Stefaan De Clerck, voorzitter van de raad van bestuur van Proximus, wil dat het telecombedrijf inspraak krijgt in de benoeming van een nieuwe bestuurder die namens de regering moet zetelen. Hij verkiest iemand met een technologische achtergrond. Karel De Gucht, gegadigde voor de functie, lijkt niet in dat plaatje te passen.
De Clerck beantwoordde vragen over de benoeming in de marge van een persconferentie over het verdwijnen van de telefooncellen in België. Hij stelde er de dertig laureaten voor van een wedstrijd rond projecten om telefoonhokjes een nieuw leven te geven.
De voorzitter gaf aan dat het benoemingscomité van Proximus de regering heeft laten verstaan dat het in de raad van bestuur van Proximus bestuurders wil brengen met kennis van zaken rond infrastructuur en technologie, met in het achterhoofd de honderden miljoenen aan investeringen die het bedrijf de komende jaren plant.
Als voorbeeld gaf De Clerck de onlangs benoemde onafhankelijke bestuurder Martin De Prycker, voormalig topman van Barco. De regering bezet als meerderheidsaandeelhouder de helft van de veertien zitjes in de raad van bestuur van Proximus. Het mandaat van één van hen, Theo Dilissen, liep eind februari af, maar hij werd nog niet vervangen.
Vorige maand raakte via documenten van de Europese Commissie bekend dat Karel De Gucht de functie wil uitoefenen, maar sindsdien bleef het windstil. De voormalige eurocommissaris lijkt evenwel niet in het profiel te passen dat De Clerck voor ogen heeft. In elk geval moet Proximus wachten op de regering, die de handen vrij heeft om naar eigen believen iemand als bestuurder aan te duiden. De Clerck had liever meer inspraak gehad, bijvoorbeeld door aan de regering een lijst met namen voor te stellen.
“Al zullen we uiteraard altijd een overeenkomst moeten vinden, want de overheid is onze meerderheidsaandeelhouder”, beseft hij. Nu is de regering-Michel wel net de wetgeving rond de overheidsbedrijven bpost en Proximus aan het wijzigen. Daarbij is voorzien dat de benoeming en de werking van de raad van bestuur wordt gelijkgetrokken met die van “normale” beursgenoteerde bedrijven. De Clerck zou het “consequent” vinden, mocht de regering die principes al toepassen bij de benoeming van de opvolger van Dilissen. (Belga)
