270.000 lagere schoolkinderen in Vlaanderen maken oefeningen of huiswerk digitaal.
270.000 Vlaamse lagere scholieren tussen zes en twaalf jaar maken hun schooloefeningen of huiswerk digitaal, en de helft van de leerkrachten op de lagere school geeft zijn leerlingen digitale opdrachten. Dat meldt de uitgeverij van schoolboeken Van In op basis van cijfers van bingel.be, een digitaal oefenplatform voor lagere schoolkinderen.
Uitgeverij Plantyn, nog een uitgever van schoolmateriaal, onderzocht dan weer het gebruik van tablets in 40 lagere en secundaire pilootscholen in Vlaanderen. Hieruit blijkt dat 38 procent van de leerlingen dagelijks gebruik maakt van tablets in de klas. Daarbij is het opvallend dat 46 procent van de leerlingen zelf zijn tablet moet aanschaffen.
Zowel Van in als Plantyn bieden digitale schoolboeken en oefeningen aan op tablets. Zo gebruikt Plantyn bijvoorbeeld de Layar-app als aanvulling voor de papieren atlas. Daarmee kunnen leerlingen pagina’s uit hun atlas scannen met de camera van hun smartphone, waarna er aanvullende digitale informatie en beeldmateriaal op hun scherm verschijnt.
Bull-ceo Saskia Van Uffelen, die vorig jaar door de Belgische overheid de taak kreeg te helpen bij de uitvoering van de Digitale Agenda van de Europese Commissie, is tevreden met de digitale evolutie die zich in het onderwijs voltrekt: “Ik ben heel blij met het feit dat uitgeverijen zich zo gevoelig opstellen voor de digitale trends”, zegt ze. “Op termijn zal het digitale aspect niet meer weg te denken zijn uit ons hedendaags onderwijs. Kinderen moeten op jonge leeftijd in aanraking komen met de mogelijkheden maar ook met de gevaren die de digitalisering met zich meebrengt.”
Al zijn we er volgens Van Uffelen nog lang niet. “Vlaanderen doet het niet slecht, maar bevindt zich nog niet op het niveau van de buurlanden. Nederland bijvoorbeeld, heeft op het vlak van digitalisering een streepje voor. Maar zeker ook het Franstalige onderwijs zal stappen moeten ondernemen om bij te benen.”
