Sociaal conflict bij Google nog niet van de baan
Google-medewerkers lanceren een publieke campagne om een einde te maken aan de arbitrageclausule in hun contract. Zo’n systeem maakt het moeilijk om hun werkgever nog aan te klagen voor, bijvoorbeeld, seksuele intimidatie op de werkvloer.
Google en moederbedrijf Alphabet worden al een tijdje geplaagd door sociale conflicten, en daar lijkt nog niet meteen een einde aan te komen. Kop van jut is een bedrijfscultuur die, volgens de medewerkers, te weinig doet tegen discriminatie en intimidatie. Er werden al rechtszaken aangespannen door de aandeelhouders, en vorig jaar in november staakten een 20.000 werknemers korte tijd om te protesteren tegen de royale ontslagvergoedingen die directeurs kregen nadat ze van seksueel wangedrag werden beschuldigd.
Een nieuwe stap in dat proces draait nu rond de ‘gedwongen arbitrage’, een clausule in het contract van werknemers die voorziet dat alle geschillen eerst in een interne vergadering, buiten de rechtbank moeten worden uitgepraat. Medewerkers staan bij arbitrage vaak echter hun recht af om hun werkgever daarna nog aan te klagen, of om de uitspraak van de geschillencommissie aan te vechten.
Het afschaffen van die gedwongen arbitrageregeling was al een van de eisen in eerdere protesten. Google beloofde toen om arbitrage vrijwillig te maken in het geval van seksuele intimidatie. Voor de werknemers gaat dat echter niet ver genoeg. Zo lijkt de clausule nog gewoon present te zijn in contracten, ook die van net aangeworven werknemers.
De nieuwe campagne wilt daar nog eens op wijzen door sociale media te overspoelen met postjes over gedwongen arbitrage, kwestie van de bevolking te informeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier