President Obama omschreef in een onbewaakt ogenblik de Amerikaanse overheids-IT als “vreselijk” en dat in alle overheidsorganisaties.
President Obama omschreef in een onbewaakt ogenblik de Amerikaanse overheids-IT als “vreselijk” en dat in alle overheidsorganisaties.
Obama maakte zijn opmerking recent in Chicago tijdens een private bijeenkomst voor het werven van verkiezingsfondsen, maar dank zij een open microfoon konden ook de aanwezige journalisten meeluisteren. In zijn veroordeling betrok hij zowel het Pentagon (het Amerikaanse ministerie van Defensie), Homeland Security (verantwoordelijk voor het weren van terroristen) als alle overheidsinstellingen.
De onvrede van Obama met de overheids-ict is al lang gekend en in 2009 stelde hij Vivek Kundra aan als cio voor de federale overheid. Sindsdien heeft Kundra evenmin zijn kritiek gespaard, in het bijzonder op bedrijven die grote projecten lang laten aanslepen en buitensporig duur maken, waarna de resultaten nog niet beantwoorden aan de noden. In een eerste instantie werd vorig jaar al het bevel gegeven de ontwikkeling van 30 projecten ter waarde van ca. 3 miljard dollar te staken.
De federale chief performance officer, Jeff Zients, onderstreept dat de Amerikaanse overheid sterk achterop loopt ten opzichte van het bedrijfsleven inzake productiviteitsverhogingen dank zij ict. Maar hij kon tevens al uitpakken met een overzicht hoe in de voorbije maanden vooruitgang was geboekt in de uitvoering van Vivek Kundra’s ’25 punten plan’. Dat laatste voorziet onder meer tegen eind 2015 de sluiting van 800 overheidsdatacenters (op een totaal van zo’n 2.100 – een gigantisch gestegen aantal ten opzichte van de 432 centra in 1998).
Bovendien eist Kundra een ‘cloud first’ aanpak van de overheids-ict en werden al grote aantallen mailboxen en toepassingen (zoals samenwerkingssoft) naar een cloud omgeving overgezet. Mogelijke zorgen rond security moeten geval per geval worden onderzocht, maar hij is overtuigd dat die niet zo groot zijn als vaak wordt gedacht.
België Ongeacht de specifieke Amerikaanse aspecten, leest het ’25 punten plan’ ook in België, respectievelijk in de verschillende gewesten van ons land als een interessante bron van inspiratie. Allicht minder voor de cio’s die nu al in federale als gewestelijke overheidsdiensten actief zijn (die gewoonlijk wel ‘bij’ zijn), dan wel voor de politici (voor een kijk op een meer moderne en efficiënte overheids-ict). In het verleden werd al vaker gesuggereerd dat ons land en de gewesten overkoepelende overheids-cio’s nodig hebben en de praktijk in de VSA lijkt zo’n aanpak te onderbouwen.
Ongeacht of de hervormingen best van beneden af (bottom up) of van boven af (top down) worden doorgevoerd, zouden dergelijke cio’s in staat moeten zijn om duidelijke beleidslijnen te trekken en zowel onwillige overheids-ict’ers als gemakzuchtige bedrijven voor het blok te plaatsen. Duidelijk is wel dat het verleden in België voldoende desastreuze overheidsprojecten heeft gekend, waarop Obama’s opmerking van “vreselijk” perfect van toepassing is.
