Francois Gerard
Reken de platformeconomie niet af op een paar excessen
‘Laten we ons niet te veel opslorpen door platformen als Uber, Airbnb en Deliveroo?’ vroegen De Morgen en Het Laatste Nieuws zich een paar dagen geleden af. Tot onze verwondering prijkte in de intro van het artikel ook Helpper tussen die mastodonten. Langs de ene kant zijn we vereerd dat de journalist ons in één adem noemt met een paar van de bekendste merken ter wereld. Langs de andere kant is dat een vergiftigd geschenk. Want Helpper heeft wat mij betreft maar weinig gemeen met Uber of Airbnb.
Helpper is opgericht vanuit een heel eenvoudige vaststelling. Een hele grote groep mensen in de samenleving heeft hulp nodig, maar krijgt die niet of durft die niet vragen. En een hele grote groep mensen in de samenleving wil graag andere mensen helpen. Alleen vonden die twee groepen elkaar heel moeilijk, hoewel ze soms letterlijk naast elkaar wonen. Wij hebben digitale technologie ingezet om die twee groepen met elkaar te verbinden.
Platformen zijn een manier om efficiënter om te gaan met de beschikbare middelen. Of het nu om helpende handen, om auto’s die 90 procent van de tijd stilstaan of om lege kamers in huizen en appartementen gaat. Alleen zijn een aantal platformen in geen tijd uit hun voegen gebarsten tot machtige mastodonten die amper nog te controleren zijn.
De platformeconomie an sich is niet het probleem, de gecentraliseerde macht is het probleem. Monopolies of oligopolies vrij spel geven, is nooit verstandig. Ze knijpen andere bedrijven dood, en de consument is uiteindelijk de dupe van het gebrek aan concurrentie. Dat is in élke markt en in élke sector zo. Maar het is niet omdat een paar platformbedrijven zijn uitgegroeid tot almachtige en bijna onaantastbare giganten dat we het kind dan maar met het badwater moeten weggooien.
Covid-19 heeft nog eens duidelijk gemaakt dat de uitdagingen in de zorg gigantisch zijn. De voorbije weken en maanden is ook gebleken dat de huidige manier van werken op termijn onhoudbaar en vooral onbetaalbaar is. Vorige maand was ons platform goed voor 31.000 uren aan ondersteuning. 31.000 uren aan thuishulp die niet past in het afgelijnde takenpakket van professionele zorgverstrekkers, of waar ze binnen hun strakke tijdsschema niet de tijd voor hebben (vaak tot hun eigen grote frustratie). 31.000 uren waarmee we het zwaarbeproefde zorgsysteem ontlasten. Als innovatieve technologische platformen als Helpper zowel de professionele zorgverstrekkers als het zorgbudget extra ademruimte geven, gaan we die platformen dan zomaar afschrijven?
Net als tijdens de twee eerste industriële revoluties, worden vandaag de regels en machtsverhoudingen herschreven. Begin 19de eeuw probeerden de luddieten in Engeland die revolutie te stoppen. Ambachtslui vreesden dat de opkomende fabrieken een einde zou maken aan hun traditionele manier van werken. Ze trokken naar de fabrieken om machines te vernielen. Maar de industriële revolutie was niet te stoppen. Vandaag zijn machines niet meer weg te denken uit onze economie.
Om onze welvaart en ons sociaal stelsel te beschermen, moeten we eerst en vooral aanvaarden dat onze economische werkelijkheid veranderd is. De platformeconomie zal niet meer verdwijnen, ze is al lang geen tijdelijk randfenomeen meer. We mogen geen vrijgeleide geven aan platformen die zich boven de wet verheven voelen en die consumenten, concurrenten én werkkrachten belazeren. Maar alle platformen demoniseren en afrekenen op de excessen van enkele spelers doet ons alleen maar kostbare tijd verliezen. Laten we die achterhoedegevechten stoppen. Platformen zijn geen vijand, ze kunnen een krachtige medestander zijn om de uitdagingen van morgen aan te pakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier