Artsen ouder dan 62 jaar zullen niet verplicht worden om elektronisch geneesmiddelen te gaan voorschrijven. De uitrol van het systeem wordt bovendien uitgesteld naar 1 juni 2018.
Over de invoer van het elektronisch voorschrijven – normaal voorzien voor 1 januari – bestond al een hele tijd discussie. Elektronische voorschriften worden in principe aangemaakt vanuit het elektronisch medisch dossier, maar niet alle zorgverstrekkers hebben daar zomaar toegang toe, klonk het afgelopen zomer nog. Bovendien vonden sommige dokters de software te duur, omdat ze maar zelden medicatie voorschrijven, en was het systeem voor bepaalde artsen op leeftijd gewoon te complex.
Artsensyndicaat BVAS vroeg daarom een uitstel naar 2021 – vanaf dan is ook het elektronisch globaal medisch dossier (EMD) verplicht- maar ving volgens voorzitter Marc Moens bot op het kabinet van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld).
Op het Verzekeringscomité van het Riziv is nu wel beslist om de deadline te verschuiven naar 1 juni 2018. “Zonder meer een grote overwinning”, zegt Moens. Bovendien zullen artsen vanaf 62 jaar niet verplicht worden om elektronisch voor te schrijven: zij zullen op het moment dat het elektronisch globaal medisch dossier verplicht wordt, toch al op pensioenleeftijd zijn.
Ook voor huisbezoeken en tijdens bezoeken in instellingen, geldt de verplichting om elektronisch voor te schrijven niet. “Een grote opluchting voor huisartsen”, zegt Moens
Vandaag kunnen artsen al elektronisch voorschrijven. De patiënt heeft daarbij wel nog een zogenaamd ‘bewijs van elektronisch voorschrift’ nodig, zodat de apotheker via een barcode het voorschrift kan ophalen.
In de toekomst (ten vroegste in 2019) zullen patiënten geen papiertje meer meekrijgen voor bij de apotheker. Dokters zullen dan hun voorschrift gewoon online opladen, waarna apothekers genoeg hebben aan de elektronische identiteitskaart van patiënten om alle nodige informatie te raadplegen.
