Het wordt stilaan dringen op de markt voor converged storage. Storpool combineert storage en servers in een gedistribueerde architectuur.
Het wordt stilaan dringen op de markt voor converged storage. Storpool combineert storage en servers in een gedistribueerde architectuur.
Het ontbreekt oprichters Boyan Ivanov en Boyan Krosnov duidelijk niet aan ambitie wanneer ze stellen dat ze hét storageplatform van de 21ste eeuw ontworpen hebben. Hun model is gebaseerd op commodity software (x86-servers en gevirtualiseerde storage), met daarboven intelligente software die de hardware op zo’n manier ‘exploiteert’ dat het systeem uiteindelijk alle rekenbronnen combineert en ongebruikte storage opgebruikt.
In de praktijk gebruikt en combineert StorPool t opslagruimte, bandbreedte en het IOPS-vermogen op virtuele machines, om op die manier zoveel mogelijk power vrij te maken voor werkprocessen. Als concept heeft StorPool heel wat weg van ScaleIO en Nutanix: de starter moet het meer hebben van intelligentie dan van volume management. “Het concept is niet nieuw, maar de aanpak is origineel,” zeggen de oprichters, die nog eens wijzen op het probleem van redundantie.
Als belangrijkste troeven verwijst het bedrijf naar zijn eenvoudige en volledig gedistribueerde architectuur, een totale horizontale schaalbaarheid, geavanceerde ‘storage management’-functies (QoS, snapshot, dedup,… in de vorm van software), evenals ongeëvenaarde prestaties en efficiëntie. Het aanbod is vooral geschikt en bedoeld voor dienstverleners.
