Na een cyberinbraak bij de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq eind vorig jaar duiken nu stilaan meer details op over de draagwijdte van de hack. Hoogstwaarschijnlijk kregen de hackers wel degelijk toegang tot gevoelige bedrijfsinformatie.
Na een cyberinbraak bij de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq eind vorig jaar duiken nu stilaan meer details op over de draagwijdte van de hack. Hoogstwaarschijnlijk kregen de hackers wel degelijk toegang tot gevoelige bedrijfsinformatie.
Het onderzoek naar de inbraak is nog steeds gaande, meldt de krant The New York Times. In februari van dit jaar meldde Nasdaq nog dat er geen bewijs was dat hackers toegang hadden gekregen tot informatie van klanten of tot de platformen van de traders.
Wel zouden ze het webgebaseerde programma Directors Desk hebben aangevallen. Dat wordt gebruikt door raden van bestuur van bedrijven om informatie en documenten uit te wisselen met het uitvoerende management. Zo kregen de hackers dus waarschijnlijk toegang tot erg belangrijke bedrijfsinformatie, zo leert het onderzoek.
Over hoelang de hackers al binnen zaten bij Nasdaq alvorens de cyberinbraak werd ontdekt, is nog weinig duidelijkheid. Nasdaq zou met de Amerikaanse nationale veiligheidsdienst NSA samenwerken om zich beter te beschermen tegen toekomstige aanvallen. Nasdasq-ceo Robert Greifeld vertelde deze zomer nog dat Nasdaq bijna een miljard (!) dollar per jaar uitgeeft aan ict-beveiliging, aangezien de beurs constant onder vuur ligt.
President Obama wil een wet laten stemmen in het Amerikaanse parlement die overheid meer armslag geeft om cybercriminaliteit aan te pakken
