Review: Met de HTC Vive gillen we als een klein meisje
De Vive is momenteel samen met de Oculus Rift de enige volwaardige virtual reality-headset op de markt. Groot is die markt dus nog niet, maar hoe zit het met de kwaliteit? Data News duikt in de virtuele wereld, knalt enkele zombies tot gort, en oordeelt.
2016 zou volgens trendwatchers het jaar van virtual reality worden. Het jaar van de doorbraak. Halverwege het jaar is er nog geen sprake van een revolutie, maar de consument kan nu wel voor het eerst een headset aanschaffen, want de Oculus Rift en HTC Vive zijn op de markt gebracht. Later dit jaar volgt de headset van Sony, die werkt met de Playstation 4. Daarmee begint de sector na een lange periode van ontwikkeling vorm te krijgen.
Pionier Oculus startte in 2012 al een Kickstartercampagne om een virtual reality-bril te financieren. Die campagne werd een belachelijk groot succes en de verwachtingen groeiden met de jaren. Na overgenomen te worden door Facebook lanceerde het bedrijf dit jaar de Oculus Rift, kort daarop gevolgd door de HTC Vive – die volgens de critici de Rift ingehaald heeft.
Om dat te testen mocht Data News een namiddag met de Vive spelen om te kijken of de headset van HTC écht zo goed is en of dit het jaar is van de definitieve doorbraak van virtual reality.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Opstelling
Wat je misschien niet weet is dat een VR-headset veel meer is dan een bril alleen. Met de Vive – het resultaat van de samenwerking tussen HTC en gamebedrijf Valve – is te gebruiken in een ruimte van maximaal 4,5 meter bij 4,5 die je afbakent in je woonkamer. Twee sensoren die je diagonaal opstelt registreren waar je je bevindt. Ze interageren voortdurend met de bril en de controllers zodat je enerzijds beperkt kan rondwandelen in virtuele ruimtes. Maar vooral om er voor te zorgen dat je niet temidden van het spelplezier je tv stukslaat of tegen een muur aanloopt.
Om de Vive vlot te ervaren heb je flink wat grafische rekenkracht nodig. Bij onze test was dat een Alienware X51 R3, een stevige gamepc uitgerust met een Intel i7-6700K cpu, 16 gigabyte RAM en een nVidia Geforce GTX970. Daar zit gelijk de crux van een doorbraak van virtual reality: zo’n gamepc kost al snel duizend euro. Tel daar de headset bij op en je bent een modaal maandsalaris verder. De games zelf kiezen we uit de Steam-bibliotheek, die meteen aangeeft wanneer een game is ontworpen voor een VR headset.
De Vive zelf heeft een resolutie van 2160X1200 aan een refresh rate van 90 hz. De kijkhoek van de bril is 110°.
Controllers
De Vive komt met twee langwerpige controllers die ons in eerste instantie doen denken aan de Nintendo Wii. Maar ondanks hun vreemde vorm liggen ze goed in de hand.
Hier zit meteen het grote verschil met de Oculus, die ontworpen is om in een stoel te zitten met een Xbox-controller. Hoewel die controller uitermate geschikt is voor games, is het bij de Vive een meerwaarde dat je beide handen los van elkaar kan gebruiken en daadwerkelijk rond kunt lopen. Bij de Oculus Rift ga je wel met het hoofd de virtuele wereld in, maar de rest van het lichaam blijft achter. Al moet hier later dit jaar verandering in komen wanneer ook Oculus eigen controllers zal introduceren.
Niet alleen gaming
Terwijl veel mensen virtual reality en augmented reality als ‘the next big thing’ zien, zijn er nog twijfels over de meest gebruikte toepassingen in de toekomst. Volgens Goldman Sachs zal de industrie tegen 2025 gegroeid zijn tot 80 miljard dollar per jaar (35 miljard in software en 45 miljard in hardware) – waarbij het potentieel zeer divers is.
Net als andere onderzoekers denken ze bij Goldman Sachs dat games het grootste deel van de markt in zullen nemen, gevolgd door live events en video entertainment. Maar een groot deel van de taart zal ook naar industriële toepassingen gaan. Volgens hun onderzoek zal de helft nog naar het bedrijfsleven en de publieke sector gaan. Vooral de gezondheidszorg kan er van profiteren.
Weg van de wereld
We nemen afscheid van de realiteit zodra we de HTC Vive opzetten. Het enige echte voorwerp dat je nog ‘ziet’ zijn de controllers die virtueel worden geprojecteerd op de plaats waar ze fysiek liggen. Zo lang we in het keuzemenu van Steam zitten hebben we nog een vrij goed besef van de ruimte waar we staan. Als opwarmer openen we The Blue, een eerste ‘spel’ waarbij we in de oceaan naar vissen en schildpadden kijken.
Wat opvalt is dat je hoofd meteen opgaat in de virtuele wereld – daarvoor hoeven de graphics niet eens realistisch te zijn -, de kijkhoek gaat vloeiend mee wanneer je je hoofd draait. Een goede headset (HTC levert zelf enkel oortjes mee) zorgt dat ook je oren meegaan in het verhaal.
In ons tweede spel, The Lab, ga je letterlijk hands-on gamen. Je teleporteert naar een burcht die wordt aangevallen en het is aan jou om met pijl en boog de vijanden neer te schieten. Hier voelen we meteen de charme van VR: Als vanzelfsprekend bewegen we onze handen alsof je echt pijlen afschiet en hoewel de spelomgeving er heel cartoonesk uitziet, voelt het spelen ongelooflijk natuurlijk en realistisch aan.
Gillen als een klein meisje
Op de namiddag dat we de Vive testen spelen we een achttal games. We moeten vaststellen dat het aanbod vandaag vooral bestaat uit showcases om de mogelijkheden van VR te demonstreren, games waar je je uren in kunt verliezen zijn er nog niet; de volgende Minecraft of Call of Duty zit er nog niet bij. Dat is niet meer dan normaal, maar wel een belangrijke factor voor wie 899 euro op tafel legt voor een Vive of 699 voor een Oculus Rift.
Twee games springen er bovenuit: Tilt Brush (Google) en The Brookhaven Experiment. Het eerste kan je best omschrijven als Photoshop in 3D. In een virtuele ruimte kan je onbeperkt tekenen, schilderen en spuiten op een heel intuïtieve manier. In geen tijd teken je je eigen figuren waar je zelf doorheen loopt, of van dichtbij gedetailleerd kan afwerken.
Hoewel we rondlopen op een vak van 3 bij 3 meter voelt het aan alsof je in een onbeperkte wereld zit wat een enorm bevrijdend gevoel geeft – tenminste tot de toepassing het laat afweten. Zelfs een high end gamingpc heeft vandaag nog moeite met VR-toepassingen en de computer crashte midden in een portret van Homer Simpson. Daarbij is te merken dat het om een first generation product gaat; er zitten nog kinderziektes in.
Virtual reality wordt plots akelig realistisch wanneer we overschakelen naar The Brookhaven Experiment, een horrorspel waar je bijna niets ziet. In de ene hand een zaklamp, in de andere een wapen en langzaam komen zombies uit alle richtingen op je af. Met een deel van je hersenen probeer je te beseffen dat het allemaal niet echt is. Maar de rest van je lichaam staat stijf van de adrenaline. Je moet immers niet alleen voortdurend rondkijken, maar ook je zaklamp en wapen combineren om het spel te overleven. Dit is veruit de meest intensieve ervaring die we met de Vive beleven. Het enige dat ons uit de virtuele wereld kon houden was de kabel die voor de voeten schoof door het vele ronddraaien. De interactie met je handen in combinatie met het snel en accuraat moeten bewegen en draaien van je lichaam maakt dat de grenzen tussen echt en virtueel even ver weg lijken. Hilariteit alom voor de toeschouwers die je intussen in het ijle zien springen en schreeuwen als een klein meisje. Een intense ervaring maar niet ons meest trotse moment.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Waarom vallen we niet?
Bovenaan deze hands-on gaven we al aan dat de Vive een domein afbakent waarin je vrij kan rondlopen. Eens je de bril aan hebt en je te dicht bij de grenzen van je afgebakend terrein komt, verschijnen er groene tralies. Je zit dus in een virtuele kooi die je er aan moet herinneren dat er wel degelijk fysieke limieten zijn aan je virtueel avontuur.
Elk spel gaat anders om met die beperking. In sommige games kan je teleporteren, anderen lijken je een enorm speelveld te geven, terwijl je in realiteit in hetzelfde vierkant rondloopt. Dat je rechtop staat draagt bovendien bij aan de echtheid van je virtuele wereld ten opzichte van een potje gamen in de zetel.
Draagcomfort
De bril zelf valt vlot aan te passen aan je hoofd en een sponsen afwerking zorgt dat het geheel niet te fel drukt op je gezicht, maar ook dat brildragers niet te veel last krijgen.
