Wim Kopinga
Plegen Amerikaanse techbedrijven een aanval op onze soevereiniteit?
De macht van techbedrijven als Alphabet (Google), Facebook, Apple, Microsoft en Amazon neemt steeds meer toe en landen vechten daarbij steeds harder in het openbaar terug. Komt de soevereiniteit door Amerikaanse techbedrijven in het gevaar?
Dinsdag 24 mei om 05.00 uur ‘s ochtends viel de Franse fiscus met honderd agenten het hoofdkantoor van Google in Parijs binnen. Niemand had aan zien komen dat de fiscus een onderzoek gestart was naar zoekgigant die verdacht wordt van een belastingschuld van 1,6 miljard euro – ook Google niet.
De fiscus was zo paranoïde dat het hele onderzoek offline uitgevoerd werd; op papier. Zelfs bij de fiscus waren er maar een paar mensen op de hoogte van het onderzoek dat al bijna een jaar geleden in gang gezet werd. In dat jaar werd besloten dat het woord Google zelfs niet uitgesproken mocht worden, dat werd vervangen door ‘Tulp’. Gedurende het gehele onderzoek werd er slechts een computer gebruikt die geen internetconnectie had. Die werd gebruikt als tekstverwerker.
Zijn Amerikaanse techbedrijven bezig met een aanval op onze soevereiniteit?
De paranoïde houding van de Franse fiscus geeft aan de angst regeert bij de overheid. Een technologiebedrijf heeft nu zoveel kennis, dat de algoritmes die Google gebruikt om gegevens te verzamelen er zomaar voor zouden kunnen zorgen dat ze eerder wisten dat de fiscus binnenkort op de stoep zou staan.
Facebook, Google (en moederbedrijf Alphabet), Microsoft en Amazon zijn nu zo groot dat ze regels aan hun laars kunnen lappen en de boete wel tegemoet kunnen zien. Ze kunnen zelfs (proberen) nieuwe regels te creëren, zoals Facebook in India. Daar probeerde Mark Zuckerberg gratis internet aan te bieden, wat op het eerste zicht een nobel doel leek, maar waar meer achter zat.
‘Filantropisch’ Facebook in India
Facebook probeerde ‘Free Basics’ in het enorme land te lanceren, zodat iedereen voor bepaalde sites gratis toegang zou krijgen tot internet. De toegang was echter beperkt en ging altijd via Facebook, waardoor het bedrijf een miljard mensen internet zou verschaffen via hun voordeur. Wie mee wilde liften met het project van het sociale netwerk moest goedkeuring krijgen van Facebook. Hierdoor waren maar bepaalde sites of apps vrij toegankelijk, een gegeven dat instroomt tegen de netneutraliteit zagen ze ook in India. Het ‘filantropische project’ van Zuckerberg en co werd er een halt toegeroepen en verboden.
Eerder dit jaar kwam de EU al op de proppen met het ‘Privacy Shield’, een omkadering met het belangrijkste punt dat datauitwisseling tussen de EU en VS onder het nieuwe schild onder dezelfde (strikte) waarborgen moeten behandeld worden als intern dataverkeer binnen de EU. Ook wil de Commissie dat videostreamer Netflix in de toekomst meer lokale content aan zal bieden, zodat de producten in Europa aan het werk kunnen blijven als we nog minder lineair tv gaan kijken.
Waar we een paar jaar geleden nog nieuws, entertainment en advertenties lokaal consumeerden doen we dat nu vooral bij Amerikaanse spelers. Veel mensen consumeren hun nieuws via Facebook – sommige nieuwssites halen de helft van hun verkeer via het sociale netwerk binnen -, waardoor hun wereldbeeld onbewust gekleurd wordt door het algoritme van het sociale netwerk. Entertainment komt bij ons via Apple Music, (het Zweedse) Spotify of Netflix. De advertenties die we zien komen bij ons via Google en om die gericht aan te bieden doet het bedrijf zijn best om nog meer van ons te weten te komen.
Google weet alles
Want om ons (of zichzelf) nog meer van dienst te zijn lanceerde Google onlangs twee opvallende producten die dat op het eerste zicht niet zijn. Eerst was daar het Gboard, een toetsenbord-app voor mobiele telefoons. Daarmee kun je onderin een chat informatie opzoeken en direct doorgeven, zonder de chat te hoeven verlaten. Wat het echter ook doet is iedere toetsaanslag van de gebruiker bijhouden. Zo weet Google iedere letter die ooit zal typen, en heeft het in een klap ook die informatie die u buiten de zoekmachine of Google verwerkt in handen. Daarnaast kwam op Google I/O met het lang verwachtte Google Home op de proppen, een fysieke spraakassistent -de tegenhanger van de Amazon Echo. De speaker luistert in uw huishouden mee om te kijken of u hem om informatie als het weer of de file onderweg vraagt en staat dus altijd aan. Zo wint Google met twee producten (wederom) enorm veel informatie in, waarmee uw profiel nog inzichtelijker wordt en het bedrijf nog gerichter advertenties kan verkopen: kassa.
‘De schrikbarende 5’
En wanneer de ‘Schrikbarende 5’, zoals The New York Times deze bedrijven afgelopen week noemde, genoeg zieltjes verzameld hebben op het pad dat ze in eerste instantie ingezet hebben kijken ze verder: waar valt meer te halen? Zo kijken ze niet alleen over de grens, maar ook naar andere vakgebieden. De gezondheidszorg wordt bijvoorbeeld een speerpunt voor Apple en ook energie en een auto staan daar – net als bij Google – (nog onofficieel) op de agenda voor de komende jaren.
De Schrikbarende 5 hebben inmiddels meer geld ter beschikking dan een middelgroot land en ze weten meer van je dan een inlichtingendienst na uitvoerig onderzoek kan achterhalen. Door sociale druk hebben weinig mensen het aanmaken van een Facebookprofiel kunnen weerstaan en onder Google kom je simpelweg niet uit (of bent u die ene hardnekkige Bing-gebruiker?).
Het gevecht tussen landen en techbedrijven is in gang gezet en zal de komende jaren alleen maar heviger worden. Niemand weet wie die gevechten uiteindelijk zal winnen. Nu moeten de giganten nog toestemming vragen aan een lokale overheid. Maar hoelang zal het duren voordat het binnenhalen van een enorm bedrijf voor een overheid belangrijker wordt dan het in stand houden van de eigen regels, van de soevereiniteit?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier