Prijserosie

Een op de drie recente laptops geeft binnen de twee jaar de geest. Dat blijkt uit een enquête van het Nederlandse marktonderzoekbureau TNS/Nipo bij vijfhonderd consumenten en klein-zakelijke gebruikers.

Een op de drie recente laptops geeft binnen de twee jaar de geest. Dat blijkt uit een enquête van het Nederlandse marktonderzoekbureau TNS/Nipo bij vijfhonderd consumenten en klein-zakelijke gebruikers.

Zelf maakte ik het ook mee met een NEC-laptop van nog geen twee jaar oud. De ene dag werkte hij normaal en de dag erop startte hij voor geen meter meer op. Een knipperende led op de externe voeding, daar moest ik het mee doen: of een probleem met de interne voeding, of een kapot moederbord. NEC stopte al dan niet toevallig even later met de verkoop van laptops. Niet te verwonderen, want door het succes van de supergoedkope en eenvoudige netbook staan alle laptopprijzen onder druk. Als je een netbook voor minder dan 300 euro kan kopen waarom zou je dan 500 euro uitgeven aan een nauwelijks krachtigere standaardlaptop? Ik zag het aan de prijzen van de laptops die werden ingezonden voor onze jaarlijkse overzichtstest.

Ook in de zakelijke markt speelt de prijs een steeds belangrijkere rol. Fabrikanten raken hun premiumlaptops nauwelijks nog aan de straatstenen kwijt. Een bedrijf als Lenovo dat ThinkPads bouwt die tegen een serieus stootje kunnen maar die traditioneel ook wat duurder zijn, krijgt het steeds moeilijker om zijn klanten de voordelen van een betere bouwkwaliteit uit te leggen. Dat een consument elke twee jaar een nieuwe laptop koopt, daar kan ik nog inkomen. Voor een bedrijf gelden echter andere criteria dan multimediasnufjes, of videochips die de recentste games aankunnen. In de total cost of ownership speelt niet alleen de prijs mee, ook de levensduur van een product. Maar de prijserosie gaat zo snel dat traditionele tco-berekeningen de prullenbak in kunnen. Ook in bedrijven, zeker van het kleinere soort, worden laptops commodityproducten, zoals dat al eerder gold voor desktops, printers en routers.

Bob O’Donnell van de Amerikaanse marktonderzoeker IDC stelt dat fabrikanten zich zullen moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit in de laptopmarkt. “Het wordt moeilijker en moeilijker om wat dan ook te verkopen dat duurder is dan 800 dollar (544 euro)”, vertelde hij onlangs aan C-Net. Hij ziet zelfs tekenen dat de gemiddelde prijs van laptops onder die van desktops dreigt te zakken. Bedrijven als HP en Toshiba spelen al in op die nieuwe realiteit. Ook de bedrijfslaptops van deze bedrijven dalen fors in prijs. Onze recente laptoptest werd trouwens met vlag en wimpel gewonnen door een Dell-laptop uit de goedkopere Vostro-lijn die ook veel duurdere laptops op prestatiegebied de baard afdeed. Helaas, levensduur kunnen wij niet testen. Die Vostro ziet er stevig uit, maar is hij het ook? Zal deze laptop jarenlang meegaan? Ik heb er geen idee van.

Niemand vindt lagere prijzen erg, zeker niet in crisistijden. Maar het roept wel vragen op. Laptops zijn al niet van de milieuvriendelijkste apparaten om te produceren. Als ze nu ook binnen bedrijven behandeld worden als een commodityproduct, dan is dat zeker niet goed voor het milieu. Het lijkt me ook niet goed voor de innovatie. Ik roep al jaren dat alle laptops eigenlijk tablet-functionaliteit zouden moeten hebben. Windows 7 is daar meer dan ooit klaar voor. Dit en vorig jaar kregen we voor onze laptoptest echter geen enkele tablet-pc binnen. Toch kun je een laptop met een aanraakgevoelig scherm voor erg weinig geld produceren. Intel bewijst het met zijn Classroom PC. Maar als je die wil hebben, moet je voorlopig terug naar de kleuterklas. Dat kan en moet beter, commodity-markt of niet.