Tijdens het spelen zelf blijft de bril aangenaam om te dragen. We zien ons er niet meteen zes uur aan een stuk mee rondlopen, maar voor een namiddag spelplezier is het dragen zeker geen last. De kabel van de Vive loopt over je hoofd langs achteren weg. Die kabel loopt uiteraard wel over de grond, wanneer je dus bij een spel rondloopt of vaak moet draaien kom je hem tegen. Dit haalt je dan voor een fractie uit het spel – al leidde dit niet tot valpartijen.
Wat wel kan gebeuren is dat je het zelf behoorlijk warm krijgt tijdens het spelen. Je beweegt de hele tijd en de Vive bedekt je voorhoofd tot aan je neus. Wie makkelijk zweet zal dus al snel even moeten onderbreken. Dat is in de eerste plaats vooral onprettig als je een bezwete Vive met een andere speler deelt.
Is de Vive het waard of niet?
Afgaande op een namiddag spelplezier kunnen we concluderen dat de Vive een geslaagde eerste VR headset is, maar hij is nog verre van perfect. 2016 is nog niet het jaar van de doorbraak van virtual reality. Het is het jaar van de eerste generatie headsets.
Wat je zeker in het achterhoofd moet houden is dat het huidig spelaanbod leuk is en een deur opent naar een nieuwe manier van gamen. Maar grote titels met uitgebreide gameplay zijn voorlopig nog afwezig. Voor wie het geld op overschot heeft is de Vive zeker de moeite om in huis te halen. Maar de doorsnee gamer in ons wacht liever nog 1-2 jaar. Op dat moment is het spelaanbod ruimer, zijn er meer en goedkopere VR-capabele videokaarten en komt een VR-bril nog beter tot zijn recht.
Welke games speelden we?
Tijdens onze hands-on met de HTC Vive spelen we een achttal games uit de Steam-catalogus.
Omdat we elk spel slechts 10-20 minuten hebben geprobeerd onthouden we ons van uitgebreide reviews en punten. Maar The Brookhaven Experiment, Tilt Brush en The Lab spraken alvast het meest tot onze verbeelding.
Deze game is eigenlijk meer een beleving dan een spel. Je bevind je in de oceaan waar je van heel dichtbij walvissen, schildpadden en andere zeebewoners zien voorbijkomen. Een leuke manier om je meteen in een virtuele omgeving te brengen.
Deze gratis game van Valve bevat een hoop minigames die je leren hoe VR werkt. Waar we bij TheBlu vooral kijken, moeten we hier beide armen gebruiken om pijl & boog te bedienen of om onszelf te teleporteren.
De naam dekt de lading: hier zit je in een virtueel bureau waar je letterlijk met 101 dingen aan de slag kan. Trek aan hendels, gebruik je computer, gooi met kantoormateriaal. Geen groot uitgewerkt spel maar wel een interessante ervaring.
Duisternis, één zaklamp, één wapen en tientallen zombies die uit het donker naar je toe sluipen. The Brookhaven Experiment is een griezelspel waar VR ten volle tot zijn recht komt. Ook al beperkt het spel zich tot ronddraaien en schieten, toch is dit de game die ons oprecht deed schrikken en schreeuwen waarbij we onszelf er aan moesten herinneren dat het allemaal niet echt is.
In deze multiplayer race je door een landschap waarbij het de bedoeling is om andere piloten neer te schieten. Omdat zowel VR als het spel vrij nieuw zijn kwamen we niet meteen tegenstanders tegen, maar het concept is zeker de moeite, al vraagt het spel wel iets meer introductie dan andere games. Al moeten we ook toegeven dat het hobbelig karretje waar je in rijdt soms duizeligheid kan opwekken. Ook al sta je in praktijk gewoon stil in je eigen woonkamer.
In dit spel ga je spioneren en rondsluipen waarbij je alle knoppen van de Vive-controllers leert gebruiken. Je kan jezelf transporteren en moet je weg door een ruimte banen.
Hier krijg je in elke hand een schild terwijl er op de maat van zelfgekozen muziek vuurballen op je afkomen. Hoe meer je er raakt met het juiste schild, hoe meer punten. De ervaring is leuk, maar qua diepgang komt het weinig verder dan Guitar Hero voor de Wii.
Photoshop maar dan in het echt. In dit spel is je controller een interactieve verfborstel waar je in 3D mee tekent. Dat gaat bijzonder eenvoudig intuïtief. Bovendien kan je je creatie langs alle kanten bekijken wat je als ‘speler’ een heel vrij gevoel geeft. Of je nu echt wil designen, of je doodles naar een hoger niveau wil brengen, Tilt Brush is een van de leukere ervaringen in het VR-landschap.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier