Ben Caudron

Transparantie? Graag.

Ben Caudron Socioloog en auteur, gepassioneerd door mensen en technologie

Ongeloof en dankbaarheid. Dat waren de sentimenten die bleven sluimeren nadat ik ‘veiligheid en verbondenheid‘ van Saskia Van Uffelen had gelezen.

Die dankbaarheid had alles te maken met mijn college over kritische bronnenanalyse. Het theoretisch deel had ik net afgerond en ik zocht een casus waarop de studenten hun tanden konden stuk bijten. Beter dan het stuk van Van Uffelen kon ik niet vinden. Niet alleen kan zowat elk onderdeel van bronnenkritiek ermee toegelicht worden, het onderwerp zelf – technologische innovatie – sluit aan bij de belevingswereld van mijn studenten.

Het ongeloof had dan weer alles te maken met mijn achting voor mevrouw Van Uffelen. Die is en blijft zeer hoog. Wat ik net gelezen had kon ik evenwel niet rijmen met het beeld dat ik van haar heb. Ik ken haar immers als slim – met ‘slim’ bedoel ik hier totaal wat anders dan ‘slim’ zoals in ‘slimme wereld’ – en niet geneigd tot het zinledige gewauwel dat zo kenmerkend is voor technologie-evangelisten.

Kritische tekstanalyses onderzoeken hoe een betoog is opgebouwd, hoe stellingen worden verwoord, welke argumenten worden aangedragen, welke conclusies worden geformuleerd, welke verwijzingen naar een externe werkelijkheid worden gebruikt, welke assumpties over de oorzaken voor al dan niet vermeende situaties worden verdedigd.

Van Uffelen schetst die situatie meteen in de aanloop van haar stuk. Aanleiding voor haar beschouwing is het contrast tussen haar positieve ervaring van het bezoek aan Stockholm en de toestand die ze in België meent te bespeuren. Die toestand schetst ze aan de hand van commotie die ontstond toen bekend raakte dat Samsungs Smart TV het niet zo nauw neemt met privacy.

Hoe hard ik ook probeer, ik vind geen bevestiging voor het bestaan van die eindeloze discussies over privacy.

Één en ander leidt tot de stelling dat “België dreigt te verzanden in eindeloze discussies rond privacy en het gebruik van online gegevens, terwijl het zo snakt naar digitalisering; naar een slimme wereld en economie.”

Hoe hard ik ook probeer, ik vind geen bevestiging voor het bestaan van die eindeloze discussies. Integendeel zelfs. In vergelijking met andere landen – Nederland, om één voorbeeld te geven – is het bij ons pover gesteld met die discussies. Meer dan occasionele en kortstondige uitingen van onbegrip als weer eens blijkt hoe technologiereuzen ongestoord hun gang kunnen gaan zonder acht te slaan op privacy, valt er niet te ontwaren. Zelfs de veelbesproken onderonsjes tussen Tommelein en Facebook of de moedige houding van de privacy-commissie die aan deze onderonsjes voorafging, kunnen moeilijk gekwalificeerd worden als “eindeloze discussies”, en al helemaal niet als de oorzaak voor ons schijnbaar onvermogen om ons “ontpoppen tot het moderne, vooruitstrevende land dat we willen zijn.”

Echt slim?

Dat het artikel gewag maakt van het lege predicaat ‘slim’ zou een detail geweest zijn dat in de plooien van mededogen kon verdwijnen, ware het niet dat er een andere discursieve truc in besloten ligt. ‘Slim’ wordt immers gelijkgesteld met ‘beter’ en dan moet niet alleen toegelicht worden wat precies communicerende sensoren slim zou maken (over deze bedenking heb ik het elders al omstandiger gehad), maar ook waarom ‘slimmer’ ook meteen beter zou zijn. Sommige toepassingen maken het leven van categorieën van mensen ongetwijfeld beter, maar dit garandeert niet dat dit voor elke toepassing zo zou zijn. Tenzij met beter ‘beter voor de return on investment‘ bedoeld wordt.

Van Uffelen merkt op dat transparantie een cruciaal begrip is in het privacy-debat, dat dringender dan ooit dient gevoerd te worden. Hierin wordt ze bijgetreden door experts als Helen Nissenbaum, die wel meer inzichten aanlevert waarmee we dat debat kunnen actualiseren, zoals Van Uffelen suggereert. Helaas kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Van Uffelen minder in het debat zelf geïnteresseerd is dan in één specifieke uitkomst: een deregulering zodat de onstilbare informatiehonger van technologieleveranciers en al dan niet illegaal opererende overheidsdiensten kan gestild worden.

Het komt ondernemers toe te pleiten voor een juridische context die hun zakelijke belangen maximaal behartigt. Alleen zou het aangenamer, opener, transparanter discussiëren zijn mochten ze deze pleidooien in klare termen voeren en niet proberen de werkelijkheid te inverteren. Ik ben het volledig eens met Van Uffelen: we hebben nood aan een nieuw tijdelijk evenwicht. Ik hoop dan ook dat we het debat dat hiervoor nodig is kunnen voeren, maar dan wel met alle maatschappelijke actoren en hun respectieve belangen. Zo vergroten we pas echt de kans dat onze innovaties tot een betere wereld kunnen leiden.

.

Ben Caudron is socioloog en auteur van “Niet Leuk? Mijmeringen over nieuwe media, mensen en macht“.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content