerianen Twitter gebruikt, vormt deze groep het meest uitgesproken en politiek actieve deel van de bevolking. Veel jongeren gebruikten Twitter en andere sociale media de laatste jaren om protesten tegen de regering te organiseren.
Daarnaast is Nigeria een van de best presterende Afrikaanse landen waar het gaat om investeringen aantrekken voor startende techbedrijven. Het verbod zou deze positie kunnen bedreigen.
Verwijderde tweet
De regering deed weinig moeite om de waarschijnlijk werkelijke reden van het verbod te verhullen: het besluit van de socialemediagigant om een tweet van president Muhammadu Buhari te verwijderen, enkele dagen eerder. In de tweet leek Buhari te dreigen met gewelddadige vergeldingsacties tegen vermeende recente aanvallen van een separatistische groepering op overheidsinstellingen en -personeel. Twitter stelde dat het bericht de regels rond beledigend gedrag had geschonden.
De verwijderde tweet leidde tot woede onder diverse leden van de Nigeriaanse regering. De minister van Informatie en Cultuur Lai Mohammed bekritiseerde de ‘dubbele standaarden‘ en klaagde dat Twitter de berichten van een separatistische leider eerder niet had verwijderd. Hij beweerde ook dat Twitter de 2020 #EndSARS-beweging tegen politiegeweld steunde.
Het besluit van Nigeria om Twitter voor onbepaalde tijd te blokkeren, kan averechts werken.
De gedachte hoe sociale media zouden kunnen helpen bij het mobiliseren van een grote, door jongeren gedreven protestbeweging, bezorgde grote delen van het heersende establishment de rillingen. Ambtenaren hopen nu dat een verbod de groeiende protestbeweging de kop in drukt.
De verwijderde tweet van Buhari volgde kort op de aankondiging van Twitter in april van dit jaar dat het zijn eerste Afrikaanse kantoor in Accra zou opzetten, en niet in Lagos. Bij de rechtvaardiging van die keuze noemde Twitter Ghana’s steun voor ‘vrijheid van meningsuiting, online vrijheid en het open internet’. De keuze ging voorbij aan het feit dat Nigeria waarschijnlijk meer Twitter-gebruikers heeft – naar schatting 40 miljoen – dan Ghana inwoners.
Het stilleggen van Twitter zal moeilijk te handhaven zijn. Het is daarnaast geen populair besluit én het zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor de fragiele democratische institutiesvan Nigeria en de door corona beschadigde economie.
Technologische uitdagingen
Kort nadat het verbod in werking trad, werd het verkeer naar de site geblokkeerd op belangrijke lokale mobiele netwerken, zoals MTN, Globacom, Airtel en 9mobile. Via enkele internetproviders was toegang nog steeds mogelijk.
De openbaar aanklager van Nigeria, Abubakar Malami, waarschuwde dat de personen die het verbod overtreden, vervolgd zullen worden. Toch is het maar de vraag in hoeverre het verbod de Nigerianen die het platform willen gebruiken, ervan weerhoudt dit te doen. Gebruikers opsporen en straffen zal een gigantische en kostbare uitdaging zijn.
En het is technologisch misschien niet eens haalbaar. Binnen een paar uur nadat het verbod inging, steeg in het hele land de hoeveelheid online zoekopdrachten naar VPN (virtual private networks)-verbindingen. Met zo’n verbinding kunnen gebruikers hun online identiteit verhullen en landgebonden beperkingen ontlopen. Ook verschenen verschillende video’s op YouTube waarin aan Nigeriaanse Twitter-liefhebbers wordt uitgelegd hoe VPN’s precies werken.
Nigerianen hebben ook tal van andere digitale mogelijkheden om hun meningen en informatie te delen, van het populaire WhatsApp tot de Indiase microblogdienst Koo. Die laatste kondigde al snel plannen aan om uit te breiden in het land.
Niet-zo-verborgen kosten
Het wijdverbreide gebruik van VPN-verbindingen kan aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Armere Nigerianen wenden zich waarschijnlijk tot gratis in plaats van betaalde VPN’s, terwijl die laatste veiliger zijn. Daardoor worden ze blootgesteld aan de kans op datadiefstal en andere vormen van hacken.
Daarnaast kan VPN-gebruik de internetverbinding vertragen. Dat is niet alleen vervelend, maar kan ook de economische productiviteit in het land flink belemmeren. De Nigeriaanse economie en ook de overheid zelf zijn steeds afhankelijker geworden van digitale media. Critici zagen de ironie in het feit dat de regering middels een tweet het Twitter-verbod aankondigde.
