Steve Jobs was een genie, maar geen heilige

Het gebeurde deze zomer nog. Een journalist vroeg me wie mijn grootste voorbeelden als ondernemer zijn. Er stierf er één voorbije nacht. Steve Jobs’ passie voor gebruiksgemak, vorm en design gecombineerd met het lef om in zijn eigen buikgevoel te vertrouwen en dingen te creëren waarvan hij ten volle overtuigd was dat het goed is, zijn legendarisch.

Het gebeurde deze zomer nog. Een journalist vroeg me wie mijn grootste voorbeelden als ondernemer zijn. Er stierf er één voorbije nacht. Steve Jobs’ passie voor gebruiksgemak, vorm en design gecombineerd met het lef om in zijn eigen buikgevoel te vertrouwen en dingen te creëren waarvan hij ten volle overtuigd was dat het goed is, zijn legendarisch. Apple is het grootste beursgenoteerde bedrijf, met de meeste cash op zijn bankrekening. Ook hijzelf kan zich rekenen bij de rijksten ter aarde. Tel daarbij zijn andere successen, zoals het animatiebedrijf Pixar dat onder zijn leiding groot werd en verkocht aan Disney voor 7,4 miljard dollar. Een lichtend voorbeeld voor elke ondernemer, en een held voor mezelf.

Bij het lezen van de vele artikels en lofbetuigingen, van president Obama tot oprichter Bill Gates van aartsrivaal Microsoft, verbaasde ik me over de verregaande personencultus. Is Steve Jobs niet een bijzonder goede CEO, die zijn aandeelhouders erg blij maakt door met aantrekkelijke producten de harten van de consumenten te veroveren? Ik vind dat het als normaal bestempeld mag worden dat een koper of gebruiker verwacht van een product of dienst dat het zijn leven verbetert en dus ook verandert. Jobs heeft Jonathan Ive, het hoofd design, kunnen aanwerven en motiveren vanaf de eerste iPod, de i-lijn te perfectioneren. Hij heeft zijn ingenieurs kunnen stimuleren om te focussen op de stabiliteit en veiligheid van OSX en iOS, slim gebaseerd op unix. Hij stond bekend de ijzeren hand te hanteren en betrokken te zijn met het kleinste detail. Hij heeft met zijn marketing team een unieke stijl van presenteren en bouwen van hype gecreëerd waardoor hij de pers kan inzetten als promo-kanaal. Maar hij is er vooral in geslaagd de consumenten te overtuigen dat zijn producten veel waard zijn, waardoor ze er aldus veel geld voor willen neerleggen. Beschouwen we het bedrijf niet teveel als een one-man-show, terwijl het fantastische ingenieurs, marketeers en designers in het team heeft?

Apple heeft de laatste tien jaar grensverleggende producten gelanceerd en de concurrentie op bijbenen gezet, met een prijszetting die hun, voor de sector, zeer hoge marges oplevert. Maar had Apple niet de kans om die innovaties aan meer mensen aan te bieden, mochten ze ook minder op winst focussen?

Ik vermoed dat het exclusief maken van de producten door de creatie van kunstmatige schaarste en een dure prijs, een goed uitgekiende strategie is. Een partnership met AT&T omdat het lucratiever is dan eentje met Verizon, ondanks deze laatste een groter marktaandeel heeft. Enerzijds bouw je iets enorm innoverend, je geeft het een pracht design, beste gebruikersgemak, je vindt het ‘the best thing ever’, je wilt dat iedereen het ervaart, maar je beperkt je doelpubliek uit commerciële redenen. Ik heb jammer genoeg Steve Jobs niet mogen ontmoeten, maar ik had hem graag willen vragen hoe hij over deze paradox dacht.

Apple fans vragen zich soms af waarom Apple op zoveel geld blijft zitten en het niet sneller investeert in nog ambitieuzere projecten. Ze vergelijken hem dan met bijvoorbeeld Elan Musk of Richard Branson die met hun bedrijven in veel baanbrekendere initiatieven investeren. Tegenstanders verwijten Steve Jobs soms dat hij, ondanks zijn persoonlijk fortuin weinig filantropische initiatieven heeft genomen. Ik denk dat Steve Jobs gewoon heel hard gefocussed was op het bedrijf waar hij zijn passie in stak, samen met zijn team producten bouwde die hij zelf wou hebben en aldus geen tijd vond voor afleiding. Ik hoop mij daarin te mogen herkennen. Steve Jobs was een genie en heiligen zijn zowel hij als ik niet.

Toon Coppens Toon Coppens is medeoprichter en CTO van Netlog.

Deze opinie verscheen alsdusdanig oorspronkelijk in de krant De Tijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content