Nog geen duidelijke afbakening waar er geen glasvezel komt in Vlaanderen

© Getty Images

Een kaart van Vlaanderen waarop duidelijk is in welke landelijke gebieden er geen glasvezelnetwerk komt, is er nog niet meteen. De afbakening hangt ook af van de gebieden waarin Proximus en Wyre (het infrastructuurbedrijf van Telenet en Fluvius) samenwerken en dus niet elk een eigen netwerk aanleggen, zo bleek deze week tijdens een hoorzitting in de Kamer.

De uitrol van snel glasvezelinternet (of fiber) kost miljarden. Aanvankelijk gingen telecomoperatoren Proximus en Telenet elk hun eigen netwerk uitrollen in Vlaanderen. Samenwerken leek geen optie omdat de concurrentie moest spelen, maar uiteindelijk zette de overheid toch de deur op een kier. De bedrijven sloten daarop een akkoord om in een groot deel van Vlaanderen zowat twee miljoen gezinnen op dezelfde kabel aan te sluiten, naast de dichtbevolkste regio’s waar ze elk hun eigen netwerk installeren.

De autonome uitrol in de dichtbevolkte ‘A-gebieden’ zal 900.000 wooneenheden bereiken in Vlaanderen, zo legde Damien Gerard, auditeur-generaal van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), uit in de Kamercommissie Economie. In de midden-dichtbevolkte B-gebieden zal Wyre 60 procent voor zijn rekening nemen en Proximus via infrastructuurdochter Fiberklaar 40 procent. In die gebieden gaat het om twee miljoen wooneenheden, zeg maar woningen. Dat zijn er 500.000 meer dan in de initiële, afzonderlijke plannen van Proximus en Telenet, aldus Gerard.

‘Mijlpaal’ voor glasvezeluitrol: zowat 30 procent lagere toegangsprijzen door samenwerking Proximus en Telenet

Landelijk gebied

En dan is er het landelijke gebied, het dunnerbevolkte platteland of C-gebied. Hier gaat het om 700.000 woningen. Er komt geen fiber, maar er is afgesproken dat de operatoren gebruik zullen maken van het bestaande netwerk van Wyre (HFC, hybride glasvezel-coax). Dat houdt in dat het stuk van de straatkasten tot de huizen geen glasvezelkabel wordt, maar wel ‘oude’ coax-kabel. De afbakening van die zone hangt af van de definitieve bepaling van de B-zone. In het C-gebied zullen klanten van Proximus gemigreerd worden naar het Wyre-netwerk.

Wie naar een indicatieve kaart van telecomregulator BIPT kijkt, ziet hier vooral zones in West-Vlaanderen en Limburg. Overigens zijn er in het C-gebied ook zogenaamde ‘witte zones’ die vandaag de hogere internetsnelheden niet halen. In Vlaanderen gaat het concreet om zowat 25.000 gezinnen zonder toegang tot een verbinding met een snelheid van 30 Mbps (megabit per seconde) en 44.000 zonder toegang tot 100 Mbps, verduidelijkte Stefaan Vyverman, lid van de Raad van BIPT.

Hoe al die zones afgebakend zijn, is uiteindelijk nog niet duidelijk. Tot vrijdag loopt de openbare raadpleging die de BMA vorige maand aankondigde over de fibersamenwerking. In december moet er een advies van het BIPT komen en in februari 2026 zou een definitieve beslissing van de BMA volgen. Damien Gerard hoopt op een beslissing begin 2026, klonk het. ‘Een kaart zal alleen mogelijk zijn na de finale beslissing van de BMA’ en ook de beslissing van de ondernemingen waar ze hun netwerk zullen uitrollen.

Economische waarde

De raadpleging van de marktdeelnemers gaat over de toezeggingen die Proximus en Telenet gedaan hebben om tegemoet te komen aan de bezorgdheden van de marktregulator. Beide partijen engageerden zich tot lagere tarieven en een grotere dekking (in de B-zone), duidde Gerard.

De auditeur van de BMA wees er bij de risico’s van de samenwerking op dat in de B-zones beide partijen elkaar niet beconcurreren op infrastructuur en dat er dus minder marktwerking zou kunnen zijn. In de C-zones is er een eliminatie van op infrastructuur gebaseerde concurrentie. Wyre zou een langetermijnmonopolie hebben op zowat 0,7 miljoen wooneenheden, met een risico op oneerlijke groothandelstarieven. Bij de voordelen wordt gewezen op de snellere uitrol, bredere dekking, verbeterde kwaliteit, minder storende werken, betere toegangsvoorwaarden voor de netwerken en dies meer.

De BMA schat de totale directe economische waarde van de samenwerking op zeker 2,5 miljard euro, een voorzichtige inschatting. Het was een voorwaarde van de concurrentiewaakhond dat een ‘redelijk deel’ van die voordelen naar de consumenten gaan. Het bedrag bestaat bijvoorbeeld uit investeringen die niet meer nodig zijn en moet ook naar een grotere dekking en gunstigere voorwaarden voor ook derde operatoren gaan. ‘De BMA is van mening dat met de toezeggingen die nu op tafel liggen, er een billijke verdeling van de voordelen van de samenwerking is.’

‘Geen duidelijkheid’

Kamerlid Jeroen Soete van Vooruit, initiatiefnemer van de hoorzitting, blijft na afloop op zijn honger zitten. De BMA gaat niet echt in op zijn verzoek tot uitstel tot er meer duidelijk is, bemerkt hij. ‘Zeer jammer. Er loopt een publieke raadpleging, een openbaar onderzoek. Maar de meest rechtstreeks betrokken stakeholders, de lokale besturen en hun inwoners, hebben helemaal geen duidelijkheid.’ Zo weten ze nog niet welke gemeente of deelgemeente fiber krijgt of niet. ‘Die onduidelijkheid en dat gebrek aan transparantie over de toekomstige uitrol blijven helaas overeind.’

De West-Vlaamse volksvertegenwoordiger had eerder aangekaart dat landelijke gebieden de trein naar het internet van de toekomst dreigen te missen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise