Wat Facebook precies verkeerd doet met zijn nieuwe gebruiksvoorwaarden
Facebook kreeg de wind van voren toen het op 30 januari zijn vernieuwde gebruiksvoorwaarden invoerde. Maar op welke manieren clashen die privacyregels dan precies met de wetgeving? De vakgroep ICT & Law van de KU Leuven onderzocht het.
Op 30 januari rolde Facebook zijn nieuwe gebruiksvoorwaarden uit. Daarin eigent het bedrijf zichzelf het recht toe om ‘gebruikers te traceren via websites en apparaten’, om ‘profielfoto’s voor zowel niet-commerciële als commerciële doeleinden te gebruiken’ en om ‘op continue basis informatie over de whereabouts van Facebookers te verzamelen’.
Die gebruiksvoorwaarden ontlokten bijgevolg heel wat kritiek, ook in ons land. De Belgische Privacycommissie dreigde met gerechtelijke stappen tegen de sociale netwerksite, en staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open VLD) ging met een delegatie van Facebook rond de tafel zitten om onder meer het privacybeleid door te spreken. De reden: de nieuwe spelregels van het bedrijf zouden indruisen tegen onze wetgeving.
‘In strijd met het Europese recht’
Maar op welke manieren schendt Facebook dan de wet? Dat is wat de vakgroep ICT & Law van de KULeuven ICRI, op vraag van de Privacycommissie en in samenwerking met iMinds-SMIT (VUB), onderzocht.
‘Voor alle duidelijkheid: de veranderingen die Facebook in 2015 introduceert, zijn niet al te drastisch. Veel van hun ‘nieuwe’ voorwaarden zijn simpelweg oude regels die explicieter gemaakt zijn’, klinkt het op de website van ICRI. ‘Maar, zo wijst onze analyse uit, Facebook handelt in strijd met het Europese recht.’
‘Te moeilijk om af te zien van bepaalde regels’
Waar clasht Facebook dan precies met de wetgeving? ‘Facebook legt, ten eerste, te veel last op de schouders van zijn gebruikers. Zij worden verwacht te navigeren door Facebooks complexe web van instellingen heen, op zoek naar mogelijke opt-outs (de mogelijkheid om af te zien van bepaalde regels, nvdr.). De standaardinstellingen gerelateerd aan gedragsprofielen of sociale advertenties zijn in het bijzonder problematisch. Bovendien krijgen gebruikers geen enkele keuze met betrekking tot hun verschijning in ‘gesponsorde verhalen’ of het delen van locatiegegevens.’
‘Gebruikers krijgen geen adequate informatie’
‘Ten tweede’, luidt het nog, ‘ontvangen gebruikers geen adequate informatie. Zo is het niet altijd duidelijk wat bedoeld wordt met het gebruik van foto’s ‘voor advertentiedoeleinden’. Worden profielfoto’s dan enkel gebruikt voor ‘gesponsorde verhalen’, ‘sociale adverts’ en ‘andere partners’, zoals vermeld in Facebooks beleid? Wat zijn de precieze implicaties van Facebooks extensieve datavergaring via websites van derden, mobiele apps en toepassingen van overgenomen bedrijven zoals WhatsApp en Instagram?’
Dit en nog veel meer staat te lezen in het volledige rapport van ICRI en iMinds-SMIT, dat je hier kan inkijken.
Het rapport vormt een deel van de documentatie waarmee de Privacycommissie haar verdere onderzoek naar Facebook zal voeren. Net als Tommelein onlangs, heeft de Privacycommissie binnenkort een onderhoud met afgevaardigden van Facebook.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier