Reality-TV via ego-internet naar real-time impact?
De eerst reality-tv-series hadden nog iets interessants. Een sociaal experiment werden ze zelfs genoemd, en ze zorgden meteen voor een nieuwe impuls in het tv-landschap. Ik vond en vind sommige concepten iets hebben, vooral waarin we op zoek gaan naar talent in muziek, restaurants of andere metiers. Jammer genoeg mondde het snel uit in overgecommercialiseerde rommel, waarin (al dan niet gespeelde) naïviteit gekocht kan worden in ruil voor ’15 minutes of fame’.
De eerst reality-tv-series hadden nog iets interessants. Een sociaal experiment werden ze zelfs genoemd, en ze zorgden meteen voor een nieuwe impuls in het tv-landschap. Ik vond en vind sommige concepten iets hebben, vooral waarin we op zoek gaan naar talent in muziek, restaurants of andere metiers. Jammer genoeg mondde het snel uit in overgecommercialiseerde rommel, waarin (al dan niet gespeelde) naïviteit gekocht kan worden in ruil voor ’15 minutes of fame’.
In de marge van het congres rond ‘De toekomst van media’ in Hollywood hadden we met een aantal mensen een discussie over televisie, kranten en het internet, vooral de ‘tweede generatie’ internetplatformen. Web 2.0 heeft als grote mantra dat de gebruiker volledig centraal wordt gezet: het eenrichtingsverkeer wordt er vervangen door een constante dialoog. De grote namen werden al snel MySpace, Facebook of in eigen land Netlog. De sociale netwerkplatormen bieden gigantisch veel mogelijkheden. Traditionele portals als Yahoo, MSN of Skynet krijgen het steeds moeilijker om veel bezoekers te trekken en te houden. Zeker de jongeren ‘leven’ op hun sociale netwerk, waarin ze foto’s, nieuws, activiteiten maar ook opinies over producten, muziek of hotels met mekaar delen. Ik geloof enorm in de kracht van sociale netwerken, en misschien nog meer in de kracht van communicatie die vertrekt vanuit de mens, de zogenaamde conversationele marketing.
De nieuwste revelatie is Twitter, een platform dat toelaat om in 140 tekens ideeën, nieuws of om het even wat te delen met wie dat wil. Het wordt nu reeds bestempeld als het ultieme open communicatieplatform, een soort publieke mailbox of sms-box waarin iedereen die wil je berichten kan lezen. Niet echt jongeren, maar vooral de 25-45’ers twitteren er op los, en deze manier van communicatie begint stilaan een belangrijke impact op de manier van communiceren, delen en zoeken te krijgen.
Op het congres in Hollywood argumenteerden de televisiebonzen dat deze sociale media aan het uitmonden zijn in een reality-uitzending zonder voorgaande. De internetboys hadden jarenlang ‘gespuugd’ op reality-TV, maar bleken uiteindelijk nog veel erger. Waar reality-TV nog een degelijke format en productie kenden, zijn de facebooks en twitters een publieke tentoonstelling geworden, waarin ‘publicity searching’ en ‘sharing’ de overhand nemen. De ’15 minutes of fame’ van tv, zijn gewoon vervangen door 15 fans, 15 clicks of 15 followers, zoals ze in twitter genoemd worden. En inderdaad, ze hebben een punt, want meer dan eens denk ik: ‘stop sharing please’. Het is nu eenmaal zo dat heel wat boodschappen voor het merendeel waardeloos zijn. En op Twitter of Facebook zijn ‘GM’, een ramp in Brazilië of een boodschap als ‘ben even naar het toilet’ allemaal even belangrijk.
Met als gevolg dat heel wat adverteerders zijn beginnen twijfelen aan de doelgerichtheid van de sociale netwerken. Want misschien is er wel meer nodig. Er is inderdaad nood aan meer creativiteit, efficiëntie en denkwerk om het web tot een doeltreffend communicatiemedium te laten uitgroeien, zodat niet alleen Google steeds als succesverhaal naar voor moet worden gebracht. Het is inderdaad hopen dat de ‘internetindustrie’ deze golf van innovatie beter beheert dan de vorige. De constante ontkenning en torenhoge beloftes mondden destijds uit in een enorme zeepbel. De internetbubble van de jaren 2000 is, hoewel heel wat minder schandalig dan de bubble van de banken en hun bijhorende bonussen, precies al helemaal vergeten. Sociale netwerken kunnen een van de belangrijkste evoluties in adverteren ooit teweegbrengen, maar ze kunnen ook uitmonden in een gratuit exhibitionisme – een extreem ego-medium, met zijn bijhorende stardom en losers. Maar laat me duidelijk zijn: de impact en mogelijkheden van sociale netwerken, en mogelijk ook Twitter, zijn enorm.
Twitter is trouwens om meer dan een reden interessant. De groei van deze start-up, eigenlijk een bijproduct van een ‘podcasting’ bedrijf, is met 30 miljoen gebruikers op zich al een onwaarschijnlijk verhaal. Maar Twitter staat stilaan synoniem voor een fundamentele tendens in het gebruik van het internet, namelijk de verschuiving naar ‘real-time’, de ‘onmiddellijkheid’ van het internet. Deze impact is fundamenteler dan het lijkt, zelfs de meest ‘geroemde’ internetbedrijven richten hun strategie op de Twitter-evolutie. Facebook (met ca. 300 miljoen gebruikers) paste zijn homepagina aan van foto’s, friends, applicaties en events naar real-live stream van ‘what’s on your mind’. Google, veruit het meest succesvolle internetbedrijf ooit met meer dan 20.000 mensen en een geschatte 15 miljard omzet voor 2009, heeft plots ook een challenge. Hun missie om ‘de informatie van de wereld te organiseren en die voor iedereen beschikbaar te stellen’ kan niet langer op hun eigen tempo. Zelfs Sergei Brin, Google’s co-founder, gaf vorige week aan dat de aanpassing naar real-time search een van de grootste ontwikkelingen is die Google zal moeten waarmaken. Op enkele maanden tijd heeft Twitter, met slechts enkele tientallen werknemers, meer impact en buzz gecreeërd dan welke start-up in Silicon Valley ook. En dat maakt van het medium nu al een gegeerde overnameprooi voor Yahoo, Microsoft, Google, Facebook en zelfs Apple.
Maar meer dan ooit is dit ook een voorbeeld van hoe het internet de kans geeft om vanuit een idee een bedrijf uit te bouwen dat industrieën kan omgooien, gebruikers kan overtuigen en vele anderen kan inspireren. Het specifieke aan het internet is dat je met een handvol mensen zonder enorme investeringen een globale impact kunt creeëren. En meer dan het feit of Twitter al dan niet een blijvend succesverhaal wordt, is het de vraag hoe Californië er steeds weer in slaagt een dergelijk ecosystem uit te bouwen en daarmee wereldwijd te domineren. En waarom een in grootte vergelijkbare regio als Vlaanderen daar niet in slaagt. En of, hoe en wanneer we dat kunnen veranderen…
Bart Becks
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier