Jo-Ann Garbutt
EU-richtlijn over energie-efficiëntie leidt tot administratieve rompslomp voor datacenters
Uiterlijk half september moesten datacenters in de Europese lidstaten voor het eerst rapporteren in het kader van een nieuwe EU-richtlijn over energie-efficiëntie – de EED, European Energy Efficiency Directive. Helaas hebben veel datacenters de deadline gemist. Vaak stond alles wel klaar, maar moest een nationale overheidsinstantie eerst het systeem op orde brengen om een datacenterprovider te laten rapporteren.
Het systeem bevatte zoveel extra stappen en complexiteit dat het een serieuze uitdaging was om de rapportages af te ronden binnen de korte periode tussen de lancering op 6 september en de deadline op 15 september. Bovendien ontbreekt er nog steeds data, omdat deze informatie niet altijd door de datacenters wordt beheerd. Last-minute lanceringen met extra stappen, moeilijk te verzamelen data en onduidelijke datadefinities … Hoe moet het nu verder?
Telkens wanneer de Europese Commissie een nieuwe richtlijn goedkeurt, krijgen de lidstaten twee jaar de tijd om deze in lokale wetgeving te verwerken. Dit betekent dat elk land een eigen interpretatie kan hebben en eigen accenten mag leggen binnen het door Europa voorziene kader. Voor operatoren die in meerdere landen datacenters beheren, is dit alles al behoorlijk complex. Een gestandaardiseerde manier van rapporteren blijkt dan ook niet eenvoudig. Zeker omdat enkele landen hun eigen systemen hebben bedacht, mét extra vragen.
De deadline van 15 september is inmiddels voorbij, maar landen mogen alsnog rapporteren in het Europese systeem als het in hun land mogelijk is om toegang te krijgen. Heel omslachtig, want slechts twee landen slaagden erin om tijdig een rapport te verzenden via hun eigen ontworpen systemen en met eerdere deadlines dan september: Nederland en Duitsland. België en de rest van Europa haalden de deadline dus niet. Pas een maand na het verstrijken van de deadline in september konden datacenters in ons land hun gegevens doorsturen. In sommige landen – zoals Kroatië, Ierland en Zweden – is het op het moment van schrijven nog altijd niet mogelijk om gegevens in het Europese systeem te rapporteren. Ierland en Zweden hebben zelfs aangegeven pas in de volgende rapporteringsronde te zullen deelnemen, op 15 mei 2025.
Niet alle data toegankelijk
Een ander probleem heeft te maken met een deel van de gevraagde data bij het rapporteren. Deze is gelinkt aan de IT-infrastructuur van de klant van een datacenter. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gegevens over de energieprestaties van IT-apparatuur van organisaties die een huurcontract hebben met de datacenteroperator. In een colocatie-datacenter huren zij een ruimte, en de datacenteroperator is enkel verantwoordelijk voor de stroomvoorziening, koeling en andere systemen om klanten 99,999% uptime en fysieke veiligheid te bieden. De operator hoeft niet te weten welk merk of model hardware de klanten gebruiken en bemoeit zich daar ook niet mee. Maar voor de huidige rapportage moet die informatie toch worden opgevraagd.
Dat betekent dat datacenters afhankelijk zijn van samenwerking met hun klanten om correct te kunnen rapporteren. Het is echter de vraag of die klanten die gegevens wel hebben en bijhouden. Soms zijn klanten zich helaas niet bewust van welke data zij moeten verzamelen.
Administratieve rompslomp
Veel datacenteroperators zijn nochtans gemotiveerd om bij te dragen aan verbeterde energie-efficiëntie in onze sector. De opmars van AI stelt steeds hogere eisen aan datacenters, en dus is het belangrijk om voortdurend te blijven verbeteren. Daar is de volledige sector zich van bewust, en ook mee bezig. Ongeveer 80% van de datacenters in Europa maakt deel uit van het Climate Neutral Data Center Pact en moet voldoen aan duidelijke mijlpalen wat betreft energie-efficiëntie, waterverbruik, groene stroom, circulariteit van IT-apparatuur en het aanbieden van warmte aan afnemers in de buurt van hun datacenters.
Samenwerking tussen de EU en datacenteroperatoren zou bijzonder waardevol kunnen zijn. Zeker nu blijkt dat de huidige Energy Efficiency Directive overdreven complex is en moeite heeft om de energie-efficiëntie effectief te verbeteren.
Ongeloofwaardig energielabel
Wat de situatie nog onrustwekkender maakt, is het feit dat het tweede rapport in mei 2025 moet leiden tot een soort energielabel voor datacenters. Als je moet rapporteren over data die je niet in eigen beheer hebt, kun je als datacenter een negatief label krijgen, terwijl je alles doet om zo energie-efficiënt mogelijk te werken.
Bovendien kun je een label toch onmogelijk als geloofwaardig beschouwen wanneer het gebaseerd is op beperkte data? En hoe wil de EU een eerlijk energielabel creëren dat recht doet aan de verschillen tussen datacentertypes? Worden computerdatacenters, netwerkdatacenters, gemengde datacenters, streamingdatacenters en AI-datacenters straks allemaal over dezelfde kam geschoren?
De eerste rapportage kende enkele grote uitdagingen. Hoe kunnen we in de tweede fase sterke vooruitgang garanderen? Voorlopig komt er maar weinig sturing vanuit Europa of de overheid. Hierdoor bestaat er onzekerheid over het pad dat we moeten volgen. We hopen dat we weldra een uitnodiging krijgen om te overleggen en feedback te geven. Zonder samenwerking is er een risico dat we op dezelfde uitdagingen afstevenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier