OESO pleit voor meer spectrum om mobiele netwerken te ontlasten
De OESO doet enkele aanbevelingen om vaste en mobiele netwerken operationeel te houden tijdens de coronacrisis. Een opvallende maatregel is om ongebruikt spectrum in te zetten om mobiele netwerken te verlichten.
De uitbraak van covid-19 zorgt er voor dat wereldwijd zeer veel mensen van thuis uit werken, maar ook dat veel mensen werkloos thuis zitten. Dat zorgt al enkele weken voor een stijging in het vaste en mobiele netwerkverkeer.
Zeer grote problemen heeft dat nog niet opgeleverd, veel netwerken zijn immers voorzien op een stijging doorheen de tijd, maar de OESO doet wel enkele aanbevelingen om er voor te zorgen dat dat zo kan blijven.
Zo wijst het op het inzetten van ongebruikt spectrum door mobiele operatoren. De capaciteit van de 3G en 4G-netwerken hangt immers nauw samen met de frequenties waarover hun dataverkeer kan lopen. Door ongebruikt spectrum tijdelijk beschikbaar te maken, kan een operator de mobiele netwerkbelasting spreiden.
Volgens de OESO hebben in de VS AT&T, Verizon en T-Mobile al toestemming gekregen om ongebruikt spectrum van satellietprovider Dish te gebruiken, specifiek gaat het hier om de 5,9 GHz band. In Ierland is spectrum van 700 MHz en 2,6 GHz aangesproken om dat te doen.
Internetknooppunten
Een ander punt zijn de internetknooppunten of internet exchanges (IXP’s). De OESO wijst op de nood aan directe connecties tussen binnelandse netwerken. Anders moet netwerkverkeer van de ene operator altijd langs zo’n knooppunt passeren en dat genereert onnodige belasting.
Als voorbeeld wijst de organisatie op twee telecomspelers in Canada die verkeer van hun gebruikers niet rechtstreeks naar elkaar doorsturen, maar via een internetknoopunt in de VS. Daardoor passeert 64 procent van het lokale netwerkverkeer in Canada eerst langs het buitenland. “Dit vergroot de kosten en netwerkinstabiliteit van Canadese klanten. Een gebrek aan directe interconnectie heeft een negatieve impact op de algemene internetprestaties van een land terwijl het de kosten en risico’s doet stijgen.” Klinkt het in het document van de OESO.
Datacenters en telecomingenieurs
Ook datacenters zijn cruciaal. De organisatie roept daarom op om grenzen niet te sluiten wat onder meer het leveren van hardware bemoeilijkt. Datacenters moeten hun apparatuur kunnen onderhouden, herstellen en upgraden omdat ze cruciaal zijn voor de digitale dienstverlening.
Tegelijk stelt het dat overheden communicatie-ingenieurs als essentiële werkers moet klasseren zodat ze kunnen blijven werken in datacenters, zendmasten of aan bekabelde netwerken.
Op de lange termijn pleit de OESO er voor dat operatoren meer investeren in glasvezel en geleidelijk aan DSL-verbindingen uitfaseren. Al is dat een werk dat doorgaans tien jaar of langer kan duren. Zo is Proximus al enkele jaren bezig met een glasvezeluitrol en liet het recent nog verstaan dat die inspanningen worden versneld.
We moeten daarbij nuanceren dat de meeste aanbevelingen niet op België lijken te slaan. De mobiele netwerken in ons land hebben door de crisis nog geen grootschalige of langdurige pannes gekend en de operatoren lieten aan het begin van de lockdown al weten dat ze klaar zijn om extra pieken op te vangen. Ook BNIX, het Belgische internetknooppunt liet in maart weten dat het ongeziene pieken ziet door de coronacrisis, maar dat het die extra belasting aan kan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier