Vier procent van de Belgische gezinnen heeft een tabletcomputer
Negen op de tien Belgen kent het fenomeen van de tabletcomputer. Toch is nog maar vier procent van de gezinnen overgegaan tot de aankoop van een dergelijk toestel. Eén en ander blijkt uit een studie van het communicatiebureau Isobar. Hoewel het penetratiegehalte nog relatief klein is, geeft zeven procent van de (bevraagde) gezinnen aan een tabletcomputer te willen kopen in de nabije toekomst. Nog eens vijf procent zou dat in een iets later stadium willen doen. Ter vergelijking: ongeveer 1 op 5 Belgen is momenteel in het bezit van een smartphone.
Negen op de tien Belgen kent het fenomeen van de tabletcomputer. Toch is nog maar vier procent van de gezinnen overgegaan tot de aankoop van een dergelijk toestel. Eén en ander blijkt uit een studie van het communicatiebureau Isobar.
Hoewel het penetratiegehalte van tablets nog relatief klein is in ons land, geeft zeven procent van de (bevraagde) gezinnen aan een tabletcomputer te willen kopen in de nabije toekomst. Nog eens vijf procent zou dat in een iets later stadium willen doen. Ter vergelijking: ongeveer 1 op 5 Belgen is momenteel in het bezit van een smartphone.
Isobar organiseerde, in samenwerking met Dialog Solutions en Ant Research, een face to face gesprek met 500 Belgen tussen 15 en 70 jaar oud (naar eigen zeggen een representatief staal van de bevolking). Na extrapolatie klokt het communicatiebureau af op 180.000 verkochte tablets in België, vooral iPad’s, maar ook enkele Galaxy Tab’s van Samsung.
“Men moet bij de interpretatie van de cijfers zeker rekening houden met de prijs”, zegt digital strategic planning manager Matthieu Vercruysse van Aegis Media, het bedrijf achter Isobar. “Terwijl de gemiddelde prijs zich rond de 500 euro bevindt, willen de meeste consumenten maar 400 euro ophoesten.”
Isobar bevroeg ook een panel van 289 tablet-eigenaars met behulp van een online vragenlijst. 68 onder hen lieten zich twee weken volgen om het gebruik te kunnen opmeten.
Eén van de opvallendste antwoorden uit de vragenlijst, is dat de aankoop van een toestel (vooral van een iPad) vaak voortvloeide uit een impulsieve beslissing. Dit gezegd zijnde, gebruikt meer dan één op de tien respondenten zijn of haar tablet intussen meer dan twee uur per dag. Vier op tien gebruiken het toestelletje langer dan een uur, en de grote meerderheid meer dan 45 minuten.
Onontbeerlijk Volgens de onderzoekers heeft de tablet zichzelf al onontbeerlijk kunnen maken dankzij troeven als multifunctionaliteit en complementariteit: hij biedt méér dan een mobieltje en vermijdt de nadelen van de laptop (opstarttijd, we kunnen de laptop niet ‘laten slingeren’ in de woonkamer, moeilijker gebruik vanuit de zetel, etc.).
De woonkamer is de plek waar iPad’s en Galaxy Tabs het vaakst worden gebruikt, gevolgd door de slaapkamer en de trein (HST), het vliegtuig en de metro. Vercruysse concludeert daaruit dat het gebruik tot op heden voornamelijk huiselijk blijft.
De helft van de gebruikers heeft meer dan twintig applicaties gedownload, maar de grote meerderheid gebruikt er minder dan tien op regelmatige basis. “Vandaar de grote uitdaging voor een applicatieontwerper om op te vallen en boven de rest uit te steken”, klinkt het nog.
Wat de ‘klassieke’ media betreft is de dagbladpers het populairst bij de tableteigenaars. Meer dan de helft (56 procent) raadpleegt geregeld krantensites of -apps, gevolgd door magazines en televisie. Radiotoepassingen lopen een beetje achter.
Applicaties zijn echter geen noodzakelijke voorwaarde voor informatieconsumptie. Slechts 29 procent raadpleegt de media hoofdzakelijk via applicaties. Gebruikers blijven ook op de tablet surfen op ‘klassieke’ websites. De toegevoegde waarde van de applicaties wordt enkel en alleen gerealiseerd wanneer er een differentiërende aanpak wordt gevolgd ten opzichte van de klassieke site (inhoud, design, extra functionaliteiten…). Dit is tot nu toe bij (te) weinig Belgische media het geval.
Meer nog, gebruikers vinden gratis informatie consumeren nog steeds vanzelfsprekend. Met de tablets zijn deze gewoontes niet verdwenen. “De tablet zal dus niet noodzakelijk de redder in nood zijn voor de traditionele mediahuizen”, besluit Vercruysse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier