Bart Steukers

Technologische souvereiniteit door samenwerking

Bart Steukers CEO bij technologiefederatie Agoria.

Hoe kan Europa minder afhankelijk worden van landen als China en de Verenigde Staten? Door in te spelen op de eigen troeven en ook op regionaal niveau beter samen te werken, schrijft Bart Steukers, CEO van technologiefederatie Agoria.

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, sprak vandaag in haar ‘state of the union’ over de magische term ‘technologische soevereiniteit.’ In de technologische sector hebben we hier allemaal de mond van vol. We bedoelen dan dat we niet afhankelijk mogen worden van China en de Verenigde Staten en we zelf in onze Europese behoeften moeten kunnen voorzien. Liefst van al niet eens op Europees niveau, maar ook nog eens op nationaal niveau, of waarom niet, op regionaal niveau.

Maar is dat haalbaar? Heeft Europa daar de slagkracht voor, de beslissingssnelheid, de financiële middelen, de politieke eensgezindheid? Misschien niet altijd, maar Europa heeft wel andere troeven waar het op inzet. Zo kan Europa ons stimuleren om op een andere manier naar de dingen te kijken dan vanuit ons lokale hoekje.

Daarnaast biedt Europa schaalvoordelen, kan het heel veel expertise aanbrengen, kan het ons slimme financieringsmodellen aanbieden, heeft het topuniversiteiten en onderzoeksinstellingen… Kortom, Europa kan bouwen op innovatie, kritische massa en heel veel talent (waar we nog vele stappen vooruit in kunnen zetten).

Van klant naar co-investeerder

Neem nu onze energiebevoorrading, waar de discussie de voorbije dagen volop over woedt. Waarom stijgen onze gasprijzen zo? Omdat we te afhankelijk zijn van anderen voor onze energiebevoorrading? Maar is dat dan niet altijd zo geweest? We voeren toch ook al tientallen jaren petroleum in vanuit de hele wereld?

Ik denk dat het verschil erin bestaat in welke rol we spelen in de waardeketen, meer dan in de afhankelijkheid van anderen… We blijven teveel de rol van ‘klant’ opnemen in plaats van ‘(co)-investeerder. Zijn we niet te afhankelijk van prijsevoluties op de gas- en energiemarkt omdat we energie importeren als ‘klant’ en niet als mede ‘producent’, ook al is de productie in het buitenland?

‘Europa neemt internationaal teveel de rol van ‘klant’ op in plaats van ‘(co-)investeerder’

De recente prijsstijgingen op de aardgasmarkt zijn een wereldwijd fenomeen maar voelen we in Europa nog harder omdat we zelf weinig gasvoorraden hebben en grotendeels afhankelijk zijn van import. Het uitbouwen van hernieuwbare energieproductie in Europa laat toe de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en onze energiebevoorrading meer in eigen handen te nemen. Dit betekent echter niet dat we helemaal geen import meer gaan nodig hebben. Voor het terugdringen van de CO2-uitstoot van onze zware industrie zullen we bijvoorbeeld nood hebben aan groene waterstof, en we zullen die niet allemaal lokaal kunnen opwekken in Europa.

Een stuk controle

Er zullen partnerschappen ontwikkeld moeten worden met die landen waar hernieuwbare energie het meest kost-efficiënt kan opgewekt en vervoerd worden. Dit is ook een opportuniteit om onze Europese/Belgische technologische innovaties en ons talent te exporteren. Door mee te investeren nemen we niet gewoon de rol op van ‘klant’, maar behouden we zelf een stuk de controle.

Europa kan hier de lead nemen en assertief naar die landen gaan waar we mee in de productie van hernieuwbare energie kunnen co-investeren en dit voor een Europese energiebevoorrading aan een beheersbare prijs. Verschillende landen in Europa (zoals Duitsland) zijn bijvoorbeeld al bezig met het afsluiten van memorandums van overeenstemming (MoUs) voor nieuwe waterstof handelsroutes, terwijl bij ons nog steeds discussie gevoerd wordt over de haalbaarheid van onze energie-mix van de toekomst.

Samenwerking

We moeten natuurlijk niet enkel samenwerken met landen buiten Europa. Ook binnen Europa is samenwerking cruciaal, zeker voor een klein land als België. Dit op het vlak van hernieuwbare energieproductie, maar ook op vlak van de technologieën die nodig zijn om de groene transitie te maken (zoals batterijen en waterstof). De zogenaamde belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) bieden mogelijkheden aan lidstaten om samen te werken rond projecten die van strategisch belang zijn voor de Europese unie en bijdragen tot onze technologische soevereiniteit. We moeten de middelen en investeringsmogelijkheden die Europa biedt verstandig gebruiken door strategische keuzes te maken en ambitieuze doelen te stellen.

En wat die Europese middelen trouwens betreft… dat ons land 750 miljoen minder uit de Europese relancepot krijgt, is geen slecht maar goed nieuws, want dit komt omdat onze economische groei steviger herneemt dan verwacht… laten we hier dus niet over klagen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content