NetBlocks, een bedrijf dat internetbeleid volgt, schat in dat elke dag van de Twitter-blokkade de Nigeriaanse economie meer dan 2 miljard naira (bijna 5 miljoen euro) zal kosten.
Digitale media zijn essentieel voor informatie-uitwisseling, marketing, klantenservicediensten en werken op afstand, vooral tijdens noodsituaties op het gebied van volksgezondheid en veiligheid. Een blokkade kan de handel doen vertragen, de productiviteit verminderen en uiteindelijk zelfs banen kosten.
Op de langere termijn kan het verbod – al is het maar van korte duur – de potentie van Nigeria om investeringen aan te trekken voor de doorgaans juist zo veelbelovende digitale economie ernstig schaden. Beleggers kunnen zich hierdoor tot andere markten gaan wenden, waar geen dreiging heerst van plotselinge verstoringen van de regelgeving in de digitale economie. Met andere woorden, Twitters keuze voor Ghana zou slechts het begin kunnen zijn.
Publieke reactie
Zoals verwacht, veroorzaakte het verbod wijdverbreide woede op het platform. Maar Twitter-gebruikers vormen een minderheid van de Nigeriaanse bevolking en zijn niet representatief voor het grote publiek.
Uit een onderzoek uit 2020 van de onafhankelijke, in Afrika gevestigde onderzoeksorganisatie Afrobarometer bleek dat 35 procent van de Nigerianen minstens een paar keer per week een sociale mediadienst gebruikt voor nieuwsgaring. Mannen maken hier iets vaker gebruik van dan vrouwen (39 procent versus 31 procent), en jongeren tussen 18 en 25 jaar oud vaker dan 65-plussers (46 procent versus 8 procent).
Ook bleek uit het onderzoek dat het gebruik onder Nigerianen in stedelijke gebieden hoger ligt dan Nigerianen op het platteland, net als onder Nigerianen die minstens hun middelbare school hebben afgerond in vergelijking met landgenoten die slechts de lagere school hebben doorlopen.
Niettemin is het onwaarschijnlijk dat Nigerianen het verbod zomaar zullen accepteren. Uit het onderzoek van de Afrobarometer blijkt namelijk ook dat Nigerianen, net als de meeste Afrikanen, zich verzetten tegen overheidsbeperkingen op media in het algemeen. De ondervraagden waren ronduit kritisch op beperkingen op digitale media. Meer dan drie vijfde (61 procent) vond dat internet en sociale media ‘onbeperkt’ zouden moeten zijn, tegenover slechts 23 procent die vond dat ‘toegang door de overheid moet worden gereguleerd’.
Nigerianen zijn ook bijzonder dol op sociale media, bleek uit het onderzoek. Bijna twee derde (65 procent) van de ondervraagden die van sociale media hadden gehoord, zei dat de impact van de technologie eerder positief dan negatief was. Dit percentage is het hoogste van de achttien onderzochte landen in 2019/2020.
Zorgwekkende trend
Het besluit van de Nigeriaanse regering past in een zorgwekkende trend van Afrikaanse regeringen die het gebruik van sociale media aan banden leggen. Dit jaar hebben tot nu toe Niger, de Republiek Congo en Oeganda al beperkende maatregelen rond digitale media rond verkiezingstijd opgelegd. Senegal deed dat ook rond protesten tegen de regering.
Deze restricties worden doorgaans gerechtvaardigd als noodzakelijk om de nationale veiligheid in woelige periodes te kunnen waarborgen. Maar ze dienen duidelijk de gevestigde belangen, door de democratische vrijheden rond informatie, meningsuiting en vergadering te beperken.
Met het verbod heeft de regering-Buhari een persoonlijke vete laten escaleren tot iets veel ernstigers. De schade aan de economische en democratische ontwikkeling kan aanzienlijk zijn, zelfs bij een korte blokkade. Verloren productiviteit en handel bedreigen het economisch herstel van Nigeria. Bovendien kan het leiden tot langdurige reputatieschade voor investeringen in de digitale economie.
Op politiek vlak loopt de regering het risico het meest uitgesproken en betrokken deel van de bevolking boos te maken. Dat vergroot de kans dat ook veel niet-gebruikers zich tegen het verbod zullen verzetten.
Deze hoge prijs laat zien hoe onzeker het is of de overheid hier iets mee wint. Zoals een Nigeriaanse programmeur en webdeveloper zei: ‘Op de lange termijn zal dit vooral een klap zijn voor de Nigeriaanse regering en niet voor Twitter’.
Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier