Start-ups: geeft Vlaanderen Wallonië het nakijken?
Marc Coucke, Duco Sickinghe en tal van andere grote namen uit het Vlaamse bedrijfsleven stellen zich steeds nadrukkelijker ten dienste van jonge tech-bedrijven. De Vlaamse start-ups Engagor en Amplidata werden voor tientallen miljoenen dollars verkocht aan de Amerikanen. REstore, Teamleader, Ojoo en Nallian halen miljoenen euro’s op. Heeft Vlaanderen een voorsprong genomen in start-up land?
De voorbije jaren kende de Belgische start-up scène een ongelooflijke boost. Het goede nieuws blijft elkaar opvolgen, met fondsenwervingen, mooie overnames en – uiteraard – het start-up-plan van onze minister voor Digitale Agenda, Alexander De Croo (Open VLD) als kers op de taart.
Op 21 mei kondigde de Gentse social mediaspecialist Engagor trots aan dat hij werd overgenomen door zijn Amerikaanse concurrent Clarabridge voor een bedrag dat niet bekendgemaakt werd, maar dat volgens waarnemers zou afklokken boven de 30 miljoen dollar.
Een zoveelste operatie was dat die aantoont dat onze Belgische start-ups en jonge ondernemers over de nodige bagage beschikken om hun project verkocht te krijgen. Oprichter Jérémy Le Van van Sunrise kan het alleen maar beamen. Hij verkocht zijn geesteskind onlangs aan Microsoft voor 100 miljoen dollar.
Bij nader onderzoek lijkt heel wat van het goede nieuws wel afkomstig van Vlaamse software- en internetstarters. “Drie tot vier jaar geleden was het Franstalig België dat een voortrekkersrol speelde in het start-up-verhaal, onder meer dankzij de komst van BetaGroup en NEST’up, maar sinds één à twee jaar is dat toch veranderd”, aldus specialist Frederik Tibau van Data News. “Vlaanderen maakt zijn achterstand snel goed.”
Een van de grootste overnames van de afgelopen maanden is ongetwijfeld die van het Vlaamse Amplidata door Western Digital, de wereldwijde gigant voor gegevensopslag. Ook hier werd het overnamebedrag niet bekendgemaakt, maar uit onze informatie blijkt dat de operatie geen windeieren heeft gelegd voor het storagebedrijf (het zou om enkele honderden miljoenen gaan).
In mei kondigde Teamleader dan weer een fondsenwerving van 2,5 miljoen euro aan om zich te kunnen ontwikkelen. En dan is er nog Ojoo, dat 1 miljoen euro ophaalde, Nallian dat met 1,25 miljoen kwam opdraven, en REstore dat 7 miljoen euro vond.
Te weinig Franstalige voorbeelden
Betekent dit dat er geen goed nieuws komt uit Franstalig België? Helemaal niet! Take Eat Easy, de Brusselse start-up die de thuislevering van maaltijden gedigitaliseerd heeft, trok het Duitse Rocket Internet aan en kon zo 6 miljoen euro ophalen. De specialist in bewegingserkenning Softkinetic installeert zijn technologie discreet bij de meest gerenommeerde technologiebedrijven over de ganse wereld, en eerder deze week mocht het Brusselse Edebex nog een kapitaalronde van 3 miljoen euro aankondigen.
Toch stellen we de laatste maanden een dynamiek vast in Vlaanderen die we een beetje missen aan Franstalige kant, en dan vooral dan in Wallonië. “Er zijn veel meer business angels in Vlaanderen dan in Wallonië, dus wat je zegt kan kloppen”, vertelt managing partner van het Volta Venture-fonds Frank Maene. “Hetzelfde geldt trouwens voor venture capitalists.”
Maene weet waarover hij praat als één van de leidende figuren voor investeringen in start-ups in België. In de loop van 2014 kwam hij aan het hoofd te staan van het grootste Belgische tech-privéfonds. De man beschikt nu over 55 miljoen euro die hij in de start-ups kan pompen. Tot op heden nam Volta Ventures twee participaties, in BeatSwitch en in Sentiance, twee Vlaamse bedrijven.
Ook de voormalige ceo van Telenet, Duco Sickinghe, richtte een fonds op (Fortino) om voet aan de grond te krijgen in start-up land. Er volgende al snel een participatie van 2,5 miljoen in de Vlaamse start-up Teamleader. In 2013 besloot de andere voormalige topman van de Mechelse operator (ex-coo) Jan Vorstermans om nog een ander fonds op te richten dat kan investeren in jonge start-ups: VentureWise.
