Gerry Pollet
‘Vraag maar aan Google en Facebook: onze Europese privacywetgeving is een lachertje’
‘Als Europa met haar ‘Data Economy’-strategie een rol van betekenis wil spelen, is een privacy- en een telecomwetgeving die uniform én op elkaar afgestemd is prioritair’, schrijft Gery Pollet, oprichter van ZapFi.
Ik hoorde gisteren in het ochtendjournaal een politica verdedigen dat alle camera’s van onze steden en gemeentes met elkaar verbonden moeten worden, “zodat wij iemand kunnen volgen van zeg maar Oostende tot Arlon”. Vervolgens sloeg ik de krant open en las ik de uitspraak van een politicus dat “het verboden is shoppers tijdens het winkelen te tracken via WiFi.” Volgt u nog?
WiFi-scanning is perfect legaal, behalve zonder expliciete goedkeuring van de gebruiker
Grote retailers gebruiken al decennialang camera’s om ons doen en laten in hun winkels te volgen. De vergaarde informatie wordt vervolgens gebruikt om bijvoorbeeld bepaalde producten een betere plaats op het schap te geven, of ervoor te zorgen dat bijkomende kassa’s worden geopend op een drukke zaterdagmorgen.
WiFi-scanning is een nieuwe technologie die retailers toelaat zulke patronen nog gedetailleerder in kaart te brengen. Enerzijds om ons een nog betere dienst te verlenen, anderzijds om – uiteraard – nog meer te verkopen. De één zijn scan is de ander zijn brood.
Tot dusver is er niks mis, het is zelfs allemaal perfect legaal. Het wordt het echter illegaal wanneer je individuele WiFi-scandata – bijvoorbeeld van uw of mijn smartphone – bewaart zonder de “expliciete goedkeuring” van de gebruiker. Tellen mag uiteraard wel. Heeft u ooit een stewardess die vlak voor het opstijgen al tellend door het middenpad van het vliegtuig loopt goedkeuring horen vragen “of ze u even mag tellen?”. Ik dacht het niet.
Maar wat betekent die “expliciete goedkeuring”? Ik stelde vanmorgen vast dat de Coyote-app op mijn iPhone “altijd” mijn locatie mag weten. Mogelijk handig wanneer ik op weg van de living naar het toilet niet geflitst wil worden, maar ik herinner mij eigenlijk niet hiervoor toestemming te hebben gegeven (via iPhone > settings > privacy > location services). Dat brengt ons meteen bij het eerste heikele punt: in 99 procent van de gevallen geven we onze “expliciete goedkeuring” aan een bepaalde dienst of app zonder de kleine lettertjes gelezen te hebben. Hebt u al ooit de “aangepaste” voorwaarden van iTunes of andere diensten in detail zitten uitpluizen alvorens op “ik accepteer” te klikken?
Google en Facebook maken gretig gebruik van de wetteloosheid van onze privacywetgeving
En dan is er nog de privacywetgeving. Uit mijn schooltijd herinner ik me nog dat een wet die onduidelijk dan wel verwarrend is “wetteloosheid” in de hand werkt. Om meteen de stok in het hoenderhok te gooien: onze Europese privacywetgeving is een lachertje, “a joke”. Vraag maar aan Google en Facebook, die van deze “wetteloosheid” gretig gebruik – of is het misbruik? – maken. Die wetgeving is een lachertje omdat elk Europees land – en binnen vele landen ook nog eens de verschillende regio’s – haar eigen privacywetgeving heeft. En uiteraard zijn deze niet op elkaar afgestemd.
Nog schrijnender wordt het wanneer men de privacywetgeving combineert met de telecomwetgeving – best belangrijk in onze interneteconomie, me dunkt. Want dan stel je vast dat beiden vaak met elkaar conflicteren. Zo mag een operator bijvoorbeeld haar klanten niet volgen zonder hun “expliciete goedkeuring” (conform de privacywet), maar zijn ze anderzijds wel verplicht om diezelfde klanten hun bel- en surfgedrag gedetailleerd bij te houden (telecomwet). Stelt u zich even voor dat u morgen van uw mobiele operator de volgende boodschap krijgt: “Sorry, maar vanaf heden is uw data-abonnement gratis, want wij mogen uw verbruik niet langer bekijken”. Hmmm, zit iets in, niet?
Waar zou u uw data het liefst bewaard zijn? Op servers in Mountain View of in de kelders van ‘onze’ Nationale Bank?
Ik pleit niet voor méér, maar voor duidelijkere wetgeving. We zijn er met z’n allen van overtuigd dat, als Europa haar stem wil hebben in de wereld, meer politieke eenmaking een cruciaal gegeven is. Indien Europa met haar ‘EU Data Economy’-strategie een rol van betekenis wil spelen, is een privacy- en een telecomwetgeving die uniform én op elkaar afgestemd is prioritair.
Ik verwijs graag naar het schitterende boek ‘Who Owns The Future?’ van Jaron Lanier. Hierin schetst de schrijver een wereld van “sirene servers”; krachtige servers uitgebaat door een dozijn internetwereldspelers die alle data – dus ook de uwe en de mijne – “opzuigen”, ons weliswaar een aantal “gratis diensten” in de plaats geven maar verder weinig tot géén lokale werkgelegenheid creëren. Een deel van de oplossing bestaat er volgens Jaron in dat onze overheid onze “personal data” bewaart en beschermt.
Nooit gedacht dat ik, een ultraliberale ondernemer, deze zienswijze zou bijtreden. Maar wat we vandaag zien, zijn slechts voorhoedegevechten. Binnen tien jaar zullen bijvoorbeeld uw en mijn gezondheidssensoren dagelijks terabytes aan data spuien. En waar zou u deze data liefst bewaard zien? Op de servers van het grootste reclamebedrijf ter wereld in Mountain View, of in de kelders van “onze” Nationale Bank?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier