Peter Wennink, voormalig CEO van ASML, ziet in Trumps onvoorspelbare en isolationistische beleid een unieke kans voor Europa om technologisch te groeien. Tijdens zijn toespraak op de TNW-conferentie in Amsterdam riep hij Europa op om nauwer samen te werken en minder afhankelijk te worden van de VS.
ASML, het Nederlandse techbedrijf dat onder Wennink uitgroeide tot de grootste Europese techgigant met een marktwaarde van 250 miljard euro, bouwde zijn succes op een open ecosysteem. ASML ontwikkelt en produceert EUV-lithografiemachines — cruciale apparatuur voor de fabricage van de allermodernste chips.
Volgens Wennink moet Europa dit open samenwerkingsmodel overnemen, omdat het alleen zo kan concurreren met de Amerikaanse techreuzen. Hij benadrukt dat onze eenzijdige afhankelijkheid, vooral van de VS, riskant is – zeker nu Trump handelsconflicten aanwakkert en zich steeds meer terugtrekt uit de trans-Atlantische samenwerking.
Europees kapitaal kiest voor eigen markt
Een teken van deze verschuiving is dat grote Europese investeerders, zoals het Nederlandse pensioenfonds APG, steeds meer geld binnen Europa willen houden. APG beheert de grootste pensioenpot van Nederland en kondigde onlangs aan miljarden euro’s te willen investeren in Europese projecten, deels uit angst voor beleidsrisico’s in de VS.
Dat Europese tech kan groeien, blijkt ook uit voorbeelden zoals Arm, een Brits chipbedrijf dat de ontwerpen levert voor bijna alle smartphones en talloze AI-toepassingen. Arm begon als kleine speler, maar bouwde wereldwijd een ecosysteem van partners op door zijn intellectuele eigendom breed beschikbaar te stellen — een strategie die Wennink ook bij ASML hanteerde.
‘Europeanen hebben een aangeboren drang om samen te werken,’ zegt Wennink. ‘Maar dat werkt alleen als risico’s en opbrengsten eerlijk verdeeld worden.’