Voorpublicatie: Humanistisch blijven in een technologische wereld

Digitale technologie heeft de maatschappij in een controlecrisis gebracht. Maar dat hoeft helemaal geen slecht nieuws te zijn, schrijft Fredo De Smet in zijn nieuwe boek Artificial Stupidity, Handleiding voor Digitale Humanisten. Met 10 vuistregels helpt hij lezers om meer humanistisch in plaats van mechanistisch te worden. U leest hier al een exclusieve voorpublicatie.

Hoe we relaties opbouwen, hoe we nieuws consumeren, hoe we leren en studeren, hoe we ons verplaatsen, hoe we werken, hoe we spreken en schrijven, hoe we zijn wie en waar we willen zijn. Deze zaken worden vandaag allemaal in vraag gesteld.

Dat de wereld waarin we leven aan het veranderen is, dat is niet nieuw. Die wereld laat zich gemakshalve beschrijven als de maatschappij, het onderwijs, de media, de arbeidsmarkt, de natuur. Alles lijkt onder vuur te liggen. Alles moet beter, alles moet veranderen. In elk van deze veranderingen heeft technologie een aandeel. Veranderingen veroorzaken bij veel mensen stress of ongerustheid. Het is dan ook makkelijk technologie als schuldige te zien.

Met onzekerheid als enige zekerheid bevinden we ons in een uniek moment. Een kantelmoment waarvan we de uitkomst niet kennen. Technologie kan ons helpen de richting van de kanteling te sturen. Technologie is enerzijds de actor van de verandering,maar ook de facilitator van de oplossing. Dit betekent echter dat we moeten begrijpen hoe technologie werkt. We moeten als het ware meewerken met de technologie, in plaats van ze enkel voor ons te laten werken. De controle loslaten. Samenleven met technologie.

Met onzekerheid als enige zekerheid bevinden we ons in een uniek moment

Dat klinkt voor veel mensen angstaanjagend. Worden we dan geen slavenvan de robots die we zelf gemaakt hebben? Dat is een bekend doembeeld uit literatuur en sciencefiction. Niet toevallig komt hetwoord robot uit Karel Capeks toneelstuk R.U.R. of Rossumovi Univerzální Roboti (1921). Karel en zijn broer Jozef Capek – allebei activisten tegen de totalitaire staatsculturen – haalden hun inspiratie bij het Tsjechische woord robota (hard werk) om een nieuw personage vorm te geven. Voor het eerst werd het woord robot gebruikt om een nieuwe soort te beschrijven. Een artificieel wezen – dat tegen het einde van het toneelstuk de mensheid overheerst.

Zonder het te weten – Karel Capek stierf door ziekte net voor de oorlog, zijn broer Jozef overleed in het concentratiekamp waarhij naartoe was gedeporteerd – legden de broers ?apek de basisvoor een bibliotheek aan robotverhalen. De mens die slaaf wordt van zijn eigen uitvinding of technologie is natuurlijk een bekend thema in literatuur en cultuur. Als we de sciencefictionfilms mogen geloven, verliezen we de controle over de robots en de technologie.

Het zijn doemscenario’s (geen droomscenario’s) die goed werken op het grote doek. De angst voor een toekomst overheerst door technologie komt dus ergens vandaan. Zoek maar eens een sciencefictionfilm die een toekomst beschrijft waarin je zou willen leven. Maar het doemdenken helpt ons niet. Angst is een slechte raadgever. Daarmee wil ik niet zeggen dat angst geen waarde heeft. De natuur heeft ons zo geprogrammeerd dat angst ons helpt om onszelf te beschermen. Denk aan de angst als je oog in oog staat met een wilde hond of een wolf. Angst verscherpt de zintuigen, maakt ons alert. Maar angst mag evenmin verlammend werken. Wilde dieren ontmoeten we vandaag in dierentuinen en niet meer in de natuur. Angst wordt in onze moderne wereld beleefd in noodsituaties zoals een brand of een overval. Angst wordt ook verkocht of verpakt als een belevenis zoals een benjisprong van een brug of een thrillerserie op Netflix.

De wereld verandert te snel om te rekenen op de evolutionaire aanpassing van weleer

Deze angst – die we aangeleerd hebben in de miljoenen jaren overleving in de natuur – zal ons weinig helpen in de snelle veranderingen die we ontmoeten in de cultuur. De wereld verandert te snel om te rekenen op de evolutionaire aanpassing van weleer. Dat is iets wat ons al sinds de industriële revolutie parten speelt. Het is een gevoel dat reeds enige tijd leeft, dat asynchrone gevoel; een slechte beatmix. Ik geloof dan ook dat, om met de verandering om te gaan, de mens zichzelf nieuwe vaardigheden moet aanleren. We moeten ons artificieel snel aanpassen. De laatste golf van deze verandering – de zogenoemde vierde industriëlerevolutie – belooft bovendien nog eens een versnelling met zich mee te brengen. Voor het eerst creëren we mondiale netwerken, virtuele realiteiten en artificiële intelligentie. Robots leren praten, steden worden slim, webshops leren onze smaak kennen. Maar ook jobs worden geschrapt, made in China wordt een kwaliteitslabel en tijd wordt schaarser. Ik ben er dan ook van overtuigd dat we ons eigen handelen moeten hacken om greep op deze wereld te blijven houden. We hebben behoefte aan ArtificialStupidity om meer humanistisch dan mechanistisch te worden.

Dat klinkt natuurlijk paradoxaal. Onszelf moeten veranderen om de verandering aan te kunnen. Kan alles niet gewoon hetzelfde blijven? Ik spreek me niet uit over andere elementen die voor verandering zorgen in onze wereld, zoals ecologie of migratie. Wat technologie betreft is het antwoord kort: neen.

Er verandert veel. Meer nog. Er is eigenlijk niets dat de indruk geeft dat de ontwikkeling van technologie tegengehouden wordt. Dit betekent niet dat alle technologie op gejuich onthaald moet worden. Of dat we mogen vergeten kritisch te zijn. Integendeel.

Angst zal ons niet verder helpen

Maar angst zal ons ook niet verder helpen. Een natuurlijke reactie tegen gevaar zoals fight or flight is evenmin de beste benadering. Beter is te handelen, onderhandelen zelfs, met de uitvindingen die we zelf gemaakt hebben. Hoe paradoxaal dit moge klinken, in het momentum waarin we leven is het moeilijker om stil te staan dan om mee te gaan. Het is vermoeiender om te rusten dan om te lopen. Alles is namelijk in beweging. Wachten is gevaarlijker dan stappen. Hierin verschilt de mens alvast van de robot.

Het is dan ook in dit momentum dat we de mogelijkheid hebben om tot een update van het humanisme te komen. Om dit te doen hebben we niet enkel inzicht in de technologie nodig,maar ook het vermogen om ermee om te gaan. De inzichten heb ik als vuistregels voor je samengevat. Het zijn heuristische kapstokken van een ervaringsdeskundige, vereenvoudigingen van de complexiteit die technologie met zich meebrengt. Je kunt ze oefenen, toepassen, je eigen maken, zodat het vaardigheden worden. Het zijn bouwstenen voor een digitaal humanisme van de eenentwintigste eeuw. Ik benader de term humanisme niet vanuit een filosofische stroming of in een historisch kader, maar als een levensbeschouwing.

Artificial Stupidity, Handleiding voor Digitale Humanisten van Fredo De Smet is een uitgave van Lannoo Campus, en ligt vanaf volgende week in de boekhandel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content