Over dood en verrijzenis in Silicon Valley

© istock
Els Bellens
Els Bellens Technologiejournaliste bij Data News

Silicon Valley lijkt soms wel volledig te draaien op ‘venture capital’. Iedereen heeft er de mond vol van seed rounds en unicorns en ander leuks. Maar soms gaat het ook faliekant mis. Coraid was een van die hippe start-ups in de vroege jaren 2010. Het network storage bedrijf kwam echter hard ten val en probeert nu terug op eigen benen te staan.

Brantley Coile – ZZ Top baard, lang wit haar, hawaii hemd én kostuumjasje – komt zijn verhaal vertellen aan een internationaal gezelschap van journalisten voor de IT Press Tour. Formeel gaat het om een voorstelling van zijn bedrijfje SouthSuite, en de software die hij daarmee aanbiedt. “Coraid is een alternatief. Wij doen storage networking op een manier waarvan we zelf geloven dat ze sneller en goedkoper is dan wat de concurrenten doen.”

Maar je kan het niet over de Coraid software hebben, zonder over Coraid Inc te praten. En dat verhaal zit Coile diep. Die indruk geeft hij althans. Wanneer hij de producten van het huidige Coraid voorstelt, heeft hij het met een zeker gevoel voor drama over een ‘resurrection’, een herrijzenis. In de woorden van Coile is Coraid het bedrijf dat ten onder ging aan Silicon Valley cultuur, en nu uit de doden opstaat als familiebedrijfje.

Coraid 1.0

Coraid werd opgericht in 2000 met geld dat Coile verdiende als een van de uitvinders van de PIX firewall, die aan Cisco werd verkocht. Het bedrijf draait rond een vrij simpel idee: ATA over Ethernet. De meeste datacenternetwerken gebruiken vandaag Fibre Channel of iSCSi om de verschillende onderdelen van de storage-infrastructuur te verbinden, maar die zijn volgens Brantley veel te ingewikkeld. AoE gebruikt namelijk een pak minder lagen van computing. “Om storage area networking te doen moet je maar vier dingen voorzien. Je moet de ‘targets’ vinden en terughalen, je moet input en output operaties (IOPS) kunnen uitvoeren. Daarnaast moet je bepaalde targets kunnen afschermen van onbevoegde gebruikers en reserveren, zodat iedereen er afblijft wanneer er naartoe geschreven wordt.” Met die ‘vier dingen’ maakte hij een systeem dat makkelijk te gebruiken was. Configureren en dan vergeten. “Een van onze klanten had zijn systeem al zes jaar draaien toen hij ons belde. Hij wist zijn wachtwoord niet meer en had ons nodig om er terug in te geraken.”

Ik keek rond op de board meeting en dacht ‘Hier hoef ik me geen zorgen meer over te maken’. Dat bleek een vergissing.

Voor Coile was de start traag. “We codeerden vijf jaar aan dat idee van ATA over Ethernet, maar tegen 2010 hadden we meer dan duizend klanten en twaalf miljoen dollar in verkoop.” En toen ging het mis. “De financiële crisis kwam eraan, we hadden geen salesteam en we hadden net een VMware driver uitgebracht die goed ontvangen werd. We dachten dat we met wat extra geld echt groot konden worden.”

Coraid haalde met vier opeenvolgende seed rounds honderd miljoen dollar op aan investeringskapitaal, er werd een nieuwe directie binnengehaald, en een nieuwe ceo. “We konden geweldige mensen aan aannemen. Ik keek rond op de board meeting en dacht ‘Hier hoef ik me geen zorgen meer over te maken’. Dat bleek een vergissing.” Met de nieuwe directie was engineering en productbeheer niet langer de job van Coile, en alles verhuisde naar Silicon Valley, waar het aantal medewerkers naar 159 steeg. “Sales klommen snel. Het ging eigenlijk best goed, al werd ik steeds nerveuzer”, zegt hij daarover. Een en ander had te maken met de uitgavepolitiek. “We haalden honderd miljoen dollar op, verkochten producten voor honderd miljoen en we spendeerden tweehonderd miljoen. Voor elke dollar aan verkocht product deden we twee dollar op.”

Over dood en verrijzenis in Silicon Valley
© Brantley Coile

De dieperik in

En toen maakte het nieuwe leiderschap een vergissing, zegt Coile. Ze wilden van OS veranderen. Coraid gebruikte tot dan toe EthOS, een besturingssysteem gebouwd Plan 9. Oud, niet echt hip, maar het werkt wel, aldus Coile. “Ze wilden switchen naar Sun’s Solaris OS. Ik probeerde hen ervan te overtuigen dat het niet nodig was, maar uiteindelijk werd een aparte werkgroep opgericht om aan nieuwe OS te sleutelen. Het is een project dat nooit is afgeraakt maar er stak wel tijd en geld in.”

Mensen gaan niet meteen hun geld naar je gooien in een gigantische deal

Nog zo’n vergissing, volgens Coile: “Ze besloten bij sales om geen kleine deals meer te aanvaarden. Ik was het daar niet mee eens. Voordat we investeringskapitaal aantrokken had ik ook al klanten van een miljoen dollar. Maar die waren wel begonnen als klanten van vierduizend dollar. Mensen gaan niet meteen hun geld naar je gooien in een gigantische deal. Ze kopen eerst één exemplaar van het product om te zien of het werkt zoals jij zegt dat het werkt. Ze willen weten of je niet aan het liegen bent.”

Na de beslissing ging in 2013 de verkoop stijl naar beneden. “In zo’n situatie kan je jezelf niet overeind houden. Zo’n bedrijf kan niet overleven,” zegt Coile daarover. Hij verliet het bedrijf zelf in mei van 2014 en de hele operatie stopte ermee in januari 2015.

De heropstanding

Coile spreekt bij momenten als iemand die zijn kindje heeft verloren. “Ik heb twee miljoen van mijn geld en vijftien jaar van mijn leven in Coraid gestoken,” zegt hij, “En opeens was het weg.”

Dat hij hier toch staat, heeft veel te maken met een onverwacht telefoontje. “In mei 2015 werd mij het oude spul aangeboden,” zegt hij. De intellectuele eigendommen en codes waren na het failliet van Coraid in handen gekomen van een bedrijfje dat alleen geïnteresseerd was in het Solaris-project. De software gebaseerd op Plan 9 kon terug naar Coile, die het aanbod aannam. “Het heeft even geduurd om alles terug te repareren, maar dat hebben we gedaan,” vertelt hij.

Wat zou ik met 50 miljoen doen? Ik zou een bedrijfje starten zoals het deze.

Het herrezen Coraid heeft zijn hoofdzetel in Athens, Georgia en komt al meteen van bij de start met een aantal klanten. “We ondersteunen alle oude Coraid-systemen,” zegt Coile. “We hebben een honderdtal klanten, en driehonderd systemen waarvoor we ondersteuning leveren. En we zijn niet eens begonnen met de marketing. We zijn winstgevend en we groeien puur op winst.” Hij is dan ook formeel: geen venture capital, geen beursnotering, het bedrijf wordt niet verkocht, en het blijft netjes waar het is. “Nee, ook niet als EMC mij 50 miljoen of zo biedt. Wat zou ik met dat geld doen? Ik zou een bedrijfje starten zoals het deze.”

SILICON VALLEY
SILICON VALLEY © © David Pu’u/Corbis

Werknemers

Coile is na dat alles, op zijn zachtst gezegd, geen fan van de Sillicon Valley cultuur. “Mijn haar ging recht staan toen ik vanochtend terug de Valley binnenreed”, vertelt hij. Opvallend daarbij is onder meer zijn visie op werknemers. “Een start-up is, voor mij, ongeteste technologie die venture capitalist investeringen krijgt. Dan is het de bedoeling dat je het bedrijf en de inkomsten explosief doet groeien. Want dat is het product dat je aan vc’s verkoopt. Veel start-ups zijn bedrijven die geld verliezen en daar trots op zijn. Ze zijn gemaakt voor mergers & acquisitions.”

Mijn haar ging recht staan toen ik vanochtend terug de Valley binnenreed

Met zo’n donkere visie op de start-upeconomie hoeft het ook niet te verbazen dat hij het met SouthSuite anders wil aanpakken. “We zijn gebaseerd in Athens, een universiteitsstad in de staat Georgia, dus onze overheadkosten zijn niet zo hoog. Dingen zijn daar goedkoper dan in Silicon Valley, huur is goedkoper en weet je, er zijn daar ook heel veel slimme mensen. We kijken ook verder, we kijken vijf, tien, twintig jaren naar de toekomst. Dat zie je niet in bedrijven die bestaan om gekocht te worden. Hun horizon ligt op vijf tot maximum zeven jaar. Je ziet dat ook aan de mensen die ze aannemen. Ik mocht bij Coraid Inc. iemand niet aannemen omdat die een bepaalde skill niet had. Skills kan je aanleren maar het moest allemaal snel gaan. Nu wil ik medewerkers aannemen voor het leven. Ik heb de tijd om hen skills te laten bijleren.”

Founders en ceo’s

Het is een apart verhaal om te horen in Silicon Valley. Ouderwets, bijna. Een bedrijf opstarten voor het leven, zo eentje waar werknemers een stabiele carrière kunnen uitbouwen, dat goed draait, winst maakt en verder niet te veel met explosieve groei bezig is. We horen het plan soms bij Europese start-ups, maar in Amerika is het alvast een uitzondering. De meeste start-ups willen snel groeien of gekocht worden. Het is een businessmodel als een ander, natuurlijk.

Zo spreek ik met Sazzala Reddy, een van de oprichters van Datrium. Hij meldt met enige trots dat dit al zijn zevende start-up is. De drie mensen achter Komprise vormen een goed draaiend team, en samen zijn ze al aan hun derde start-up toe. De vorige twee werden verkocht. Ook deze keer lijken ze een product te bouwen dat misschien wel op eigen benen staat, maar dat toch ook een mooie parel zou zijn in de portfolio van een of andere storagegigant.

Bedrijven evolueren. Soms moet je een stap terug zetten.

Of dat geen gek gevoel is, een bedrijf opstarten en dan de teugels vrijgeven, vragen we aan Dave Hitz. Hij richtte mee NetApp op, nu 25 jaar geleden, en werkt nog altijd voor het bedrijf. “Ik ben nooit CEO geweest,” vertelt hij, “ik was altijd de ingenieur, ‘the tech guy’. Dus ik heb de teugels nooit echt moeten loslaten. En weet je, bedrijven evolueren. Soms moet je een stap terug zetten.”

Hij voelt alvast niet die verbondenheid die we bij Coile wel zien. “Mensen vragen me dat soms als ze hier op de campus komen. ‘Hoe voelt dat nou? Om die gebouwen de zien, dat bedrijf dat jij gebouwd hebt?’ Wel, euh. Ik heb het niet gebouwd. Het is als je kind bij de diploma-uitreiking. Daar ga je ook niet aan de ouders vragen ‘Ben je niet trots op die gast of die dame die jij gebouwd hebt?’ Ik heb het op de wereld gezet, maar ergens moet je loslaten.”

Waarom Coile dan besloot zijn bedrijf terug te halen uit de dood? “Ik denk dat het is omdat we de technologie leuk vinden. We verkochten 10- 20.000 units. Je wilt niet dat dat sterft.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content