‘Vlaanderen heeft nood aan minister van Digitale Agenda’
De volgende Vlaamse regering zou best een minister van Digitale Agenda hebben. Dat verklaarde de kersverse SERV-voorzitter Hans Maertens, bij de voorstelling van de nieuwe visienota van de Vlaamse sociale partners.
Nieuwe technologieën zullen de maatschappij de volgende jaren revolutionair hertekenen in allerlei domeinen. “Er is daarom nood aan een gïntegreerde aanpak, zodat we de trein niet missen”, waarschuwde de SERV-voorzitter.
De uitdagingen situeren zich in verschillende domeinen zoals onderwijs, arbeidsmarkt, infrastructuur, publieke diensten en regelgeving. “Hoe gaan we werknemers omscholen? Hoe zorgen we ervoor dat iedereen mee kan met de nieuwe technologieën? Wat met cybersecurity en privacy?”, illustreerde de voorzitter de vele uitdagingen.
Aanpak in Vlaanderen te versnipperd
Op federaal niveau is Alexander De Croo minister van (onder meer) Digitale Agenda. Op Vlaams niveau bestaat die bevoegdheid niet en vallen de uitdagingen nu vooral onder het ministerie van Philippe Muyters, dat de (brede) bevoegdheid heeft over Werk, Economie, Innovatie en Sport.
Maertens wilde zeker niet gezegd hebben dat Vlaanderen achterop hinkt inzake digitalisering. “We behoren tot de koplopers in Europa”. Maar de aanpak van een aantal uitdagingen gebeurt nu nog vaak te versnipperd. De SERV-voorzitter verwijst naar landen als Duitsland en Scandinavië waar op een meer geïntegreerde manier over de problematiek wordt nagedacht.
“Neem de zelfrijdende wagen. Wat betekent dat voor de autosector? Voor de werknemers? Voor ons onderwijs en voor onze infrastructuur? We gaan toch niet wachten op de eerste leveringen vooraleer we de discussie hierover opstarten?”.
Ook werkgevers moeten tandje bijsteken
De SERV reikt met zijn visienota, die vijftig actiepunten omvat, de bouwstenen aan voor het Vlaamse digitale beleid. Tegelijk gaan de sociale partners de volgende maanden ook kijken wat ze zélf kunnen doen. Maertens, die ook voorzitter van Voka is, gaf toe dat ook werkgevers een tandje moeten bijsteken, inzake opleidingen bijvoorbeeld. Daarnaast gaat de SERV ook bedrijven ondervragen en ‘best practices’ oplijsten die inspiratie moeten bieden.