Waarom zijn laadpalen niet standaard uitgerust met een uitrolbare oplaadkabel?
Rijden met een elektrische wagen brengt ook kopzorgen met zich mee, zo ondervond Data News-hoofdredacteur Kristof van der Stadt.
U moet weten, ik woon in wat men in proper Vlaams omschrijft als een boerengat. Een deelgemeente van een centrumstad weliswaar, maar toch: een boerengat. U kan zich inbeelden hoe groot mijn verbazing was toen ik enkele weken terug ontdekte dat er een publieke laadpaal op het kerkplein stond. Hoe lang die daar al staat? Ik zou het niet weten. Meestal staan er auto’s geparkeerd die het bestaan van de paal maskeren. Hoe ik die paal dan ontdekt heb? Door de ChargeNow-app waarmee ik op zoek kan naar geschikte laadpalen voor de elektrische wagen waar ik enkele dagen mee mocht rondbollen.
Toegegeven, ik mis de wagen nog steeds. Omwille van het rijcomfort in een stedelijke omgeving vooral: filerijden was nog nooit zo ‘aangenaam’ als in een fluisterstille wagen die op dat moment ook nauwelijks iets verbruikt. Omwille van het idee ook dat je geen stikstofdioxide, dieselroet en andere fijne deeltjes onze atmosfeer in blaast.
Waarom zijn laadpalen niet standaard uitgerust met een uitrolbare oplaadkabel?
De kopzorgen mis ik niét: hoeveel kilometer kan ik nog rijden vooraleer de batterij leeg is? Waar ga ik de wagen opladen om zeker voldoende reikwijdte over te houden voor de rest van de werkdag? Ga ik een laadpaal vinden in de buurt van mijn bestemming? De actieradius raakt niet meer uit je hoofd. Zeker wanneer je voor de zoveelste keer aan een laadpaal arriveert die volgens de app vrij is, maar waar dan zo’n vervuilende dieselwagen fout geparkeerd staat. Behoorlijk lastig wanneer je op dat moment écht een portie stroom nodig hebt om na je afspraak weer thuis of op kantoor te raken. Ik betwijfel of een politieagent meteen in actie zal schieten wanneer je hem belt om te melden dat er een dieselrijder op een voor elektrische wagens voorbehouden parkeerplaats staat.
De actieradius is op zich al een kopzorg, maar het zijn de extra en blijkbaar wel regelmatig te verwachten kopzorgen door onbereikbare – en ook: niet compatibele of niet werkende – laadpalen die er voor mij nog te veel aan zijn. Toegegeven, een eigen, snel laadpunt bij mij thuis en/of op kantoor zou zeker zorgen voor minder… zorgen. Maar dan nog blijft heel dat laadgedeelte een omslachtig iets. De koffer openen, de juiste laadkabel opdissen, het ene deel inpluggen in je wagen, het andere deel in de laadpaal. En dan nog je RFID-pasje bovenhalen als het om een publieke paal gaat. Waarom zijn laadpalen eigenlijk niet standaard uitgerust met een uitrolbare kabel? Zoals we die kennen uit een tankstation met fossiele brandstoffen? Dat zou dat hele oplaadproces al wat vergemakkelijken, toch?
Maar goed, ondertussen rij ik dus weer in zo’n vervuilende dieselwagen. Hij is trouwens net terug uit de garage na een terugroepactie. Iets met de emissiesoftware die een update kreeg om wat minder vervuilend te zijn. Sinds die update moet ik om de 2.500 à 3.000 kilometer AdBlue-supplement bijtanken: een mengeling van water en ureum dat de uitstootwaarden van de dieselmotor verder beperkt. Doe ik dat niet, dan weigert de motor na verloop van tijd om te starten. Ook wel een kopzorg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier