Onderzoek: ‘Europese bedrijven verkochten surveillancetechnologie aan China’

.

Technologiebedrijven uit Nederland, Frankrijk en Zweden zouden geavanceerde digitale surveillancetechnologie hebben verkocht aan Chinese veiligheidsdiensten en zo mogelijk bijgedragen aan mensenrechtenschendingen.

Volgens een onderzoek van Amnesty International hebben Europese technologiebedrijven uit Nederland, Frankrijk en Zweden geavanceerde digitale surveillancetechnologie verkocht aan Chinese veiligheidsdiensten en zo mogelijk bijgedragen aan mensenrechtenschendingen. Amnesty International roept de Europese Unie op om deze week, tijdens een bijeenkomst over exportregelgeving, strengere regels af te spreken.

Amnesty zegt dat drie bedrijven uit Nederland, Frankrijk en Zweden digitale surveillancetechnologie verkochten aan belangrijke spelers op het gebied van massasurveillance en openbare veiligheid in China. Het gaat dan bijvoorbeeld om biometrische technologie, zoals systemen voor gezichtsherkenning, maar ook om bewakingscamera’s. In sommige gevallen was de export rechtstreeks bestemd voor projecten van massasurveillance, met het risico dat het onder meer tegen Oeigoeren, Kazachen en andere minderheden in China wordt gebruikt.

Een Nederlands bedrijf, Noldus Information Technology, verkocht volgens Amnesty emotieherkenningssystemen aan instanties die gelieerd zijn aan organen voor de openbare veiligheid en wetshandhaving in China. In een reactie aan de Nederlandse openbare omroep NOS zegt het bedrijf dat de producten “geen risico vormen voor de mensenrechten en dat ze voldoen aan alle ethische normen”. De mensenrechtenorganisatie roept de Europese Unie op om de exportregels beter te reguleren en software voor gezichtsherkenning te verbieden.

Partner Content