‘Bijna-astronaute’ Liesbeth Arnouts: ‘Vastberaden je dromen blijven najagen, hoe absurd ze ook zijn’
Liesbeth Arnouts haalde de finale van de astronautenselectie van ESA, maar strandde net voor de eindmeet. Ze beschouwt het als een waardevolle ervaring.
Van kinds af aan droomde Liesbeth Arnouts ervan om ruimtevaarder te worden. Haar inspiratie kwam onder meer uit boeken over de ruimte met foto’s van astronauten in een ruimtestation. “Het leek me fantastisch om in een atmosfeer te vertoeven waar je als mens niet kunt overleven”, zegt ze.
Een andere inspiratiebron was de Belgische militaire piloot Frank De Winne die in 2002 acht dagen aan boord van het ruimtestation ISS verbleef. “Ik wilde mijn rolmodel na-apen en via de weg van piloot ruimtevaarder worden. Na twee jaar moest ik stoppen bij het Belgische leger, omdat ik last had van inspanningsastma. Die is intussen verdwenen, dus ik had waarschijnlijk kunnen blijven bij Defensie. Helaas wist ik dat toen niet.”
Eigen weg
Arnouts besefte dat ze haar eigen weg moest volgen, zonder iemands loopbaan te imiteren. Ze startte met de opleiding burgerlijk ingenieur-architect. “De combinatie van wetenschap en het artistieke fascineerde me. Het was de perfecte opleiding omdat ik geïnteresseerd ben in veel verschillende dingen. Wetenschap is er maar één van.” Ze specialiseerde zich in uitvouwbare structuren, zoals uitvouwbare masten en satellietsystemen, die ook worden gebruikt in de ruimtevaart. “Wat ik ook deed, ik bleef altijd wel terugkeren naar de ruimtevaart”, lacht ze.
Tijdens haar doctoraat wees een vriend haar erop dat de ESA weer een selectieprocedure organiseerde. De laatste dateerde intussen van 2008. “Omdat de jaren van mijn doctoraat ook meetelden als werkervaring, was dit het perfecte moment in mijn carrière om deel te nemen. De ESA zocht niet louter testpiloten, maar keek ook naar bredere profielen zoals geologen of geneeskundigen. Mijn doctoraat over uitvouwbare structuren was ook relevant voor hen.”
Teleurstelling
Na het doorsturen van haar cv en motivatiebrief en het invullen van vragenlijsten, duurde de selectieprocedure anderhalf jaar. Telkens ze een fase doorlopen had, was het spannend wachten op de resultaten. “Tot mijn verbazing kreeg ik telkens goed nieuws”, vertelt Arnouts. “Uiteindelijk bleef ik met nog een Belg over, namelijk Raphaël Liégeois. Omdat ons land veel investeert in ruimtevaart, hadden we wel het gevoel dat er een Belg bij het astronautenkorps zou komen: dit keer dus ofwel de eerste Waalse astronaut of de eerste vrouwelijke Belgische ruimtevaarder.”
Toen ze telefoon kreeg van Frank De Winne met de boodschap dat ze niet geselecteerd was, was dat een teleurstelling. De kans dat de volgende keer – waarschijnlijk binnen een tiental jaar – weer een Belg wordt gekozen, is eerder klein. “Ik zou opnieuw kunnen deelnemen om een reserveplaats te krijgen, maar veel hangt ook af van de toekomst van ruimtevaart. Als ze meer op maanmissies focussen, zullen ze waarschijnlijk minder astronauten nodig hebben, want dat zijn altijd missies die een lange voorbereiding vragen. Bij commerciële missies zullen ze wel meer astronauten nodig hebben.”
Hoog mikken
Haar teleurstelling maakte snel plaats voor de overtuiging dat ze het niet anders had moeten aanpakken. “Aangezien ik helemaal door het proces ben geraakt, is er niks dat ik persoonlijk beter had kunnen doen. Toen besefte ik dat het traject mij een belangrijke levensles heeft gegeven, namelijk om volledig voor iets te gaan, ook al lijkt het onmogelijk of absurd. Het is al speciaal om te beginnen aan die selectieprocedure, waaraan 23.000 kandidaten deelnemen. Het traject ernaartoe is mooi en je leert jezelf en je limieten kennen. Ik heb ook veel boeiende mensen ontmoet.”
‘Het traject ernaartoe is mooi. Je leert jezelf en je limieten kennen’
Tijdens de selectieprocedure ging ze aan de slag als management consultant bij McKinsey. “Ik was toen al zo lang verbonden aan de universiteit dat ik de zakenwereld wou ontdekken. Maar ik merkte dat dit voor mij niet de juiste plaats was. Ik wou de ruimtevaart ingaan.” Ze werkt nu als systeemingenieur bij HPS (High Performance Space Structure Systems) in München, dat structuren maakt voor de ruimte. “Dat is een duidelijke link met mijn doctoraat over schaarstructuren. In de ruimte worden die veel gebruikt, bijvoorbeeld voor zonnepanelen of voor reflectoren voor kleinere satellieten. Dit is voor mij de ideale manier om toch in de ruimtevaart te werken.”
Niet in vakjes stoppen
Dat ze geen vrouwelijk rolmodel had, weerhield haar niet om van de ruimtevaart te dromen. “Ik stond daar zelf niet bij stil, maar voor sommigen kan een vrouwelijke ruimtevaarder wel een motivatie of inspiratiebron zijn. In de ruimtevaart bestaan veel vrouweninitiatieven. Zo is er een Women in Aerospace-groep die over heel de wereld actief is.” Met alle aandacht die naar vrouwen gaat, wordt de man soms wel eens vergeten, heeft ze de indruk. “We proberen het beter te maken voor de vrouw zodat ze alles kan combineren met het gezin, maar vaak is het simpeler om de man evenveel tijd thuis te geven als de vrouw. Ik vind dat we mannen meer moeten betrekken in zulke initiatieven.”
Wat ik ook deed, ik bleef altijd wel terugkeren naar de ruimtevaart.
In Duitsland, waar ze nu woont en werkt, ziet ze dat bedrijven verplicht zijn om een bepaald percentage vrouwen aan te werven in topposities. Daar is ze geen voorstander van. “Het kan een hulpmiddel zijn om meer vrouwen in leidinggevende functies te krijgen, maar door regels op te stellen, stop je mannen en vrouwen nog meer in vakjes. Dan benadruk je meer het verschil dan dat je het probleem oplost. Als een vrouw een bepaalde job krijgt omdat ze meer vrouwen nodig hebben, dan heb ik daar een probleem mee. Zij zal nooit hetzelfde respect krijgen als haar mannelijke collega’s.”
Liesbeth Arnouts deed haar verhaal ook op het afgelopen She Goes ICT evenement van Data News.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier