Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) benadrukt dat de inlichtingendiensten in de strijd tegen het internationaal terrorisme over alle mogelijke mensen en middelen moeten beschikken om hun werk zo goed mogelijk te kunnen doen. Een kabeltap hoort ook bij die middelen.
Vandeput benadrukt wel dat de militaire inlichtingendienst ADIV ook binnen de herziening van de wet gebonden blijft aan een zeer strikt wettelijk en juridisch kader, waar bovendien een zeer intensieve controle wordt op uitgevoerd.
De minister van Defensie reageert daarmee op het advies van de Privacycommissie op de herziening van de wet op de bijzondere methoden die de inlichtingendiensten mogen toepassen. De commissie zet grotendeels het licht op groen voor de wetswijzigingen, maar struikelt onder meer op de mogelijkheid voor ADIV om communicatie die via (glasvezel)kabel verloopt, massaal af te tappen.
“Je kan niet verwachten als samenleving dat onze veiligheidsdiensten er alles aan doen om terrorisme te voorkomen en ze dan niet de nodige middelen ter beschikking stellen om hun job te doen”, vindt minister Vandeput. Hij benadrukt dat meer dan tachtig procent van de wereldwijde informatiestromen vandaag al via de kabel loopt. Dat zal in de toekomst nog toenemen. “Een inlichtingendienst die geen toegang heeft tot de kabel is eigenlijk blind en doof. En dat kunnen we niet toelaten. Met de BIM-wet hebben we dit dan ook rechtgetrokken”, luidt het.
Strikt kader
Minister Vandeput beseft dat bij dergelijke beslissingen altijd discussie zal ontstaan over hoe ver een inlichtingendienst mag gaan. Maar voor Vandeput moeten die diensten in de strijd tegen het internationale terrorisme alle mogelijke mensen en middelen krijgen om hun job zo goed mogelijk te doen. Al benadrukt hij wel dat ADIV gebonden blijft aan een strikt kader en onderhevig is aan stevige controle.
Bovendien, zegt de N-VA-minister, betekent toegang tot de kabel niet gelijkstaat aan massa-surveillance. “Integendeel, zij zullen de kabel enkel op basis van op voorhand gedefinieerde selectoren, zeer selectief en in functie van hun wettelijke opdracht en reële dreigingen gebruiken om inlichtingen te verzamelen die mee onze dagelijkse veiligheid kunnen versterken”, besluit Vandeput. (Belga/WK)
