Amerikaanse wetenschappers hebben het leven van een kindje met ademhalingsproblemen gered, aan de hand van een 3D-geprint spalkje dat werd aangebracht in het lichaam.
Een Amerikaanse baby genaamd Kaiba had de uitzonderlijke aandoening Bronchomalacia. Toen hij zes weken oud was, stopte hiji soms plots met ademen, als gevolg van een zwak kraakbeen rond een luchtpijpvertakking.
Toen het kind op een keer opgenomen werd op de spoedafdeling van het ziekenhuis, bleek er geen normale behandeling mogelijk. Wetenschappers van de universiteit van Michigan besloten het dan maar over een andere boeg te gooien: ze namen een CT-scan van de luchtpijp, en lieten op basis daarvan een spalkje uit de 3D-printer rollen, dat de luchtpijp van het kindje weer normaal deed functioneren.
Het zal nog wel drie jaar duren alvorens het bioresorbeerbare materiaal helemaal in het lichaam opgelost is, maar drie weken na de behandeling waren de ademhalingsproblemen van de baby wél van de baan. Intussen is Kaiba 18 maanden, en hij ademt nog steeds normaal.
Kaiba is de eerste persoon ter wereld die een dergelijke behandeling heeft gekregen, voorheen werd er enkel mee geëxperimenteerd bij dieren. In principe is het nog niet toegelaten om menselijke behandelingen te doen met 3D-geprint materiaal, maar de onderzoekers richtten zich tot de Food and Drug Administration (FDA), die de behandeling in dit geval versneld goedkeurde.