Ook Bart Becks (voormalige ceo van Skynet en pleitbezorger van de start-up scène in België) trad onlangs toe tot de structuur van VentureWise. En dan zwijgen we nog over Jurgen Ingels, die Clear2Pay verkocht voor 375 miljoen euro en nadien SmartFin Capital oprichtte, een fonds dat zich toelegt op fintech-starters. Zijn makker Michel Akkermans, medeoprichter van Clear2Pay, is ook een van de emblematische figuren binnen de huidige start-up scène.
Herinvesteren in het ecosysteem
Als we bekijken hoe de investeerders zich structureren in Vlaanderen, kunnen we alleen maar vaststellen dat ze dat op zijn Amerikaans doen: ondernemers en bedrijfsleiders die succesvol zijn, stellen een deel van hun oorlogsbuit ter beschikking van nieuwe projecten.
Dries Buytaert, de man achter Drupal en Acquia, haalde vorig jaar maar liefst 50 miljoen vers kapitaal op in de Verenigde Staten en pompte een deel van zijn spaargeld in Volta Ventures. Ook Folke Lemaitre, oprichter van Engagor (dat zopas werd overgenomen) liet al weten dat hij opnieuw gaat investeren in Belgische start-ups.
Aan Franstalige zijde “is het al moeilijk om vijf business angels op te noemen”, luidt de kritiek van een verantwoordelijke van een Franstalige start-up. De namen van de broers Zurstrassen, Peter Lhoest van EVS en Cédric Donck duiken regelmatig terug op.
“Het klopt dat we aan Franstalige zijde geen tegenhanger hebben van Volta Ventures”, aldus Roland Nobels, hoofd van business development bij MyMicroinvest. “Meestal zijn het lokale openbare structuren die zich ten dienste stellen van jonge bedrijven.” Alleen de start-up studio eFounders en het acceleratieprogramma NEST’up in Mont-Saint-Guibert springen er wat bovenuit.
eFounders is een privéproject, maar NEST’up wordt gefinancierd door Creative Wallonia (een programma van de Waalse overheid, goed voor … 200.000 euro). Zodra de jonge bedrijven NEST’up verlaten, moeten ze op zoek gaan naar nieuwe geldschieters.
Intussen bestaan er wel enkele kleine privéfondsen zoals LeanFund, dat verbonden is aan NEST’up en dat kleine bedragen investeert bij het opstarten van een bedrijf. Take Eat Easy, Djump, Sortlist en 1001Belges hebben er al een beroep op gedaan. Voor de rest hebben starters de keuze tussen Meusinvest, Sambreinvest en Nivelinvest: allemaal openbare structuren die lokaal zijn versnipperd.
Xavier Damman, de succesvolle Waalse ondernemer achter Storify die naar de Verenigde Staten trok, beaamt. “De Vlamingen waren zo slim om de teugels van instellingen zoals iMinds, dat overigens uitstekend werk levert, in handen te geven van mensen op het terrein, vaak zelf ondernemers. Daarin schuilt nu net het verschil. Omdat Wallonië veel te gepolitiseerd is, zet het een rem op de economische ontwikkeling. In de 21e eeuw moeten politici vooral een kader bepalen, en het werk overlaten aan de mensen op het terrein .”
Internationale successen
Een deel van onze respondenten benadrukt hoe belangrijk het is om investeerders zoals Frank Maene, Jurgen Ingels of Duco Sickinghe in je ecosysteem te hebben.
“Deze mensen beschikken meestal over hun eigen ervaring als ondernemer of intrapreneur, en over een internationaal netwerk dat ze ten dienste stellen van de start-ups waarin ze investeren”, luidt de analyse van Jean-Michel Noé, M&A senior manager bij Deloitte Fiduciaire. “Iemand als Frank Maene speelt perfect zijn rol van Belgische venture capitalist (VC) en brengt zijn start-ups in verbinding met investeerders en corporates, ook internationaal.”
De recente overnames van Amplidata en Engagor, of de fondsenwerving van Showpad (8,5 miljoen vorig jaar), zijn mooie voorbeelden van Vlaamse successen in het buitenland.
“We merken dat Vlaanderen meer naar het buitenland kijkt, niet alleen de VCs, maar ook instellingen als Voka, de Kamer van Koophandel én de Vlaamse overheid zelf”, stelt Jean-Michel Noé vast. “De spirit van de start-ups is er vandaag veel meer internationaal georiënteerd”, knikt Alexis Safarikas, medeoprichter van de Waalse start-up ListMinut.
“Er is daar een visie en kennis van de digitale sector en een bereidheid om projecten op te starten die kunnen worden uitgevoerd”, klinkt het. “We hebben dezelfde aanpak nodig in Wallonië, omdat de markt voor een start-up zich per definitie niet beperkt tot het gewest.” ListMinut heeft trouwens geld ingezameld bij Nederlandstalige business angels, en zijn zetel overgebracht naar onze hoofdstad.
Doet Wallonië het beter?
Toch mogen we het Franstalige plaatje niet helemaal zwartmaken. Omar Mohout, senior advisor bij Sirris, het collectief centrum voor technologische industrie, benadrukt dat “we verder moeten kijken dan de eenvoudige perceptie en de recente succesverhalen aan Vlaamse kant”.
Volgens Mohout hinkt Wallonië helemaal niet achterop. Een recente studie van Sirris toont aan dat 50 procent van de start-ups opgericht wordt in Vlaanderen, 33 procent in Brussel en 17 procent in Wallonië.
De expert zet deze cijfers in perspectief door ze te vergelijken met de participatie van de regio’s in het BBP (2013). Vlaanderen genereert volgens de Nationale Bank 58 procent van het BBP, Brussel 18 procent en Wallonië 24 procent.
“Het is duidelijk dat Brussel het op het vlak van start-ups beter doet en dat Vlaanderen proportioneel gezien een minder goede prestatie voorlegt dan Wallonië”, luidt zijn argument. De vaststelling zou nog uitgesprokener zijn wanneer we de meest volwassen start-ups onder de loep nemen: 29 procent van deze starters komt uit Wallonië.
Dat geografische onderscheid is natuurlijk niet naar ieders zin en “heeft geen enkele betekenis in het digitale universum”, horen we bij verschillende gesprekspartners. “In het digitale tijdperk is de wereld een dorp en de markt van een start-up strekt zich uit over de hele wereld”, vertrouwt een verantwoordelijke van een jonge start-up ons nog toe.
Dat klopt natuurlijk, maar is Wallonië niet op zoek naar een heropleving, meer bepaald in de digitale sector? Jean-Claude Marcourt wil dat Wallonië mee op de trein springt van de “beste regio’s ter wereld op digitaal gebied”, vertelde hij ons begin april nog. Om dit te bereiken zal Wallonië toch nog een stap verder moeten gaan.
“Ik denk dat het heel belangrijk is om het Waalse ecosysteem te linken aan het Vlaamse”, benadrukt Jean-Michel Noé. “We moeten ons beter integreren in de vereniging Startups.be en zeker meer lobbywerk doen om de Waalse troeven en successen beter naar voren te brengen om ons te positioneren op de digitale kaart.”
Het is inderdaad kenmerkend dat tijdens de Benelux TechTour, een Zwitsers initiatief dat jonge bedrijven en investeerders met elkaar in contact brengt, de beslissingen vielen in Brussel, Antwerpen en Rotterdam. Geen enkele Waalse stad vond een plaats in dit programma, waar meer dan honderd investeerders en 75 start-ups aan deelnamen. Onder de 12 laureaten van de Tech Tour vinden we trouwens geen enkele Franstalige terug …
Do you speak English?
Misschien is het wel tijd om Engels te leren, zo vertrouwen heel wat respondenten ons toe. In Wallonië laat de kennis van de business taal bij uitstek vaak nog te wensen over. “Engels moet alomtegenwoordig binnen de start-up scène, ook aan Franstalige kant”, benadrukt Roland Nobels van MyMicroinvest.
“Op een live-crowdfundingsessie gaan te veel Franstaligen de mist in wanneer ze moeten pitchen in het Engels. Al te vaak doen ze hun presentatie trouwens nog in de eigen taal …” Op de cruciale vraag over het leren van het Engels antwoordde Jean-Claude Marcourt in april nog dat “het probleem van het Engels geen euvel meer vormt bij onze jeugd.”
Wat meer optimisme zou echter geen kwaad kunnen. “We zien momenteel steeds meer initiatieven opduiken,” merkt Bart Becks, “zowel in Vlaanderen als aan Franstalige kant. We zijn getuige van de eerste successen, nieuwe fondsen, maar volgens mij is dit slechts het begin en we zitten nog altijd in een fase waarin de dingen op hun plaats aan het vallen zijn.”
De meeste respondenten waar we voor dit artikel mee praatten hebben het dan ook liever over de achterstand in héél België, wanneer je gaat vergelijken met de prestaties in Israël of in Berlijn. En de inwerkingtreding van de tax shelter begin juli zal de investeringen ongetwijfeld een boost geven, ook de Waalse!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier