Hoe verklein je de ecologische voetafdruk van AI en IT écht?

© Getty Images
NTT DATA
NTT DATA
Partner Content

Partner Content verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

gisteren om 15:32 Bijgewerkt op: gisteren om 15:35

Veel bedrijven zien hun IT-afdeling als het departement dat kan helpen om hun CO2-uitstoot te reduceren. Alleen weet ook de IT-afdeling – net als de hele onderneming – vaak niet concreet hoeveel energie ze verbruikt en hoeveel CO2 ze uitstoot. Maar net dat inzicht is nodig, om straks secuur over duurzaamheid te rapporteren en om doeltreffende duurzaamheidsmaatregelen te nemen.

Het is een cruciaal vraagstuk, dat IT-dienstverlener NTT DATA helpt op te lossen. “We stellen niet alleen onszelf stevige klimaatdoelstellingen, maar helpen IT-afdelingen en bedrijven overal ter wereld exact inzicht te krijgen in hun energieverbruik en CO2-uitstoot”, zegt Robin Joncheere, CEO van NTT DATA Belgium. “Dat is de basis waarop bedrijven duurzaamheidsmaatregelen nemen die veel verschil maken.”

Exact inzicht

Bedrijven willen hun uitstoot graag terugdringen, maar doen dat niet altijd doordacht. “Ze vliegen erin met zichtbare ad-hocprojecten, maar doen dat zonder eerst te meten”, vertelt Robin Joncheere. “Zo kies je niet noodzakelijk voor de meest efficiënte weg. Want als je je uitstoot en verbruik niet eerst grondig in kaart brengt, weet je niet welke maatregelen de meeste impact kunnen hebben. Je weet kortom niet zeker welke maatregelen je best als eerste neemt en welk resultaat ze daadwerkelijk zullen opleveren. Meten is weten: alleen zo kan je een echt doeltreffend, efficiënt duurzaamheidsplan opstellen.”

Robin Joncheere, NTT DATA: ‘Tegen 2040 zijn we compleet net zero. Dat maakt onze diensten sustainable by design.’

NTT DATA hielp intussen al heel wat bedrijven om hun verbruik en uitstoot heel gericht terug te dringen, onder meer via de implementatie van hardware en software om verbruik en uitstoot te meten. Vervolgens helpt software om beide op een slimme manier te verlagen, onder meer met agentic AI-services. Die software is bovendien ‘sustainable by design’, straks meer daarover.

Strijd tegen waterverspilling

Een mooi voorbeeld vinden we bij het Luikse drinkwaterbedrijf CILE. “We rustten het waterleidingnet uit met sensoren, die we vervolgens connecteerden met een LoRa-netwerk. Zo capteert het bedrijf meetdata, die we weergeven via een dashboard. Op die manier krijgt CILE zicht op de status van zijn leidingnetwerk en kan het sneller lekken in het netwerk opsporen en herstellen.” Hetzelfde principe past NTT DATA toe om het verbruik van energie te meten en bedrijven te helpen dat verbruik vervolgens te verlagen.

Doordacht omspringen met AI

NTT DATA maakt ook zelf mee het verschil. “We zien hoe het gebruik van generatieve AI enorm toeneemt”, zegt Robin Joncheere. “Daar zit een stijgende energiebehoefte aan vast. Te weinig gebruikers zijn zich daarvan bewust. Bedrijven kunnen dat energieverbruik terugdringen door hun medewerkers op te leiden, zodat ze AI op de juiste manier gebruiken. En dus niet om GenAI zomaar om het even wat als vraag voor te schotelen.”

“Maar ook als IT-dienstverlener hebben we met NTT DATA zelf een grote impact”, vervolgt Robin Joncheere. “Wij zijn de derde provider van datacenters ter wereld. In dat kader hebben we een ambitieus duurzaamheidsplan opgesteld. Onze datacenters zullen tegen 2030 net zero zijn.” Net zero betekent concreet: 90 tot 95% van alle uitstoot elimineren en het resterende percentage compenseren. “Dat bereiken we door innovatieve technologie in te zetten. Een datacenter van NTT DATA in München, bijvoorbeeld, levert zijn restwarmte aan een slim warmtenet. Ons hele bedrijf, inclusief alle kantoren en andere faciliteiten, moet net zero zijn tegen 2035, en onze supply chain tegen 2040. Tegen die datum zijn we compleet net zero. Dat maakt onze diensten sustainable by design. Wie ze gebruikt, hoeft ze niet langer in de eigen uitstoot mee te nemen.”